Toets Frans H1 Flashcards
1
Q
Ik heb honger
A
J’ ai faim
2
Q
Je wilt
A
Tu veux
3
Q
De afspraak
A
Le rendez-vous
4
Q
Vanavond
A
Cesoir
5
Q
Het kind
A
L’enfant m/v
6
Q
Helpen
A
Aider
7
Q
Praten
A
Parler
8
Q
Na, daarna
A
Après
9
Q
Hoeveel
A
Combien
10
Q
Eet smakelijk
A
Bon appetit
11
Q
Houd je van cola?
A
Tu aimes le coca?
12
Q
Dat is een hartige taart
A
L’est une quiche
13
Q
De pizza
A
La pizza
14
Q
Ja ik ben dol op cola
A
Oui j’adore le coca
15
Q
Een cola en een pannenkoek alstublieft
A
Un coca et une crêpe s’il vous plait
16
Q
Alstublieft ( als je iets geeft)
A
Voila
17
Q
De cola
A
Le coca
18
Q
De thee
A
Le thé
19
Q
Met
A
Avec
20
Q
Le repas
A
De maaltijd
21
Q
Le crêpe
A
De pannenkoek
22
Q
Au revoir
A
Tot ziens
23
Q
Aussi
A
Ook
24
Q
Le beurre
A
De boter
25
De ui
L’ognon m
26
Ik wil graag een stokbrood
Je voudrais une baguette
27
Nu
Maintenart
28
Heeft u twee croissants
Vous avec deux croissant
29
Ja, alstublieft
Oui voila
30
Dat kost drie euro vijftig
Ça coute tros euro's cinquante
31
Beroemd
Célèbre
32
Belangrijk
Important(e)
33
Aimer
Houden van
34
Ik neem
Je prends
35
En
Et
36
Wat
Quoi
37
Maar
Mais
38
Wat is dat?
C'est quoi?
39
De kaas
Le fromage
40
La baguette
Het stokbrood
41
Het chocolade broodje
Le pain au chocolat
42
De croissant
Le croissant
43
La magasin
De winkel
44
Marcher
Lopen
45
Dol zijn op
Adorer
46
Vragen
Demander
47
De tomaat
La tomate
48
Kijken (naar)
Regarder
49
Lekker
Bon, bonne
50
In
Dans
51
Een hekel hebben aan
Détester
52
Het probleem
Le probléme
53
Alstublieft
Voila
54
Mogelijk
Possible
55
Oke
D'accord
56
De super markt
Le super marche
57
Eten
Manger
58
Hoeveel kost het?
Ça coute combien
59
Het brood
Le pain
60
De kaart alstublieft
La carte s'il vous plait
61
De chocolade
Le chocolat
62
Bedankt
Merci
63
Altijd
Tovjours
64
Ik begrijp het niet
Je ne comprends pas
65
Zoeken
Chercher
66
Gek op
Fon, fonne de
67
Blijven
Rester
68
Kopen
Acheter
69
Het kledingstuk
Le vêtement
70
Het ei
L'œuf m
71
Voorbereiden, maken
Préparer
72
Ik heb nodig
J'ai besoin de
73
Liever hebben
Préferer
74
Het vlees
La viande
75
De groente
Le légume
76
Binnenkomen
Entrer
77
Het geld
L'urgent
78
Vinden
Trouver
79
De bakkerij
La boulangerie
80
Morgen
Demain
81
Veel
Beaucoup
