Thema 7 Flashcards

1
Q

de bijrol

A

een minder belangrijke rol in een film of toneelstuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de liefhebber

A

een liefhebber houdt ergens van, bijvoorbeeld van lezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de meester

A

een meester is ergens heel goed in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de acteur/de actrice

A

iemand die een rol speelt in een toneelstuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de cameraman

A

iemand die een film opneemt met een filmcamera

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

het affiche

A

een poster van een film

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de stunt

A

een moeilijke of gevaarlijke actie in een film

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de kunst

A

vaak mooie dingen die mensen hebben gemaakt bijvoorbeeld: tekeningen schilderijen, toneelstukken, ballet en muziek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

eigenaardig

A

raar, vreemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

glunderen

A

heel blij kijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de scene

A

een stukje uit een toneelstuk of film

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

het kantoor

A

een gebouw waar mensen werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

aanprijzen

A

als je iets aanprijst, zeg je dat je het heel goed vindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

iets aanbevelen

A

zeggen dat iets goed is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

je mening geven

A

zeggen wat jij ervan vindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly