Toets H4 Flashcards

1
Q

Belangrijkste bestanddelen van lucht in %

A

78% stikstof 21% zuurstof 0,03% koolstofdioxide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Belang van 3 bestanddelen

A

Stikstof : niet nodig om te overleven wordt gebruikt om voedingsmiddelen zoals koekjes chips te verpakken dan langer houdbaar
Zuurstof: mensen en dieren hebben dit nodig om te overleven
Koolstofdioxide: planten hebben dit nodig om te groeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat heb je nodig voor verbranding

A

Aardgas en zuurstof zonder zuurstof kan een brander bijvoorbeeld niet branden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat onstaat na verbranding

A

Aardgas en zuurstof verdwijnen inplaats komen hete verbrandingsgassen: koolstofdioxide en waterdamp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe toon je verbrandingsgassen aan

A

Waterdamp: houd een bekerglas met koud water boven de glasvlam glas beslaat en waterdamp condenseert
Koolstofdioxide: gebruik kalkwater kalkwater is doorzichtig maar door koolstofdioxide door kalkwater te laten bubbelen wordt het troebel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waardoor wordt luchtdruk veroorzaakt

A

Luchtdruk wordt veroorzaakt door de lucht die druk uitoefent op alles dat zich op aarde bevind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe werkt een barometer

A

In een barometer zit een metalen doosje de lucht is er bijna allemaal uitgepompt is de luchtdruk groot wordt het doosje naar beneden gedrukt en gaat de wijzerplaat naar links
Luchtdruk klein bovenkant van het doosje naar boven wijzerplaat naar rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Eenheid van druk en luchtdruk in het weerbericht

A

De eenheid van lucht is Pascal (pa)

De eenheid van luchtdruk wordt in het weerbericht aangegeven met hectopascal (hPa)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verband tussen hoge en lage druk

A

Op zeeniveau wordt de luchtdruk bijna nooit lager dan 950hpa of hoger dan 1013pa luchtdruk neemt af met de hoogte omdat de lucht boven je steeds kleiner wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoge en lage druk gebieden

A

Als de druk hoger is in een gebied dan er buiten is het een hogedruk gebied is de druk lager in een gebied dan er buiten is het een lagedrukgebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Windrichting windsnelheid en windkracht

A

Windrichting: richting waar de vind naar toe waait wordt aangegeven met een windvaan
Windsnelheid: de snelheid van de bewegende lucht wordt gemeten met windsnelheids meter
Windkracht: windsnelheid in de schaal van beaufort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe ontstaat wind

A

Wind ontstaat door de druk verschillen in de atmosfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom is wind afkoelend

A

Wind blaast het isolerende laagje rond je lichaam weg hierdoor kan de koude lucht vlakbij je lichaam komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom is lucht isolerend

A

Lucht vormt een isolerend laagje tussen je warme lichaam en de koude buitenlucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verband tussen temperatuur en waterdamp in de lucht

A

Als de temperatuur hoog is is er meer water in de lucht warme lucht neemt makkelijker water mee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het dauwpunt

A

De temperatuur waarop waterdamp in de lucht gaat condenseren

17
Q

Mooiweer Wolken en hagel buien ontstaan

A

Mooiweer wolken: als de lucht in de atmosfeer relatief warm is gaat een bel met warme lucht langzaam omhoog en bereikt geen groote hoogte
Buienwolken: als de lucht in de atmosfeer relatief koud is kunnen bellen met warme lucht een groote hoogte bereiken
Hagel: waterdruppels vriezen vast aan ijsdeeltjes alleen in wolken met krachtige opwaartse luchtstromen