Toetsweek 2 Flashcards

1
Q

Oorzaken ontstaan landbouw-stedelijke samenleving (na 11e eeuw)

A
  • Einde invasies en plundertochten van Vikingen en andere invallers, hierdoor werd het veiliger om handel te drijven.
  • Handelaren vestigde zich op een gunstige plek, ambachtslieden gaan hierbij wonen.
  • Grote trek naar de stad.
  • Verdubbeling Europese bevolking.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vernieuwing in handel (steden en staten, tijdvak 4)

A
  • Munten werden weer het belangrijkste betaalmiddel.
  • Compagnieën werden opgericht.
  • Wisselbrieven: Brief waarmee handelaren konden betalen aan andere handelaren
  • Banken ontstonden
  • Rente ontstond (vergoeding voor het lenen van geld)
  • Giro: Betalingssysteem waarbij geld via een bank wordt overgemaakt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Handel en nijverheid

hanzen , tol

A

Er was geen centrale overheid die nieuwe wegen lieten bouwen. Daarom hieven Steden, edelen en vorsten bij bruggen, op wegen en bij haven tol.

Voor gezamenlijke belangen werden hanzen (=verenigingen) opgericht. (bijv. lakenindustrie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ontstaan steden _ voordelen koning

A
  1. Eed afleggen en privilleges vragen bij heer.
  2. Stadsrechten vragen bij graaf, hertog of koning
  • Voordelen voor koning: Invloed op stedelijke rechtbank via schout of baljuw (vertegenwoordiger van de vorst voorzitter van de rechtbank)
  • Steun tegen machtige edelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de raad van schepenen

A

leiding dagelijks bestuur vanaf de 13e eeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vroedschap

A

Het stadsbestuur werd geadviseerd en gecontroleerd door een raad van tientallen burgers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Schutterij, gilde

A

Iedere stad had een schutterij: vrijwillige burgerwacht zorgde voor veiligheid in de stad.

-beroepsvereniging: Gilde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Soevereiniteit

A

Het hoogste gezag hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Centralisatie

A

Er wordt bestuurd vanuit één punt of door een centraal orgaan/persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Duitsland (geen centralisatie)

A

In Duitsland (Heilig Roomse rijk) was er geen centralisatie omdat:

  • De koning liet zich ook tot keizer kronen in Rome en was daarvoor vaker in Italië om oorlog te voeren dan in Duitsland
  • Het koningschap was niet erfelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Engeland (vroege centralisatie)

A

-1066 Slag bij Hastings (Willem de veroveraar wordt koning van Engeland.
+Leent land uit aan Nomadische Edelen, maar hield ze goed in de gaten
+Sheriffs inden belasting en spraken recht

-1215: De Magna Carta
+Edelen dwingen koning om dit verdrag te tekenen
+Vrijheid van Edelen en geestelijkheid is hierin vastgelegd. Net als de regels waar de koning zich aan moet houden (bijvoorbeeld toestemming vragen voor belastingverhoging)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Centralisatie de Nederlanden

A

In Nederland, België en luxemburg lagen hertogdommen, graafschappen en bisdommen met bisschoppen als wereldlijke heersers. De meeste van deze gewesten hoorden bij het Duitse rijk.
Omstreeks 1430 kwamen de meeste Nederlanden (Lage Landen) onder één vorst.: Filips de Goede, de hertog van Bourgondië. Hij was in alle gewesten apart hertog, maar stelde ook een centraal bestuur in met een centraal gerechtshof.

In 1464 riep Filips de Nederlandse Staten-Generaal bijeen om met alle gewesten samen afspraken over belastingen te maken. Maar de Bourgondische centralisatiepolitiek duurde niet lang. Filips’ zoon en opvolger Karel de Stoute stierf in 1477. Karel’s dochter trouwde met Maximiliaan van Habsburg, hierdoor kwamen de Nederlanden onder de Habsburgse dynastie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Tweezwaardenleer

A

Volgens de tweezwaardenleer waren er twee machten, de wereldlijke en de geestelijke macht. Maar in de praktijk hadden niet-geestelijken veel invloed in de kerk. De duitse keizer had zelf de benoeming van de Duitse bisschoppen in handen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hervormingsbeweging

A

om de macht van leken tegen te gaan.

Leek= niet geestelijke, kardinaal = geestelijke met stemrecht bij pausverkiezing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Inquisitie

A

De kerkelijke rechtbank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kruistochten

A

In 1095 riep Urbanus ll op tot een heilige oorlog tegen de moslims. Tienduizenden kruisvaarders gingen op weg naar het heilige land.

De kruisvaarders hielden Jeruzalem bijna een eeuw in handen, tot de stad in 1187 werd veroverd door de Koerdische generaal Saladin. De paus riep op tot een nieuwe kruistocht. Dit werd echter geen succes.

17
Q

Oorzaken kruistochten

A
  • Geloof in de ideologie van de heilige oorlog
  • Pauselijke propaganda die de islam afschildert als een valse godsdienst
  • Redding van de eigen ziel van de ridder. Ze leven immers van geweld, terwijl dit eigenlijk niet mag van het geloof. Nu konden ze toch iets goed doen met geweld.

-De paus kon zich in de strijd met d
e Duitse keizer als leider van de christelijke wereld presenteren.

-Verzoek om hulp van de Byzantijnse keizer die zich bedreigd voelde door de expansie van de Turken.

18
Q

Aflaat

A

een kwijtschelding van zonden, zodat je direct in de hemel komt

19
Q

Kruistochten staan niet op zichzelf

A
  • Omstreeks 1000 wordt door christelijke koningen de noordelijke helft van het iberisch schiereiland terugveroverd op islamitische vorsten. DIt is het begin van de Reconquista.
  • In 1071 werd het eiland Sicilië veroverd op de Arabieren door de Normandiërs.
  • Italiaanse handelaren namen kruisvaarders mee op hun schepen in ruil voor handelsprivileges in de kruisvaarderstaten.
20
Q

Tijdvak 5 (1500 tot 1600)

A

Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.

  • De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid.
  • Het begin van de Europese overzeese expansie
  • De protestantse Reformatie die splitsing van de Christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.

-Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.

21
Q

Van momento mori naar carpe diem

A

De Italiaanse stedelijke elites kregen een nieuw Mens- en wereldbeeld. In de middeleeuwen werd de mens gezien als slecht en zondig. Hij moest zich richten op God en het hiernamaal.
Ook Italiaanse kunstenaars en hun opdrachtgevers in de 15e en 16e eeuw zagen de wereld als Gods schepping, maar zij genoten van de schoonheid ervan. Ze geloofden dat de mens Gods schepping moest vervolmaken.

22
Q

Wedergeboorte

A

De italiaanse kunstenaars bestudeerde het klassieke erfgoed (nalatenschap Grieks-Romeinse cultuur). Ze probeerden de klassieke kunst te evenaren en overtreffen. Daarom noemden ze hun tijd de renaissance.

Vroegmoderne tijd: 1500 tot 1800

Geleerden gingen eveneens de oudheid bestuderen. Ze noemden zichzelf humanisten, waarmee ze bedoelden dat ze de vrijheid en waardigheid van de mens belangrijk vonden.

23
Q

Europese expansie Portugesen

A

Gaan vanaf 1415 opzoek via de Afrikaanse westkust op zoek naar goud

-Daarna op zoek naar Indië. Hier komt al eeuwen kostbare koopwaar vandaan, via Arabische kunsthandelaren.

1498: Vasco da Garna vaart langs Kaap de Goede hoop en ontdekt de zeeroute naar Indië.
1500: Amerigo Vespucci ontdekt dat West-Indië een nieuw continent is. Vanaf nu spreken we van de Nieuwe Wereld.

24
Q

Europese expansie Spanjaarden

A

Veroveren de Canarische eilanden. Sturen Columbus vanuit hier in 1492 in westelijke richting om en snellere route naar Indië te ontdekken. Komt uiteindelijk in het tot dan toe onbekende Amerika.

25
Q

Europese Expansie Portugezen oost vs west

A

Oost: De portugezen hadden niet het doel om grote gebieden te veroveren. Daarentegen bouwden ze factorijen (handelsposten)

West: In het westen koloniseerden de Portugezen juist gebieden. Hier werden plantages gesticht (Landbouwbedrijven). Met gemakt werden inheemse bevolking verslagen. Dit kwam omdat ze vaak nog als jager-verzamelaars leefden. Enkele waren uitgegroeid tot landbouwstedelijke samenlevingen.

26
Q

Kritiek op de katholieke kerk

A
  • Celibaat (ongetrouwd zijn) werd niet nageleefd
  • Geestelijkheid leidde een luxe leven
  • Kerktaal Latijn in plaats van volkstaal
  • verkoop aflaten (kwijtschelding zonden)
  • Heiligenverering
27
Q

Hervormers

A

Erasmus: Veel van wat de kerk leerde had met het oorspronkelijke christendom niets te maken.

Luther: Er deugde niets van de kerkleer.

De kerk leerde dat de mens in de hemel kon komen als hij goed leefde en gehoorzaamde aan de kerk. Geestelijken konden voor de leken bemiddelen bij God. Maar volgens Luther kon alleen oprecht geloof een zondig mens redden.

Calvijn: Strenger dan Luther: Mensen zijn van nature slecht. God bepaalde welke mensen naar de hemel gingen. De overheid moet handelen in overeenstemming met de Bijbel.

28
Q

Verschillen en overeenkomsten hervormers

A

Overeenkomsten:

  • Bijbel centraal: tegen beeldenverering en aflatenverkoop.
  • Voor afsplitsing katholieke kerk.

Verschillen:
Volgens Calvijn mocht je in opstand komen tegen de vorst, volgens Luther niet.
-Luther: geloof brengt genade, Calvijn: genade in de handen van God.

29
Q

Angst onder de steden en gewesten voor manier van besturen van Karel V vanwege:

A
  • vervolging protestanten
  • Groeiende macht landsheer is bedreiging voor privileges

-Kritiek zet onder bewind van filips ll voort. Filips ll gaat namelijk verder met centralisatie en straft protestanten nog harder.

30
Q

NL’se opstand - aanloop

A

1559 Filips ll vertrekt richting Madrid. Margaretha van Parma wordt landvoogdes
1566 Margaretha van Parma besluit nav het Smeekschrift om de vervolgingen te matigen
1566 Eerste hagenpreken als gevolg van handelen Margaretha.
1566 Beeldenstorm
1566 De hertog van Alva wordt naar de Nederlanden gestuurd
1566 ongeveer 50,000 Nederlanders vluchten
1568 Willem van Oranje keert terug met een leger. De opstond of tachtigjarige oorlog begint.

31
Q

NL’se opstand einde

A

1579: Oprichting Unie van utrecht,
1581: Plakkaat van Verlatinge- zoektocht naar nieuwe landsheer.
1584: Moord op willem van Oranje.
1585: Nieuwe landvoogd Parma neemt Antwerpen en andere steden in.
1588: Verlies van de Armanda tegen Engeland.
1588: Vorming Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
1648: Vrede van munster.