Thema 4: Elektrische Stroom Flashcards

1
Q

Open keten

A

Geen stroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gesloten kring

A

Stroom van + nr -

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Elektrische kring

A

Bevat een spanningsbron en is via een aaneenschakeling van geleiders open of gesloten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Spanning

A

Over geleiders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Stroom

A

Door geleiders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Elektrische stroom

A

Een netto verplaatsing van ladingen in bepaalde richting en zin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stroomsterkte

A

In een geleider is de verhouding van de hoeveelheid lading die in een tijdsduur door de loodrechte doorsnede van de geleider loopt tot die tijdsduur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

I

A

=|∆Q|÷∆t

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Conventionele stroomzin

A

De zin van de positieve ladingen die bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wet van Ohm definitie

A

De verhouding van de spanning over de weerstand t.o.v de stroom door de weerstand is constant met name R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wet van Ohm formule

A

R=U÷I

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Joule-effect

A

In een geleider met een weerstand R waardoor een stroom I loopt, wordt in een tijdsverloop ∆t een hoeveelheid warmte geproduceerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Qw

A

R. I² . ∆t

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vermogen

A

In een weerstand met waarde R waarover een spanning Ur staat en waardoor een stroom I loopt, is het elektrisch vermogen gelijk aan Ur. I / Ur²÷R / R. I²

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

KWh-meter

A

Meet het vermogen per tijdseenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly