Toetsweek HS 1+2+3 Flashcards

1
Q

Kleinere deeltjes van stoffen heten?

A

moleculen of atomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

onder stoffen worden … en … verstaan.

A

zuivere stoffen en mengsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

zuivere stoffen aan stofeigenschappen. Dit zijn:

A

fase / geur/ kleur/ oplosbaarheid/ kookpunt + smeltpunt/ elektrische geleidbaarheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verschillende fasen van zuivere stof

A

vast / vloeibaar / gasvormig / opgelost in water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

zuivere stoffen waarvan de moleculen zijn opgebouwd uit één soort atomen, zijn?

A

niet-ontleedbare stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

er zijn … niet ontleedbare stoffen altijd … moleculen

A

7 ——– twee atomige

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de 7 niet ontleedbare twee atomige moleculen zijn?

A

waterstof (H2) / Stikstof (N2) / zuurstof (O2) / Fluor (F2) / Chloor (Cl2) / Broom (Br2) / Jood I2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ontleedbare stoffen worden ook wel … genoemd

A

verbindingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

atoomsoorten worden ook wel … genoemd

A

elementen (onderverdeeld in metalen en niet-metalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly