Thema 9 Flashcards
Interne validiteit van een wetenschappelijk onderzoek betekent?
De interne validiteit van een onderzoek zegt wat over de causale relatie die in het onderzoek getrokken wordt en doet een uitspraak wat de kwaliteit van het onderzoek is in relatie tot een uitspraak over deze te trekken relatie.
Wat is de externe validiteit van een wetenschappelijk onderzoek.
Externe validiteit doet een uitspraak in hoeverre de uitspraak over de steekproef ook geldig is voor de hele populatie.
Wat zijn de nadelen van een case report.
Het nadeel is dat de interne validiteit laag is. Je weet nooit zeker of het waargenomen effect echt veroorzaakt wordt door de interventie. Dit komt omdat je maar 1 patiënt toetst en er toeval in het spel kan zijn.
Wat zijn de voordelen van een casereport.
Het heeft een enorme betrekking op de praktijk. het is de patiënt die jij ziet. Het helpt om speciale gevallen in beeld te krijgen bijvoorbeeld.
Welke factoren bepalen het waargenomen effect bij een behandeling.
De specifieke interventie, externe factoren, meetfout en natuurlijk beloop.
Leg de classificatie van nekpijn uit die de richtlijn en de Neck Pain task force gebruikt.
Nekpijn wordt ingedeeld in vier graden. Graad 1 gaat om nekklachten zonder beperkingen in activiteiten en participatie. Graad 2 als Graad 1 maar met beperkingen in activiteiten cq participatie. Graad 3 er is sprake van nekklachten gecombineerd met neurologische klachten. Graad 4 er is sprake van ernstige pathologie.
Beschrijf de overeenkomst en het verschil tussen de indeling volgens Binder en die van Wadell.
Binder deelt in specifieke en aspecifieke nekklachten, waarbij radiculopathie onder specifiek klachten valt (zonder een extra groep te vormen). Wadell maak bij specifiek klachten nog een indeling juist in radiculaire klachten en ernstige pathologie (radiculopathie is een aparte groep of classificatie)
Het cluster van Wainner bestaat uit een aantal testen welke zijn dit en welke worden gebruikt in de richtlijn.
Wainner kent de ULTT, Spurling, de distractie test en de beperking in rotatie. Terwijl de richtlijn genoegen neemt met Spurling en distractie.
Noem de risicofactoren voor nekklachten.
< 20 jr of >50 jr
Trauma Fractuur
Langdurig gebruik van corticosteroïden Fractuur (osteoporose)
Neurologische uitval (bilateraal, motorische Neurologisch
uitval, etc.)
Neurologische klachten in benen / watten Neurologisch
gevoel onder voeten
Problemen met de stoelgang/ incontinentie Neurologisch
Kanker in de voorgeschiedenis Metastaseringen
Nachtelijke pijnen Metastaseringen
Gewichtsverlies (>5kg/mnd) Metastaseringen
Heesheid / slikklachten Metastaseringen
Niet mechanische pijn Metastaseringen
Koorts Ontstekingen
Algeheel onwel bevinden Ontstekingen
Structurele standsafwijkingen Specifieke pathologie
EN HART EN VAATRISICOFACTOREN
Benoem de hart- en vaat ziekte risicofactoren.
Risicofactoren voor hart- en vaataandoeningen
Hoge bloeddruk
Obesitas
Atherosclerose
Interventie / controle internist / cardioloog etc
Gebruik B-blokkers
Etc.
Leg uit waarom risicofactoren van hart en vaatziekten een risico zijn bij de behandeling van nekklachten.
Er kunnen problemen ontstaan in bijvoorbeeld de arteria vertebralis en bij behandeling kan er een arteriële dissectie optreden/ dwz loslaten van een stukje vaatwand leidend tot een embolie.
Omschrijf de zes clusters van rode vlaggen die in de richtlijn staan.
Mogelijke pathologie Overeenkomstige rode vlag
fractuur: oudere leeftijd, trauma in voorgeschiedenis, corticosteroïdgebruik, osteoporose
Cervicale arteriële disfunctie: cerebrovasculaire symptomen, zoals duizeligheid, dubbelzien, misselijkheid, braken, zwakte van de ledematen en papillaire veranderingen.
Schade aan ruggenmerg of cervicale myopathie:neurologische symptomen, bijvoorbeeld wijdverspreide neurologische tekenen in beide armen en/of benen zoals sensibiliteitsstoornissen, verlies van spierkracht in de extremiteiten, darm- en blaasdisfunctie
Infectie (inclusief urineweginfectie of huidinfectie) symptomen en tekenen van infectie (bijvoorbeeld koorts, nachtelijk zweten), risicofactoren voor infectie (bijvoorbeeld onderliggend ziekteproces, bij immunosuppressiva, open wond, intraveneus drugsgebruik, blootstelling aan besmettelijke ziekten)
maligne tumoren kanker in de voorgeschiedenis, geen verbetering van klachten na behandeling van vier weken, onverklaarbaar gewichtsverlies, leeftijd > 50 jaar, slikproblemen, hoofdpijn, braken
Systemische ziekte (herpes zoster, spondylitis ankylosis, infl ammatoire artritis, reumatoïde artritis): hoofdpijn, koorts, eenzijdige huiduitslag, brandende pijn, jeuk
Beschrijf de Canadian Cervical Spine rule inclusief sensitiviteit
Is de pt direct alert na het trauma, geen neurologische verschijnselen en een rotatie van meer dan 45 graden.
sensitiviteit 90 tot 100%
Waarom is het maken van het verschil tussen trauma- en werkgerelateerd interessant?
Werkgerelateerde nekklachten hebben andere prognostische factoren dan traumagerelateerde nekklachten.
Leg uit waarom het cluster van Wainner misschien niet zo goed is.
De posttest percentages van 90 % bij vier testen positief en 65% bij 3 testen positief en 21% bij twee testen positief kennen eigenlijk een hele grote bandbreedte omdat de likelihoodratio een grote betrouwbaarheidsinterval heeft de 90% kan 1% zijn maar ook 99%.
Welke drie testen adviseert de richtlijn om een graad 3 te bevestigen.
ULTT om uit te sluiten en de spurling en distractie om in te sluiten.
De richtlijn van het KNGF beschrijft een paar besluiten ten aanzien van lage rugklachten. Welke zijn dit?
Besluit 1 is of er sprake is van specifieke of aspecifiek lage rugklachten. Besluit 2 is of er sprake van een normaal of afwijkend beloop en besluit drie is wanneer er een afwijkend beloop is is dit dan afhankelijk van vooral mechanische of vooral dominant psychosociale factoren (profiel 2 of 3)
Wanneer is er bij lage rugklachten sprake van een normaal beloop.
Wanneer de patiënt binnen drie weken aangeeft dat de pijn minder wordt en de activiteiten toenemen is er sprake van een normaal beloop.
Waddell beschrijft niet alleen specifiek en aspecifiek bij lage rugklachten. Hij beschrijft een extra categorie. Welke is dat en beschrijf wat daar in komt
Waddell beschrijft buiten specifiek en aspecifiek. Hij deelt specifiek verder in. De categorieën zijn dan serious en non serious. Non serious kan goed door de ft behandeld worden. Hier valt bijvoorbeeld het radiculaire syndroom in.
Beschrijf de vijf vragen die je na de screening van lage rugklachten moet kunnen beantwoorden.
Eigenlijk sluit je in de screening specifiek serious uit (in de classificatie volgens Waddell). Je moet de vragen beantwoorden. Is er sprake van een cluster van rode vlaggen, Herken ik het Patroon. Herken ik het patroon en zijn er afwijkende symptomen. herken ik het patroon en is er een onverklaarbaar afwijkend beloop. Ben ik er onbekend mee. Als zesde zou je de hulp vraag kunnen noemen
Wanneer je deze vijf vragen kan beantwoorden dan heb je het doel van de screening bereikt. Wat is dit doel?
Het doel is bepalen of er een indicatie is voor verder fysiotherapeutisch onderzoek.
Wanneer we in de categorie non serious terecht komen en we spreken over een radiculopathie. Welke symptomen hoor je dan in de anamnese en hoe test je dit?
Symptomen zijn neurologische verschijnselen/pijn voorbij de knie, die bij hoesten niezen en persen toenemen. De hypothese kan bevestigd of ontkracht worden door respectievelijk de CSLR en de SLR.
in principe gaan we tegenwoordig uit van clusters van rode vlaggen. Beschrijf de clusters van rode vlaggen
Over de volgende rode vlaggen bestaat consensus:
• Begin van lage rugpijn na het 50e levensjaar, continue pijn onafhankelijk van houding of beweging, nachtelijke pijn, algehele malaise, maligniteit in de voorgeschiedenis, onverklaard gewichtsverlies, verhoogde bloedbezinkingssnelheid (BSE) ➝ maligniteit?
• Recente fractuur (< 2 jaar geleden), eerdere wervelfractuur, leeftijd boven de 60 jaar, laag lichaamsgewicht (< 60 kg/ BMI < 20 kg/m2), ouder met heupfractuur, langdurig corticosteroïdengebruik, lokale klop-, druk- en asdrukpijn van de wervelkolom, opvallende lengtevermindering, versterkte thoracale kyfose ➝ osteoporotische wervelfractuur?
• Begin van lage rugpijn voor het 20e levensjaar, man, iridocyclitis, onverklaarde perifere artritis of inflammatoire darmaandoening in voorgeschiedenis, vooral nachtelijke pijn, ochtendstijfheid > 1 uur, minder pijn bij liggen/ bewegen/oefenen, goede reactie op NSAID’s, verhoogde BSE ➝ spondylitis ankylopoetica?
• Ernstige lage rugpijn aansluitend aan een trauma ➝ wervelfractuur? • Begin van lage rugpijn voor het 20e levensjaar, palpabel trapje in het verloop van de processi spinosi ter hoogte van L4-L5 ➝ ernstige vorm van spondylolisthesis?
Wat analyseren we voor profiel 2 van de richtlijn.
De problematische handeling, in subhandelingen en eventueel onderliggende stoornissen in de vorm van de grondmotorische eigenschappen.