Theorie Flashcards

1
Q

Heraclitus

A

Tegengestelden
Alles vloeit, niets is blijvend

*Natuurfilosoof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Parmenides

A

Het zijnde

*Natuurfilosoof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Socrates

A

Dialoog
Rechtvaardigheid
Moreel handelen is gebaseerd op inzicht

*Realisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Plato

A

Ziel vs inzichtelijke
Staatsorde
Kennis
Ideeënwereld
Geen vertrouwen in zintuigen
Het Goede
Anamnese/maieutiek/leren sterven

*Realisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Aristoteles

A

Empirie
Categorieën
4 oorzaken
Doelgerichtheid
Hylemorfisme
Act & potentie
Entelechie
Ethiek
Het goddelijke

*Realisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zeno van Citium

A

Vroege Stoa
- rede
- apatheia

*Stoïcisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Seneca, Epictetus & Marcus Aurelius

A

Latere Stoa
- indifferentia
- kosmopolisme

*Stoïcisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Epicurus

A

Verlangens

*Epicurisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Plotinus

A

Emanatie vanuit het Ene Goede
Philosophia Christiana

*Neoplatonisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Augustinus van Hippo

A

Scheppingsidee
Illuminatie
Philosophia Christiana

*Realisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Thomas Van Aquino

A

Geest verlicht zichzelf
De universalia
Essentie vs existentie
Facultas vs usus
Deugden

*Realisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Willem van Ockham

A

Almachtige god
Vertrouwen op zintuigen
Theologie vs wetenschap

*Nominalisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Francis Bacon

A

Observatie, hypothese, verificatie
Mathematische wetten

*Nieuwe wetenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

René Descartes

A

Analytische meetkunde
Analyse vs synthese
Mathesis universalis
Twijfel
3 zekerheden
Dualisme

*Rationalisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

John Locke

A

Geen aangeboren ideeën
Simple ideas -> complex idea
Qualities

*Empirisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

David Hume

A

3 problematische grondintuïties

*Empirisme

17
Q

Immanuel Kant

A

Verlichting/Aufklärung
A priori vs a posteriori, analytisch vs synthetisch
Transcendentaal standpunt
Analyse kenproces: 3 fasen
Theoretisch agnosticisme
-> transcendentale schijn

*Kritisch idealisme

18
Q

Hegel

A

Kenbaarheid
Het verstandsdenken
Dialectiek
Ontwikkeling Geest

*Absoluut idealisme

19
Q

Marx

A

Vervreemding (zelf)
Bovenbouw vs onderbouw
Klassenstrijd

*Historisch materialisme

20
Q

Nietzsche

A

Egypticisme
Hinterweltler
Decadentie cultuur
Uebermenschen

*Nihilisme

21
Q

Husserl

A

Einstellung
Intentionaliteit
Horizonten

*Fenomenologie

22
Q

Heidegger

A

Dasein
Existentialen
Tijdelijkheid
Angst & de dood
Zijn & tijd
Voor-structuren

*Existentiële fenomenologie

23
Q

Sartre

A

Pour soi & en soi

*Existentialisme

24
Q

Derrida

A

Het schrift
La dissémination
Différance
Deconstructie

*Deconstructivisme

25
Q

Kreis

A

Niet zinvol -> geen nut
Verifiatiebeginsel vs confirmeerbaarheidseis

*Neopositivisme

26
Q

Popper

A

Falsificatiebeginsel
Trial & error
Hypothetisch-deductief
Evolutieproces is uniek

*Wetenschapsfilosofie

27
Q

Kuhn

A

Paradigmaleer
Vooruitgang -> opeenvolging

*Wetenschapsfilosofie

28
Q

Foucault

A

Epistèmèleer
Vooruitgang -> verwisselende perspectieven
Gelijkenis -> voorstelling

*Post-structuralisme

29
Q

Sigmund Freud

A

Seksuele drift vs zelfbehoudsdrift
Lustprincipe vs realiteitsprincipe
Es, Ich & Ueber-ich
Normalisering
Seksualiteit

*Psychoanalyse

30
Q

Jacques Lacan

A

L’Autre
Na-praten
Het onbewuste

*Psychoanalyse

31
Q

Oswald Spengler

A

Comparatieve benadering
Basispatroon dat zich herhaalt

*Hermeneutiek I

32
Q

Carnap

A

Fysicalisme
Natuurkundige taal

*Hermeneutiek I

33
Q

Schleiermacher

A

Grammaticale vs psychologische interpretatie
Tekst beter kennen dan auteur zelf
Hermeneutische cirkel

*Hermeneutiek

34
Q

Dilthey

A

Mogelijkheidsvoorwaarden
Materiële expressie

*Hermeneutiek II

35
Q

Gadamer

A

Werkingshistorisch bewustzijn
Vooroordelen

*Hermeneutiek II