Triviale Namen Van Anorganische Stoffen Flashcards
1
Q
H2O
A
Water
2
Q
H2O2
A
Zuurstofwater
3
Q
CO2
A
Koolzuurgas ( zie gasvorming )
4
Q
CaO
A
Ongebluste kalk
5
Q
SiO2
A
Kwarts / bergkristal
6
Q
Fe2O3 x H2O
A
Roest
7
Q
Al2O3
A
Aluinaarde
8
Q
(SO2)
A
Bewaarmiddel ( E220 )
9
Q
NaOH
A
Bijtende soda
10
Q
NH4OH
A
Ammonium-oplossing
11
Q
Ca(OH)2
A
Gebluste kalk
12
Q
HCl
A
Zoutzuur / maagzuur
13
Q
HClo3
A
Chloorzuur
14
Q
HBrO3
A
Broomzuur
15
Q
HIO3
A
Joodzuur
16
Q
HNO3
A
Salpeterzuur
17
Q
H2CO3
A
Koolzuur
18
Q
H2SO4
A
Zwavelzuur
19
Q
H3PO4
A
Fosforzuur
20
Q
H4SiO4
A
Kiezelzuur
21
Q
NaCl
A
Keukenzout
22
Q
NaHCO3
A
Maagzout
23
Q
NH4HCO3
A
Ammoniumbicarbonaat
24
Q
(NH4)2CO3
A
Vlugzout
25
Q
Mg(HCO3)2
A
Maagzout
26
Q
MgSO4
A
Engels zout
27
Q
CaCO3
A
Kalksteen
28
Q
Na2CO3
A
Soda
29
Q
K2CO3
A
Potas
30
Q
CaSo4 x (2H2O)
A
Gips
31
Q
CuSO4
A
Wit kopersulfaat
32
Q
CuSO4 x 5H2O
A
Blauw kopersulfaat
33
Q
BaSO4
A
Bariet