tt 1920 Flashcards

1
Q

Welke van de complementcomponenten activeert of welke activeren leukocyten?

A

c3a en c3b

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

verschil secretoir iga en serum iga

A

Secretoir IgA is een dimeer

Secretoir IgA bevat een secretoire component.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekent MHC restrictie?

A

selectieve antigeenherkenning in de context van eigen MHC door T-lymfocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem factoren in de vaatwand die essentieel zijn voor het bevorderen
van de plaquevorming

A
  • activatie van het endotheel / productie van cytokinen die het endotheel activeren
  • expressie van adhesiemoleculen door endotheelcellen
  • productie van chemokinen die immigratie van monocyten en T-lymfocyten bevorderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de meest voorkomende virale oorzaak van ernstige diarree bij kinderen
in Nederland?

A

rotavirus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom veroorzaken DNA-virussen veel vaker een latente infectie dan RNA-
virussen?

A

Omdat een DNA-virus meestal geïncorporeerd wordt in het genoom (DNA) van de gastheercel (2p) voor de replicatie van
het virus en daardoor vervolgens aanwezig blijft in die cellen (1p)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly