Thema 6,7,8,9 Flashcards

1
Q

Welke beenderen beschermen de longen tegen stoten en verwondingen?

A

De ribben , borstbeen , en het wervelkolom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk orgaan scheidt de buikholte van de borstholte?

A

Het middenrif

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Via welke organen ademen we lucht in?

A

Neus , mond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom is de linkerlong het kleinst?

A

Het hart ligt iets meer naar links tussen de longen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Met wat is de luchtpijp verstevigd?

A

Hoefijzervormige kraakbeenringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er ter hoogte van de longen?

A

De luchtpijp vertakt in 2 luchtpijptakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom adem je beter langs de neus bij koud weer of stoffige lucht?

A
  • Je haartjes van de neus houden stofdeeltjes tegen.
    -de lucht wordt verwarmd door de haarvaten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom is er vocht tussen het borstvlies en longvlies?

A

Zodat de vliezen niet loskomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er met de borstkas tijdens het inademen?

A

De borstkas gaat omhoog en naar voor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke invloed heeft dit op de borstholte?

A

Vergroot de borstholte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er met de borstkas tijdens het uitademen?

A

De borstkas gaat terug naar achter en wordt kleiner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke invloed heeft dit op de borstholte?

A

De borstholte verkleind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom is het longweefsel elastisch?

A

Zodat er veel lucht kan in opgenomen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voor wat zorgen longtakjes?

A

Ze zorgen ervoor dat de lucht in de kleinste delen van de long komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk gevolg heeft het vergroten van de borstholte voor het volume van de longen?

A

De longen zetten in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe noemen de spieren tussen de ribben?

A

de tussenribben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat gebeurt er met je buik tijdens het ademen?

A

Hij wordt boller en plater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Voor wat zorgen de tussenribspieren?

A

Zorgen voor beweging van de borstkas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de functie van de slijmlaag?

A

Bevochtigen van de lucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de functie van de bloedvaten?

A

Verwarmen van lucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de functie van haartjes?

A

Vaste stofdeeltjes uit lucht halen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Waarom adem je beter niet via u mond bij koud weer?

A

De lucht is kouder en je krijgt een droge keel als je via de mond inademt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat ligt er allemaal in in je keel?

A
  • Huig
  • Tong
  • Strotklep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat gebeurt er in je keelholte wanneer je je verslikt?

A

Het strotklepje dat de luchtpijp afsluit wanneer je slikt , sluit niet goed af waardoor er voedsel in je luchtpijp terechtkomen. Je verslikt jij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Welke functie hebben de kraakbeenringen?

A

De kraakbeenringen zorgen ervoor dat de luchtpijp open blijft.

26
Q

Adem je best langs je neus of langs je mond in?

A

Neus

27
Q

Voor wat zorgt de kraakbeenringen in de luchtpijp?

A

Verstevigen + openhouden luchtpijp

28
Q

Voor wat zorgen de trilhaartjes in de luchtpijp?

A

Afvoeren van slijmlaag met stof

29
Q

Voor wat zorgt de slijmlaag in de luchtpijp?

A

lucht bevochtigen + verwarmen

30
Q

Welke 2 gedeeltes heeft bloed?

A

Vloeibaar gedeelte : plasma en vastgedeeltdes

31
Q

Welke bouw hebben Rode bloedlichaampjes?

A
  • Schijfvormig
  • Geen celkern
  • Rood
32
Q

Welke bouw hebben witte bloedcellen?

A
  • Bolvormig
  • Celkern
  • Kleurloos
33
Q

Welke bouw heeft bloedplaatjes?

A

-Geen vaste vorm
- Geen celkern
- Kleurloos

34
Q

Welke functie hebben de Rode Bloedplaatjes?

A

Zuurstofgas transporteren

35
Q

Welke functie hebben de witte bloedcellen?

A

Doden van ziektekiemen en productie van afweerstoffen.

36
Q

Welke functie hebben de bloedplaatjes?

A

Bloed stollen

37
Q

Wat is fagocytose

A

Dat is de ziektekiemen insluiten

38
Q

Uit wat bestaat bloedplasma

A

Mengsel van water en opgeloste stoffen

39
Q

Welke gemeenschappelijke functie hebben de bloedvatten en het hart?

A

Ze vervoeren stoffen doormiddel van bloed.

40
Q

Welke functie hebben haarvatten?

A

Ze geven voedingstoffen en zuurstofgas af aan de lichaamcellen en nemen koolstofdioxide en afvalstoffen op.

41
Q

Het hart is de motor van het transporteert verklaar?

A

Het hart is de motor van het lichaam pomt het bloed naar alle delen van het lichaam.

42
Q

Wat is de functie van de Slagaders?

A

Ze voeren het bloed van het hart weg.

43
Q

Wat is de functie van de Aders?

A

Ze vervoeren het bloed van de organen terug naar het hart.

44
Q

Wat is de aanpassing van de Slagaders?

A

Ze hebben een dikke spierwand

45
Q

Wat is de aanpassing van de Aders

A
  1. Ze hebben een dunnen spierwand.
  2. Ze bevatten kleppen .
46
Q

Welke functie heeft het hart?

A

Het zorgt dat het bloed door heel het lichaam gepomt wordt.

47
Q

Welke twee belangrijkste stoffen die noodzakelijk zijn voor het leveren van energie worden door de transportvloeistof in ons lichaam vervoerd?

A
  1. Voedingstoffen
  2. Zuurstofgas
48
Q

Waar ligt het hart?

A

Het hart ligt bovenaan in de borstholte . Het wordt beschermd door de borstkas

49
Q

Wat is de milt?

A

De milt is een orgaan dat zorgt voor de bestrijding van schadelijke bacterien in je bloed.

50
Q

Waar ligt het milt

A

in de buikholte achter de maag.

51
Q

Wat is de vorm van het hart?

A

ruitvormig

52
Q

Wat is de kleur van het hart?

A

Rood

53
Q

Waar ligt de boezems t.o.v de kamers?

A

De boezems liggen boven de kamers

54
Q

zijn de boezems of de kamers het grootst?

A

De boezms zijn kleiner

55
Q
A
56
Q
A
57
Q
A
58
Q
A
59
Q
A
60
Q
A
61
Q
A