Thema 5 Flashcards
Zenuwen
verbinden het centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen
Prikkel
een invloed uit het milieu op een organisme (bijvoorbeeld lichtstralen)
impulsen
elektrische signalen die door zenuwen kunnen worden voortgeleid
centrale zenuwstelsel
bestaat uit grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg
bindweefsel
stevige laag om een zenuw; zorgt voor bescherming
gevoelszenuw
zenuw die alleen uitlopers bevat van gevoelszenuwcellen
bewegingszenuw
bevat alleen uitlopers van bewegingszenuwcellen
schakelcel
cel die impulsen geleid binnen het centrale zenuwstelsel
zenuwcel
bestaat uit een cellichaam en uitlopers
uitloper
deel van een zenuwcel voor voortgeleiding van impulsen, omgeven door een isolerend laagje
cellichaam
deel van een zenuwcel waarin zich de kern bevindt
bewegingszenuwcel
cel die impulsen geleid van het centrale zenuwstelsel naar een spier of klier
gemengde zenuw
bevat uitlopers van gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen
gevoelszenuwcel
cel die impulsen geleid van een zintuig naar het centrale zenuwstelsel
zenuwknoop
hierin liggen de cellichamen van de gevoelszenuwcellen
ruggenmerg
verbindt veel zenuwen met de hersenen
grijze stof
hierin liggen de cellichamen van schakelcellen en van bewegingszenuwcellen
wervelkanaal
opening in de wervelkolom waarin het ruggenmerg ligt
witte stof
hierin liggen veel uitlopers van schakelcellen
bewegingscentra
hersencentra waarin impulsen ontstaan die bewuste bewegingen veroorzaken
kleine hersenen
orgaan dat zorgt voor de coördinatie van alle bewegingen van je lichaam