tt Flashcards
Model voor planmatige preventie:
- Epidemiologische analyse
- (Analyse van gedrags- en omgevings risicofactoren
- Analyse van determinanten van blootstelling aan risicofactoren
- Interventieontwikkeling
- Interventie implementatie
- (Evaluatie)
Voorwaarden voor gereguleerde concurrentie
- Goede risicoverevening
- Transparantie productclassificatie
- Voldoende contractvrijheid voor partijen
- Kwaliteitsindicatoren
- Consumenteninformatie
- Adequaat toezicht op kwaliteit
- Effectief mededingingsbeleid
4 stappen van Shared Decision Making (SDM)
- Informeren dat er een beslissing gemaakt moet worden
- Behandelopties en voor- en nadelen uitleggen
- Voorkeuren bespreken en ondersteunen van de patiënt
- Bespreken in hoeverre patiënt betrokken wil zijn, beslissing maken
4 elementen van SDM:
- De behandelmogelijkheden
- Persoonlijke waarden
- Persoonlijke voorkeuren voor een behandeling
- Voor- en nadelen van behandelingen
Pathways van kwaliteitsverbetering:
- Change pathway: zorgaanbieders identificeren onderdelen in de zorg waarin zij hun beleid kunnen verbeteren
- Selection pathway: transparantie, waardoor patiënten een zorgverlener kunnen kiezen
- Reputation pathway: zorgverleners zijn bang voor een slechte reputatie en willen daarom goede zorg leveren
Kwaliteitsindicatoren volgens Donabedian:
- Structuurmaten: aantal bedden, aanwezigheid van een stroke unit
- Procesmaten: binnen 1 uur gezien door arts, binnen twee weken voor OK
- Uitkomstmaten: sterfte, her-OK, QoL, complicaties
Verschillen in uitkomsten ontstaan door:
- Statistische onzekerheden (kleinere patiëntengroepen, grotere variatie)
- Case-mix (andere patiëntengroepen)
- Confounders
- Registratie bias
Nadelen van alleen kijken naar uitkomstmaten (ipv van procesmaten):
● Uitkomstindicatoren geven door alle beperkingen, nl. sterke invloed van case-mix en onzekerheid een invalide beeld van de kwaliteit van zorg in een zorginstelling
● Als uitkomsten slecht zijn is niet duidelijk welke zorgprocessen verbeterd moeten worden
● Als één zorgproces goed gaat en een ander zorgproces slecht dan is dat niet zichtbaar in de uitkomst (compenseert waardoor uitkomst normaal/goed is)
Maatstaven voor goed gezondheidszorgsysteem:
- Kwaliteit
- Kosten
- Haalbaarheid
- Efficiëntie
- Patiëntvriendelijkheid
- Aanvaardbaarheid
- Gelijkheid
Beredeneerd Gedrag Model:
- Gedrag wordt bepaald door intentie, wat wordt bepaald door:
- Attitude: mening en afweging voor- en nadelen
- Ervaren subjectieve norm: vinden anderen bepaald gedrag belangrijk en wat doen anderen zelf
- Waargenomen gedragscontrole: denk je dat je in staat bent gedrag te veranderen
ANGELO-model (voorbeeld obesogene factoren):
- fysiek: aanpassen kantines (micro), infrastructuur wandelen en fietsen (macro)
- economisch: kosten ongezond eten (micro), belasting ongezond eten (macro)
- politiek: opvoeding: (micro), reclames (politiek)
- sociaal cultureel: lokale normen (micro), gemeenschappelijke normen (macro)
Taken GGD/gezondheidszorg public health:
- collectieve en selectieve preventie
- toegang tot zorg bewaken en regie uitvoeren
- onderzoek doen/signaleren van ontwikkelingen binnen de gezondheid
- gezondheidsbescherming
- gezondheidsbeleid implementeren
- kwaliteitsborging (public health algemeen, niet specifiek GGD)
- innovatie (public health algemeen, niet specifiek GGD)
- infectieziektebestrijding (GGD)
- medische milieukunde (GGD)
- jeugdgezondheidszorg (GGD)
- ouderenzorg (GGD)
- geneeskundige hulp bij rampen en preventie hiervan (GHOR)
Aspecten om mee te nemen in besluitvorming:
- Effectiviteit: studies die effectiviteit aantonen?
- Doelmatigheid: kosteneffectiviteit aangetoond?
- Mogelijke negatieve gevolgen
- Mogelijke alternatieven
- Sociale haalbaarheid: is de bevolking bereid?
- Financiële haalbaarheid
Burn-out:
- Uitputting (extreem moe)
- Depersonalisatie (cynisme, verlies aan compassie, distantie)
- Gevoel van falen (verlies aan motivatie)
- Duur > 6 mnd
Informatie belangrijk voor het identificeren van cases:
- Aard van de klachten/symptomen
- Tijdstip van ontstaan van de klachten/symptomen
- Duur van de klachten/symptomen
- Risicofactoren expliciet noemen
- Achtergrondkenmerken/demografische gegevens/identificatiegegevens (o.a. leeftijd, geslacht, functie)
Onderzoeken:
● Acute effecten:
○ tijdserie: dagen met hoge blootstelling meer sterfte dan dagen met lage blootstelling
○ case-crossover: iedereen zijn eigen controle, je vergelijkt de blootstelling op dag van sterfte met die op de dagen er vooren erna
● Lange termijn effecten:
○ cohort studie: mensen met langdurige hogere blootstelling vergelijken met mensen met langdurig lagere blootstelling voor de sterfte in de follow-up
WHO age-friendly cities:
- gelijkheid
- inclusieve sociale omgeving
- toegankelijke fysieke omgeving/voorzieningen
Advies ZorgInstituut doelmatigheid:
- Drempelwaarde doelmatigheid hangt af van de ernst van de ziektelast
- Indeling in drie klassen:
o Ernstige ziekte: 80.000 euro per QALY
o Matig ernstige ziekte 50.000 euro per QALY
o Milde ziekte 20.000 euro per QALY
Praktijkvariatie is onwenselijk omdat:
- Praktijkvariatie wijst er op dat BEHANDELBESLISSINGEN zijn gebaseerd op VOORKEUREN VAN BEHANDELAARS.
- Praktijkvariatie wijst er op dat behandelkeuze NIET IS GEBASEERD OP RICHTLIJNEN, waardoor zowel ONDER- ALS OVERBEHANDELING ontstaat.
Hoogste sterfte NL vs wereldwijd
NL: dementie, longkanker, beroerte
wereld: cardio, maligne nieuwvormingen, infectie
Hoogste prevalentie en incidentie
prevalentie: nek/rug, artrose, diabetes
incidentie: onderste LWI, prive ongevallen, GI-infecties
hoogste DALY wereld
cardio
infectie
maligne nieuwvormingen
ondervoeding
ongevallen
Belangrijkste determinanten in vroegtijdige sterfte:
- Roken
- Ongezonde voeding
- Hoge bloeddruk
Oorzaken hoge ziektelast (veel DALY’s):
- hoge incidentie aantal sterfgevallen
- sterfte op relatief jonge leeftijd
- hoge prevalaentie van beperking en handicaps
- ernst van beperking en handicaps
Indicatoren meten volksgezondheid:
- ziekten & aandoeningen
- functioneren & QoL
- sterfte & doodsoorzaken
- levensverwachting & gezonde levensverwachting
Planmatige aanpak volksgezondheidsproblemen:
- absolute omvang/ernst: incidentie, prevalentie, sterfte, ziektelast
- relatieve omvang/ernst: trends, internationale positie, positie tov andere ziekten
- effectiviteit van beschikbare maatregelen
- doelmatigheid maatregelen (efficiency, kosteneffectiviteit)
- mogelijke negatieve gevolgen, sociale haalbaarheid, financiële haalbaarheid
- effectiviteit/doelmatigheid van alternatieven
Fases epidemiologische transitie:
- tijdperk van hongersnood en epidemieën
- tijdperk van afnemende pandemieën
- tijdperk van degeneratieve en door de mens veroorzaakte aandoeningen
- tijdperk van ‘ delayed degenerative disease’
- tijdperk van ‘ emerging’ en ‘re-emerging’ infecties (door antibiotica resistentie)
Oorzaken medicijntekorten:
- beperkte voorraad fabrikanten
- preferentiebeleid zorgverzekeraars
- hoge medicijnprijzen
- lage geneesmiddelenconsumptie
Diagnostische middelen bedrijfsarts:
- Anamnese
- 4DKL vragenlijst
- Informatie van de leidinggevende
- Informatie over de werkomstandigheden
Om te bepalen of er werkelijk sprake is van een uitbraak dienen de volgende twee stappen te worden doorlopen:
- Vergelijk het waargenomen aantal ziektegevallen met het verwachte aantal voor die specifieke periode (tijd) en locatie(plaats) gebruikmakend van informatie uit verschillende bronnen;
- Zelfs als het huidige waargenomen aantal het verwachte aantal overschrijdt, dient men na te gaan of er veranderingen zijn (geweest) in:
● aangifteprocedures, ander systeem van (ziekhuis)registratie
● verandering in casusdefinitie, dus ziektegevallen worden anders gedefinieerd
● gestegen interesse (‘awareness’) in de ziekte door bij professionals/publiek door media-aandacht
● door nieuwe (en betere) diagnostische methoden
Aanvragen hulp bij de gemeente
- aanvraag bij online, telefonisch of fysiek loket, kan evt ook via huisarts bij wijkteam
- inventarisatie middels keukentafelgesprek
- besluit: individuele indicatiestelling voor specifieke voorzieningen
Voorwaarden screening:
T.a.v. ziekte:
- BELANGRIJK gezondheidsprobleem
- natuurlijk beloop ziekte is BEKEND
- er bestaat een algemeen AANVAARDBARE BEHANDELWIJZE
- er is een HERKENBARE presymptomatische fase
- VOORZIENINGEN voor het stellen van de diagnose en behandeling zijn aanwezig
T.a.v. screening:
- de gebruikte methode is EFFECTIEF
- de procedure is ACCEPTABEL voor de te screenen populatie
- het is duidelijk WIE behandeld moeten worden
- VOORDELEN screening > nadelen screening
- netto voordelen moeten opwegen tegen de KOSTEN (kostenefficiëntie)
- de aangeboden voorziening is STRUCTUREEL
Meldingsplichtige ziekten:
- Groep A: MERS, pokken, polio, SARS, virale hemorragische koorts
- melden bij verdenking, binnen 24u
- verplichte isolatie, onderzoek, quarantaine, verbod op beroepsuitoefening
- Groep B1: humane infectie dierlijk influenzavirus, difterie, pest, rabiës, TBC
- dierlijk, influenza, difterie en rabiës binnen 24u melden
- pest en TBC binnen 1 werkdag melden
- gedwongen isolatie, onderzoek, verbod op beroepsuitoefening
- Groep B2
- tyfus, cholera, hepatitis, kinkhoest, mazelen, etc.
- melden binnen 1 werkdag
- verbod op beroepsuitoefening
- Groep C
- dwingende maatregelen kunnen niet opgelegd worden
- meestal wel tijdelijk staken beroepsuitoefening iom bedrijfsarts
Geoffrey Rose, hoog-risico benadering
- Pro: geschikte behandeling aanbieden aan het individu → gemotiveerde individu + artsen + mogelijk kosten efficiënt
- Con: Lastig individuen opsporen + geen aanpak van de onderliggende oorzaak
Geoffrey Rose, populatie benadering
- Pro: risicofactoren aanpakken in de omgeving, toekomstige nieuwe gevallen voorkomen, combinatie van gezondheidsbescherming en streven naar gezonder gedrag
- Con: kleine gezondheidswinst voor de individu → verminderde motivatie bij het individu en artsen
Paradigma van rose:
- als het risico op ziekte gradueel stijgt met toegenomen blootstelling EN
- lage niveaus van blootstelling veel voorkomen in de bevolking DAN
- zullen personen met een klein risico bijdragen aan de ziektelast EN DAN
- ligt populatiebenadering meer voor de hand dan hoog-risico benadering.
soorten preventie
Primaire preventie: bij gezonde personen
Secundaire preventie: opsporen pre-/asymptomatisch stadium van ziekte
Tertiaire preventie: voorkomen van complicaties en ziekteverergring bij patiënten met een vastgestelde ziekte aandoening
Minimale Interventie Strategie:
- motivatieniveau vaststellen (gedacht over veranderen? op korte termijn veranderen?)
- motivatie verhogen
- barrières inventariseren en bespreken
- startdatum verandering vaststellen
- hulpmiddelen
- follow-up en nazorg
formules Sens en Spec enzo
Sensitiviteit = true positive / (true positive + false negative)
Specificiteit = true negative / (true negative + false positive)
PPV = true positive / (true positive + false positive)
NPV = true negative / (true negative + false negative)
Attack rate: exposed en daarbij ziek / totaal exposed