Tt training les 1 §3: Wilsovereenstemming en vertegenwoordiging Flashcards
Hoe komt een rechtshandeling tot stand?
Rechtshandeling is gebaseerd op de theorie v.d. wilsverklaring (art. 3:33). Rechtshandeling is een uiting van de wil, het gaat om een verklaring.
In welke vorm kan een verklaring plaatsvinden?
Een wilsverklaring kan in iedere vorm geschieden (art. 3:37). Een bepaalde rechtshandeling kan het in nemen van een bepaalde vorm voorschrijven. Een wilsverklaring kan ook stilzwijgend plaatsvinden.
Wat is de wilsvertrouwensleer?
Volgens art. 3:35 gaat de uiterlijke schijn v.d. verklaring boven de interne wil v.d handelende persoon, voor zover de wederpartij er gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen en heeft vertrouwd dat de verklaring welgemeend was.
Wat is voor bescherming v.h. bij de wederpartij gewekte vertrouwen volgens art. 3:35 vereist?
- Door de wederpartij is de verklaring opgevat als een tot haar gerichte verklaring van een bepaalde strekking. Als de verklaring niet subjectief verkeerd is begrepen, kan van toepassing van art. 3:35 geen sprake zijn.
- De wederpartij mocht dit onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs zo opvatten. Hierbij is de onderzoeksplicht van belang.
Met welke 4 kenmerken moet je rekening houden bij de onderzoeksplicht?
1) onverwachtheid
2) plaats van handeling
3) vaardigheden
4) nadeel
Wat is de ontvangsttheorie?
Uit art. 3:37 lid 3 volgt dat het moment van ontvangst beslissend is voor het tijdstip waarop de verklaring haar werking krijgt en waarop de rechtshandeling tot stand komt. Uitzondering staat in lid 2.
Wanneer kan je een verklaring intrekken?
Een verklaring die nog niet is ontvangen, kan men intrekken door haar met een door een sneller communicatiemiddel overgebrachte verklaring in te halen: de verklaring houdende intrekking moet de wederpartij eerder dan of gelijktijdig met de ingetrokken verklaring bereiken (art. 3:37 lid 5)
Wanneer kan een aanbod worden herroepen?
In art. 6:219 staan de gronden genoemd. Het aanbod is wel al ontstaan, maar de ovk nog niet. Het aanbod kan ook niet worden herroepen als het aanbod is aanvaard of wanneer een verklaring inhoudende aanvaarding is verzonden.
Wat zijn de 3 elementen voor vertegenwoordiging (art. 3:60 lid 1)?
1) De vertegenwoordiger moet de bevoegdheid tot vertegenwoordiging hebben
2) De vertegenwoordiger moet handelen in de hoedanigheid van de vertegenwoordiger ofwel in naam van de principaal (zie Baby Joost)
3) De vertegenwoordiger moet rechtshandelingen mogen verrichten.
Wat is het gevolg v.d. handeling v.d. vertegenwoordiger (art. 3:66)?
De volmachtgever en de wederpartij worden gebonden, mits de gevolmachtigde handelt binnen de grenzen van zijn bevoegdheid.
Wat is volmacht?
Bij volmacht verleent de principaal de bevoegdheid tot vertegenwoordiging, voor het verrichten van een rechtshandeling, aan de vertegenwoordiger. Vertegenwoordiging heeft enkel betrekking op het verrichten van rechtshandelingen.
Wat is de definitie van (directe) vertegenwoordiging?
(directe) vertegenwoordiging is het verrichten van rechtshandelingen in naam van een ander, door iemand die daartoe de bevoegdheid heeft verkregen, met het gevolg dat de rechtsgevolgen niet voor de handelende (vertegenwoordiger/tussenpersoon), maar voor de ander (vertegenwoordigde/principaal) intreden.
Wat bepalen de schakelbepalingen van artt. 3:78 en 3:79?
Deze bepalingen verklaren de bepalingen van volmacht van overeenkomstige toepassing op de andere vormen van vertegenwoordiging (bv. buiten het vermogensrecht).
Wat volgt uit het Baby Joost arrest?
Het antwoord op de vraag of iemand bij het sluiten van een ovk in eigen naam is opgetreden dan wel in naam van een derde, hangt af van hetgeen hij en die ander daaromtrent jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden. Het enkele feit dat de ouders een belang hebben maakt hen nog geen partij.
Wat zijn de gevolgen als je een onbevoegde vertegenwoordiger bent?
Als een onbevoegde vertegenwoordiger optreedt, is er niet voldaan aan de eisen van volmacht i.d.z.v. art. 3:60. De ovk komt dan in principe niet tot stand (art. 3:66).