T.W.5: Voeding, kleding, winkelen Flashcards

1
Q

De dingen die je eet

A

Het eten = Het voedsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voedsel en drank

A

De voeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De dingen die je kunt eten

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voedsel is … als het nog ‘nieuw’ is

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voedsel is … als het al ‘oud’ is

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een voorwerp van plat en dun metaal om voedsel in t bewaren

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Houden om later te gebruiken, niet weggooien

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voedsel dat is overgebleven, dat niet opgegeten

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De zachte vruchten van bijvoorbeld bomen dan je kunt eten

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Iets dat uit een bloem groeit en dat je kunt eten, een stuk fruit

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een sort dikke saus van gekookte appels

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Planten of delen van planten die je kunt eten

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een koud gerecht van verschillende rauwe of gekookte groenten

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Een snack die zacht is van binnenen hard van buiten, en waar bijboorbeld vlees of aardappelen in zitten

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een sort erg kleine pastabolletjes, afkomstige uit Noord-Afrika

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Een soort pap van aarappelen of van groenten

17
Q

Zacht, rond brodje

18
Q

Twee boterhammen op elkaar met beleg ertussen

19
Q

Rond, hard broodjes

20
Q

Kleine stukjes geroosterd brood met beleg, vaak gegeten op een feestje

21
Q

Een soort rond stukje hard gebakken brood

22
Q

Kleine zaadjes van bepaalde planten waarvan je bijvoorbeld brood kunt maken

23
Q

Graan dat in heel kleine stukjes verdeeld is die bijna niet apart kunt zien en waarvan je brood of koekjes kunt maken

24
Q

Iets lekker dat zoet en plat is, en dat je bakt met bloem, eieren, boter en suiker

25
Een blik met een deksel om koekjes in te doen.
.
26
Zoet gebakken lekkers, vaak met fruit of slagroom.
.
27
Zoet gebakken lekkers voor één persoon, vaak met fruit of slagroom
.
28
Een grote, erg dunne koek van bloem, melk, eieren en boter
.
29
Een soort koek met speciale kruiden
.
30
Zoete koek, met peper en speciale kruiden
.
31
Een soort voedsel gemaakt van melk en granen
.
32
Een gerecht van granen, noten en fruit dat je meestal als ontbijt eet met melk of yoghurt.
.
33
Gekookte vruchten met suiker om op je brood te doen
.
34
Een zoete stof die bijen maken en die je op brood of in thee kunt doen.
.
35
Vet dat uit melk is gemaakt, om op brood te smeren of om mee te bakken
.
36
Een soort boter die gemaakt is van het vet van planten of dieren
.
37
Heel kleine stukjes chocolade om op je brood te doen.
.
38
Een soort boter van pinda’s om op je brood te doen
.