Trajet 1 Flashcards
De hobby’s, de vrijetijdsbestedingen
Les loisirs
De deelnemer, de deelneemster
Le participant, la participante
De hobby, het tijdsverdrijf
Le passe-temps
Toegankelijk
Accessible
Bereiken
Atteindre
Toegang hebben tot
Avoir accès â
Zin hebben in
Avoir envie de
Aanmoedigen
Encourager
Verslaafd zijn aan, bezeten zijn van
Être Accro à
Zich vermaken, zich ontspannen
Se distraire
Trainen, oefenen
S’entraîner
Rondhangen
Traîner
De vechtsporten
Les arts martiaux
De kano
Le canoë
De (berg)beklimmer
L’escaladeur
De sportzaal
La gymnase
De vogelkunde / de ornithologie
L’ornithologie
Het pretpark
Le parc d’attractions
Het bungeejumpen
Le saut à l’élastique
Het Parachute springen
Le saut en parachute
Koken
Cuisiner
Zijn tent opzetten
Dresser sa tente
Beklimmen
Escalader
Wandelen
Faire de la marche
Kanoën
Faire du canoë