Thema 3/4 woordenschat + academische taal Flashcards
afdwaling, afwijking
aberratie
het absurde
absurdistisch
legering van een metaal met kwik, mengelmoes
amalgaam
verbinden, met elkaar in verband brengen
associëren
te alledaags, plat
banaal
(iemand) onder zijn invloed brengen, zodat hij geen eigen wil meer heeft; hypnotiseren
biologeren
regelmatige bijdrage aan een dagblad of tijdschrift met een bijzondere eigen inhoud
column
overeenkomst,verdrag/samenkomst,vergadering/het geheel van als passend aanvaarde vormen, gebruiken, stilzwijgend aanvaarde regels en afspraken
conventie
stijl van een als samenhangend beschouwde groep decadente schrijvers en kunstenaars (decadent= in verval verkerend/ zeer verfijnd en gecultiveerd, maar zonder innerlijke en morele kracht)
decadentisme
uitdrukkelijk, letterlijk zo gezegd
expliciet
tentoonstelling
expositie
een stripverhaal uitgegeven in boekvorm, met uitgebreide en ingewikkelde verhaallijnen en vaak met literaire inslag; gewoonlijk bedoeld voor volwassenen
graphic novel
werkend door vloeistofdruk
hydraulisch
geschilderde afbeelding van Christus of een heilige/ pictogram/ persoon die, voorwerp dat als het ware een bepaald tijdperk belichaamt
icoon
toevallig, nu en dan
incidenteel
het naar elkaar verwijzen van teksten
intertekstualiteit
ontelbaar
legio
iemand die kunstenaars geldelijk steunt
mecenas
nieuw gevormd of vervormd woord
neologisme
door psychische factoren veroorzaakt lichamelijk lijden
neurose
voorstelling of mededeling in de vorm van een afbeelding
pictogram
vooraanstaand; belangrijke persoon
prominent
schuilnaam
pseudoniem
iemand die redigeert, lid van de redactie van een blad, tijdschrift
redacteur