Thema 6 Flashcards

1
Q

De wijk

A

Deel van een stad of dorp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Opmerkelijk

A

Opvallend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kuchen

A

Stil hoesten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De journalist

A

Iemand die nieuws verzamelt en erover schrijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het misverstand

A

Wanneer je elkaar verkeerd begrijpt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Organiseren

A

Alles plannen, regelen en klaarzeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het product

A

Iets dat je kunt kopen in de winkel, iets dat door iemand gemaakt is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De rapper

A

Zanger of zangeres die praat op muziek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Het record

A

Je hebt een record in iets, als jij dat het allerbeste kunt of het nog beter doet dan de vorige keer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De tribune

A

Zitplaatsen voor het publiek dat naar een show of wedstrijd kijkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verblijven

A

Bljiven overnachten, daar slapen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het voedsel

A

Wat je opeet, het eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gebakken lucht

A

Iets dat heel wat lijkt, maar eigenlijk niet bestaat of waardeloos is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

In rep en roer

A

Druk bezig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De straffe stoot

A

Iets heel bijzonders, iets dat niet iedereen kan, iets heel geks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly