Thema 3/4 woordenschat + academische taal Flashcards

1
Q

afdwaling, afwijking

A

aberratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

het absurde

A

absurdistisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

legering van een metaal met kwik, mengelmoes

A

amalgaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verbinden, met elkaar in verband brengen

A

associëren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

te alledaags, plat

A

banaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

(iemand) onder zijn invloed brengen, zodat hij geen eigen wil meer heeft; hypnotiseren

A

biologeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

regelmatige bijdrage aan een dagblad of tijdschrift met een bijzondere eigen inhoud

A

column

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

overeenkomst,verdrag/samenkomst,vergadering/het geheel van als passend aanvaarde vormen, gebruiken, stilzwijgend aanvaarde regels en afspraken

A

conventie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

stijl van een als samenhangend beschouwde groep decadente schrijvers en kunstenaars (decadent= in verval verkerend/ zeer verfijnd en gecultiveerd, maar zonder innerlijke en morele kracht)

A

decadentisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

uitdrukkelijk, letterlijk zo gezegd

A

expliciet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

tentoonstelling

A

expositie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

een stripverhaal uitgegeven in boekvorm, met uitgebreide en ingewikkelde verhaallijnen en vaak met literaire inslag; gewoonlijk bedoeld voor volwassenen

A

graphic novel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

werkend door vloeistofdruk

A

hydraulisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

geschilderde afbeelding van Christus of een heilige/ pictogram/ persoon die, voorwerp dat als het ware een bepaald tijdperk belichaamt

A

icoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

toevallig, nu en dan

A

incidenteel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

het naar elkaar verwijzen van teksten

A

intertekstualiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

ontelbaar

A

legio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

iemand die kunstenaars geldelijk steunt

A

mecenas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

nieuw gevormd of vervormd woord

A

neologisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

door psychische factoren veroorzaakt lichamelijk lijden

A

neurose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

voorstelling of mededeling in de vorm van een afbeelding

A

pictogram

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

vooraanstaand; belangrijke persoon

A

prominent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

schuilnaam

A

pseudoniem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

iemand die redigeert, lid van de redactie van een blad, tijdschrift

A

redacteur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
bijna
schier
26
een groep betekenisverwante woorden die verwijzen naar een aspect van de wereld, zoals woorden voor kleuren, militaire rangen, vogels of voedselbereiding
semantisch veld
27
aard, karakter
signatuur
28
uitgesneden blad waarmee men bepaalde figuren of letters makkelijk kan schilderen of tekenen/ te veel nagevolgd model
sjabloon
29
kunstrichting, met name letterkunde, waarbij men maar symboliek streeft
symbolisme
30
omvormen, vervormen
transformeren
31
(van woorden) de oorspronkelijke betekenis of vorm verliezen
verbasteren
32
volleerdheid, hoogste vaardigheid in een kunst
virtuositeit
33
voorzichtig afstand nemen van een handelwijze, persoon, mening
zich distantiëren
34
zich in evenwicht houden
balanceren op
35
medelijdend, mededogend
barmhartig
36
spijt
berouw
37
overmaat aan regelende instanties en regelingen
bureaucratie
38
artiest die een afwisselend programma van liedjes, sketches, … brengt
cabaretier
39
verzameling (vaak literaire) werken die als waardevol erkend worden en dienen als referentiepunt
canon
40
hoofdkapje van een jas of cape
capuchon
41
vroomheid, verering
devotie
42
lijnrecht tegenover elkaar
diametraal
43
diploma van doctor
doctorsbul
44
werkelijk/ (juridisch) onvoorwaardelijk
effectief
45
verwijdering, wegwerking
eliminatie
46
registratie van de zeer zwakke stroomstootjes die met de functionering van de hersenschors gepaard gaan
encefalogram
47
onderzoek met een instrument om in een lichaamsholte en dergelijke binnen te kijken
endoscopie
48
concentreren
focussen
49
opgewonden, zenuwachtig
geagiteerd
50
ontwikkeld, beschaafd
gecultiveerd
51
algemeen gangbaar/onderzocht of het aan de gestelde eisen voldoet
geijkt
52
geheel van gebaren (vooral van acteurs)
gestiek
53
maar net aan de dood ontsnappen
het vege lijf redden
54
strevend om humaan, menselijk te zijn/ het idee volgend dat voor alles de menselijke waardigheid, de vrijheid en de waarde der persoonlijkheid gerespecteerd moeten worden
humanistisch
55
in voorraad, achter de hand hebben
iets in petto hebben
56
met afbeeldingen versieren, toelichten
illustreren
57
tekenend, kenmerkend
karakteristiek
58
voornaamste
kardinale
59
ziekelijke neiging tot stelen
kleptomanie
60
sluwe, gewetenloze politiek waarbij het doel de middelen heiligt
machiavellisme
61
kunst om door beweging van het gezicht gevoelens uit te drukken
mimiek
62
neerzien op
minachten
63
van zeer klein formaat/ met kleuren versierde beginletter in oude handschriften/ zeer klein (schilder)stuk
miniatuur
64
de leer van de ziekten van het zenuwstelsel en hun behandeling
neurologie
65
oorspronkelijk type
oertype
66
de manier waarop een tekst gezegd wordt
paraverbaal
67
doorgaan met, volhouden, volharden
persisteren
68
glanzend maken door oneffenheden weg te slijpen
polijsten
69
onzinnig praten, ijlen
raaskallen
70
vastberaden
resoluut
71
antwoord, reactie
respons
72
het weer ertoe in staat maken werk te verrichten , een functie te vervullen
revalidatie
73
normale gang van zaken/ door gewoonte verkregen vaardigheid
routine
74
achtergrond, decor
setting
75
lid van een volkstam in Tibet, bekend als berggidsen
sherpa
76
het geheel van verschijnselen van een ziekte
syndroom
77
het fysiek aanvallen van een tegenstander om de bal te bemachtigen
tackelen
78
staatsvorm waarin de godheid als onmiddelijkr gezagsdrager beschouwd wordt
theocratie
79
de groei betreffend of die bevorderend / ongeslachtelijk/ plantaardig
vegetatief
80
verbijsterd
verbouwereerd
81
goedpraten, minder erg voorstellen
vergoelijken
82
vol ijver in het geloof, godvruchtig/ onvervulbaar (vrome wensen)
vroom
83
vreemdelingenhater
xenofoob
84
inhouden, omvatten
behelzen
85
kabaal, drukte, lawaai, tumult
de bombarie
86
negatief beeld van de toekomst
dystopisch
87
(~leugen): overduidelijk, pijnlijk duidelijk
flagrant
88
tekeer gaan, heftig uitvaren tegen iemand
fulmineren
89
aanpassing, veranderen
de modificatie
90
uitdagen
proveceren
91
1.versregel in versvoeten verdelen ->ritme 2. slogans uitroepen
scanderen
92
wetenschappelijk congres
het symposium
93
1. arm van inktvis 2. verstrikt worden/ gevangen genomen worden
de tentakel
94
kwetsend, gemeen, boosaardig, venijnig
vilein
95
zich verstoppen achter een versterking
zich verschansen