Trede 12 Woordjes Flashcards
1
Q
het lichaam
A
der Körper
2
Q
verzorgd
A
gepflegt
3
Q
Mooi
A
schön
4
Q
Leuk om te zien
A
hübsch
5
Q
lelijk
A
hässlich
6
Q
tevreden
A
zufrieden
7
Q
het oog
A
das Auge
8
Q
het figuur
A
die Gestalt, die Figur
9
Q
sterk
A
stark, kräftig
10
Q
verdrietig
A
traurig
11
Q
blij
A
froh
12
Q
teleurgesteld
A
enttäuscht
13
Q
enthousiast
A
begeistert
14
Q
jaloers
A
eifersüchtig
15
Q
gelukkig
A
glücklig
16
Q
dom, stom
A
blöd
17
Q
Ik voel me rot.
A
Ich fühle mich miserabel.
18
Q
Met mij gaat het goed.
A
Mir geht es gut.
19
Q
vol begrip
A
verständnisvoll
20
Q
aardig
A
nett
21
Q
nerveus zijn
A
genervt sein
22
Q
huilen
A
weinen
23
Q
die Sehnsucht
A
het verlangen
24
Q
brauchen
A
nodig hebben
25
Q
eine Karte verschicken
A
een kaart versturen