Tot P 21 Flashcards

1
Q

Wat betekent het dat de aarde een dynamische planeet is?

A

De aarde beweegt binnen het zonnestelsel en er vinden voortdurend energie- en materiestromen plaats tussen de geosfeer, hydrosfeer, atmosfeer en biosfeer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de geosfeer?

A

De geosfeer is het deel van de aarde dat continu in verandering is, wat leidt tot een steeds opnieuw gevormd aardoppervlak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie was Abraham Ortelius?

A

Een Vlaamse cartograaf die in de 16e eeuw de gelijkenis tussen de kustlijnen van Afrika en Zuid-Amerika opmerkte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de theorie van continentendrift?

A

De theorie die stelt dat alle huidige continenten ooit deel uitmaakten van één supercontinent, genaamd Pangea, en later uit elkaar zijn gedreven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de argumenten van Wegener voor de continentendrift?

A
  1. Morfologisch: continenten passen als puzzelstukjes in elkaar. 2. Paleontologisch: fossielen van dezelfde organismen aan beide zijden van de oceaan. 3. Geologisch: overeenkomsten in gesteentelagen. 4. Paleoklimatologisch: sporen van oude ijskap op zuidelijke continenten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom werd Wegener’s theorie aanvankelijk afgewezen?

A

Omdat hij geen mechanisme kon verklaren voor de beweging van de continenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat ontdekte men halverwege de 20e eeuw over platentektoniek?

A

Men ontdekte dat platen bewegen door krachten in de aarde, wat leidde tot de aanvaarding van Wegener’s ideeën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar concentreren recente aardbevingen en vulkanen zich?

A

Langs bepaalde lijnen op de aardkorst, vaak overeenkomend met de grenzen van tektonische platen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn lithosfeerplaten?

A

De lithosfeer is onderverdeeld in verschillende platen die zich ten opzichte van elkaar kunnen bewegen, bestaande uit oceanische en continentale korst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat veroorzaakt de beweging van lithosfeerplaten?

A

Warmte uit het binnenste van de aarde die heet materiaal uit de mantel laat opstijgen, wat leidt tot het ontstaan van hotspots en rifzones.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de drie soorten plaatbewegingen?

A
  1. Divergerende randen: platen bewegen uit elkaar. 2. Convergerende randen: platen bewegen naar elkaar toe. 3. Transforme randen: platen schuiven langs elkaar.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de rol van zwaartekracht in plaatbewegingen?

A

Zwaartekracht speelt een belangrijke rol door subductiekrachten en rugduwkracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn hotspots?

A

Plaatsen waar heet materiaal uit de mantel opstijgt en nieuwe oceaanbasins kan creëren, zoals in de Riftvallei van Oost-Afrika.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurt er bij convergerende platenranden?

A

Platen botsen en kunnen leiden tot subductie, wat diepe troggen en vulkanische kustgebergtes veroorzaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de gevolgen van platentektoniek?

A
  1. Reliëfvorming: ontstaan van gebergtes en breuken. 2. Aardbevingen: ontstaan langs breuklijnen. 3. Vulkanisme: vulkanische activiteit bij divergerende en convergerende plaatgrenzen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het hypocentrum van een aardbeving?

A

De plaats in de lithosfeer waar de aardbeving begint.

17
Q

Wat is het epicentrum van een aardbeving?

A

Het punt aan het oppervlak direct boven het hypocentrum.

18
Q

Wat is de continentencyclus?

A

Het proces waarbij continenten voortdurend van plaats veranderen, nieuwe oceanen ontstaan en gebergtes gevormd worden, met cyclische bewegingen.