Thema1-a Grondslagen/Aard/Filosofie Flashcards

1
Q

Welke factoren bepalen hoe onderzoekers werken o.a.?

A
  1. Ontologie (aanname aard sociale wereld)
  2. Epistemologie (aard van hun kennis en hoe te vergaren)
  3. Redenen/ doelen van het onderzoek
  4. Eigenschappen van deelnemers/publiek/funders
  5. Posities/omgevingen van onderzoekers zelf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kwalitiatief onderzoek?

A

Een set van interpreteerbare, materiele methodes die de wereld zichtbaar maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kwalitatieve onderzoekers bestuderen….

A

…de zaken in een natuurlijke omgeving en proberen fenomenen te interpreteren/ verklaren op basis van betekenissen die mensen eraan toekennen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ontologisch uitgangspunten?

A

De aard van de wereld en wat daarover te weten is:
- realisme
(externe realiteit bestaat, ongeacht ons begrip en overtuigingen)
- idealisme
(externe realiteit bestaat NIET los van onze overtuigingen/begrip)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

5 soorten REALISME:

A

-Naief (shallow) realisme?
-Voorzichtig realisme?
-Diepte (critical of transcendental) realisme?
-Subtiel realisme?
-Materialisme (realisme)?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Naief (shallow) realisme?

A

De realiteit kan direct/accuraat geobserveerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorzichtig realisme?

A

De realiteit kan bij benadering (of imperfect) gekend zijn, eerder dan accuraat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Diepte (critical of transcendental) realisme?

A

Realiteit heeft verschillende nivo’s:
-Empirisch domein:
wat we waarnemen en wat bestaat ongeacht of we het waarnemen
-Reeel domein:
onderliggende processen en mechanismes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Subtiel realisme?

A

De externe realiteit bestaat, maar is enkel gekend door menselijk brein/sociale constructies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Materialisme (realisme)?

A

Erkent enkel fysieke eigenschappen vd wereld. Waarde en overtuigingen en ervaringen zijn epi-fenomenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Epi-fenomenen?

A

Ze komen voort uit de wereld, maar scheppen ze niet (bv overtuigingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

2 soorten IDEALISME:

A

-Subtiel/ contextueel/ collectief idealisme
-Relativisme/ radicaal idealisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Subtiel/ contextueel/ collectief idealisme?

A

Sociale wereld bestaat uit representaties opgebouwd/gedeeld door mensen in een bepaalde context.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Relativisme/ radicaal idealisme?

A

Er is geen gedeelde sociale realiteit, enkel individuele constructies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Epistemologische uitgangspunten over kennis vergaren:

A

-Inductie
-Deductie
-Retroductie
-Abductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Inductie?

A

Bottom up
Observatie>wetten/theorien afleiden

17
Q

Deductie?

A

Top-down
Eerst hypothese, daarna bevestigen/weerleggen met bewijs.

18
Q

Retroductie?

A

Structuren/mechanismes achter data-patronen identificeren en in een model proberen passen

19
Q

Abductie?

A

Catergorien obv eigen-verslagen/ideeen/overtuigingen van deelnemers over bepaalde activiteiten.
> eerst input deelnemers en dan abductie in de categorien vd researcher

20
Q

Epistemologische uitgangspunten over aard van kennis/wijsheid:

A

_Fundamentele vs Fallibilistisch
_Kennis als waarde-gerelateerd
-Corrosponderende theorie van waarheid
-Coherente theorie van waarheid
-Pragmatische theorie van waarheid

21
Q

Fundamentele vs Fallibilistisch modellen van research-gebaseerde kennis?

A

Fundamenteel model: realiteit is accuraat te mirroren
Fallibilistisch model: alle kennis is provisoir

22
Q

Kennis als waarde-gerelateerd?

A

Alle kennis wordt geaffectueerd door de waarden van de persoon die ze produceert/ontvangt

23
Q

Corrosponderende theorie van waarheid?

A

Stelling is waar als als overeen komt met onafhankelijke realiteit (cfr realisme)

24
Q

Coherente theorie van waarheid?

A

Verslag is waar (als representatie van sociaal geconstrueerde wereld) indien ondersteund door meerdere andere verslagen die coherent zijn.

25
Q

Pragmatische theorie van waarheid?

A

Overtuiging zijn waar indien ze practische bruikbaarheid hebben en productief zijn voor mensen