Thema 4 Flashcards
Les 5
1
Q
Grof mengsel
A
Vaste stof + Vaste stof
2
Q
Suspensie
A
Vaste stof + Vloeistof
3
Q
Emulsie
A
Vloeistof + Vloeistof
4
Q
Schuim
A
Gas in vloeistof
5
Q
Nevel
A
Vloeistof in gas
6
Q
Rook
A
Vaste stof + Gas
7
Q
Homogeen mengsel
A
Een mengsel waar je geen verschil in ziet of andere stoffen.
8
Q
Hetrogeen mengsel
A
Een mengsel waar je verschil in ziet en andere stoffen.
9
Q
Wat is fysica?
A
Dit gaat rond de verschillende krachten.
10
Q
Wat is biologie?
A
Dit gaat rond de verschillende hormonen.
11
Q
Wat is chemie?
A
Dit gat rond de verschillende stoffen.
12
Q
legering
A
Vaste stof + Vaste stof
13
Q
oplossing
A
Vaste stof/ Vloeistof/ Gas opgelost in Vloeistof.
14
Q
Gasmengsel
A
Gasdeeltjes + Gasdeeltjes
15
Q
Aerosol
A
Rook + Nevel