Thema 6 : Harmonische trillingen Flashcards

1
Q

Wat is een periodiek verschijnsel?

A

Een periodiek verschijnsel is een verschijnsel dat zich herhaalt na een bepaalde tijdsduur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef een voorbeeld van een periodiek verschijnsel.

A

Een voorbeeld van een periodiek verschijnsel is de beweging van de maan rond de aarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de periode?

A

De periode is de tijd die nodig is voor een periodiek verschijnsel om één cyclus te doorlopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de frequentie?

A

De frequentie is het aantal cycli dat per seconde wordt doorlopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de formule voor frequentie?

A

De formule voor frequentie is f = 1/T, waarbij f de frequentie is en T de periode.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef een voorbeeld van een trilling.

A

Een voorbeeld van een trilling is de beweging van een slinger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef een ander woord voor een trilling.

A

Een ander woord voor een trilling is oscillatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een mechanische trilling?

A

Een mechanische trilling is een trilling die wordt veroorzaakt door een kracht of energie die op een voorwerp wordt uitgeoefend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de uitwijking?

A

De uitwijking is de maximale afwijking van een voorwerp ten opzichte van zijn rustpositie tijdens een trilling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een harmonische trilling?

A

Een harmonische trilling is een periodieke trilling waarvan de uitwijking kan worden beschreven door een sinusfunctie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe noemen we een voorwerp dat een harmonische trilling uitvoert?

A

Een voorwerp dat een harmonische trilling uitvoert, wordt een harmonische oscillator genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de amplitude?

A

De amplitude is de maximale uitwijking van een trilling vanuit zijn evenwichtspositie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een fasor?

A

Een fasor is een complexe vector die de amplitude en de fase van een harmonische trilling weergeeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een fase?

A

De fase geeft de positie van een trilling op een bepaald tijdstip weer ten opzichte van een referentiepunt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een beginfase?

A

De beginfase is de fase op het moment dat de trilling start.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de formule van een fase?

A

De fase wordt uitgedrukt in radialen en kan worden berekend als 2π /T x t + beginfase.

17
Q

Wat is een pulsatie?

A

De pulsatie is de hoeksnelheid van een trilling en wordt weergegeven met de Griekse letter omega (ω).

18
Q

Wat is de formule van de pulsatie?

A

ω = 2π /T

19
Q

Wat is de formule voor de uitwijking?

A

De uitwijking van een harmonische trilling kan worden berekend als de amplitude vermenigvuldigd met de sinus van de pulsatie keer de tijd en de fase: y = A sin(ωt + Φ).

20
Q

Wat betekent het wanneer twee harmonische trillingen in fase of in tegenfase zijn?

A

Als twee trillingen in fase zijn, betekent dit dat hun golftoppen en golfdalen samenvallen en versterken ze elkaar. Als twee trillingen in tegenfase zijn, betekent dit dat hun golftoppen en golfdalen elkaar opheffen en de trillingen uitdoven.

21
Q

Wat is een fasorendiagram?

A

Een fasorendiagram is een grafische weergave van de amplitude en fase van een of meer harmonische trillingen.

22
Q

Wat is een toon?

A

Een geluid met een periodiek signaal.

23
Q

Wat is een enkelvoudige toon?

A

Een toon met een sinusvorm.

24
Q

Wat bepaalt toonsterkte?

A

De toonsterkte van een geluid wordt bepaald door de amplitude van de geluidsgolf, oftewel de mate van uitwijking van de druk van het geluid.

25
Q

Wat bepaalt toonhoogte?

A

De toonhoogte van een geluid wordt bepaald door de frequentie van de geluidsgolf.

26
Q

Wat is het hoorbaarheidsgebied?

A

Het hoorbaarheidsgebied is het frequentiegebied van geluidsgolven dat door het menselijk oor kan worden waargenomen, grofweg tussen 20 Hz en 20.000 Hz.

27
Q

Wat zijn infratonen?

A

Infratonen zijn geluidsgolven met een frequentie onder het hoorbaarheidsgebied van het menselijk oor, dus lager dan 20 Hz.

28
Q

Wat zijn ultratonen?

A

Ultratonen zijn geluidsgolven met een frequentie boven het hoorbaarheidsgebied van het menselijk oor, dus hoger dan 20.000 Hz.

29
Q

Wat is het faseverschil?

A

Het faseverschil is het verschil in fase tussen twee geluidsgolven of trillingen, gemeten in graden of in radialen. Het kan gebruikt worden om interferentie en resonantie van geluid te beschrijven.