Traject 4 voc généralités Flashcards
1
Q
De knutselaar
A
Le bricoleur
2
Q
De energie
A
L’énergie
3
Q
De werking
A
Le fonctionnement
4
Q
De uitvinder, de uitvindster
A
L’inventeur, l’inventrice
5
Q
De uitvinding
A
L’invention
6
Q
Het voorwerp
A
L’objet
7
Q
Het product
A
Le produit
8
Q
Aanspassen
A
Adapter
9
Q
Het systeem
A
Le système
10
Q
Knutselen
A
Bricoler
11
Q
Ontwikkelen
A
Développer
12
Q
Gebruiken
A
Employer
13
Q
Uitvinden
A
Inventer
14
Q
Dienen tot
A
Servir à
15
Q
Veranderen
A
Changer