U1T2 Flashcards

1
Q

21
Q
een chirurg
A
a surgeon
22
Q
multitasken
A
to multitask
23
Q
een operatiezaal
A
an operating theatre
24
Q
essentieel
A
vital
25
Q
een operatie
A
surgery
26
Q
geen gemakkelijk leven hebben
A
to not have an easy ride
27
Q
ongeneeslijk
A
incurable
28
Q
verwerken
A
to come to terms with
29
Q
tegenkomen
A
to cross paths with
30
Q
behouden
A
to preserve
31
Q
op een slappe koord dansen
A
to walk a tightrope
32
Q
afstemmen op
A
to tailor
33
Q
redenering
A
reasoning
34
Q
uiteindelijk
A
eventually
35
Q
een misvatting
A
a misconception
36
Q
vee
A
livestock
37
Q
uitstoot van
A
greenhouse gas
38
Q
broeikasgassen
A
emissions
39
Q
baanbrekend
A
groundbreaking
40
Q
eiwit
proteïne
A
protein
41
Q
een voedingspatroon
A

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly