tweelingen Flashcards

1
Q

eeneiige of monozygotische tweeling: aantal placenta’s?

A

1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

eeneiige of monozygotische tweeling: Vruchtzak?

A

1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

eeneiige of monozygotische tweeling: Geslacht baby?

A

beiden hetzelfde geslacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

eeneiige of monozygotische tweeling: motivatie

A

1 eicel + 1 zaadcel is een zygote
-> tweeling ontstaat uit zelfde genetisch materiaal (2 baby’s in 1 zygote)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

is een Siamese tweeling een eeneiige tweeling of twee-eiig?

A

eeneiig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

twee-eiige tweelingen of di-zygotische tweeling: aantal placenta’s?

A

2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

twee-eiige tweelingen of di-zygotische tweeling: Vruchtzak?

A

2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

twee-eiige tweelingen of di-zygotische tweeling: geslacht baby?

A

gelijk of verschillend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

twee-eiige tweelingen of di-zygotische tweeling: motivatie?

A

eicel + zaadcel = zygote 1 -> baby 1
eicel + zaadcel = zygote 2 -> baby 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly