Thema 3 Flashcards

0
Q

Wat zijn de voortplantingsorganen van een bloem?

A
  • meeldraden

- stamper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Wat ontstaat er bij de geslachtelijke voortplanting van een bloem?

A

Een nieuw organisme uit een bevruchte eicel. De bloemen bevatten de voortplantingsorganen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Meeldraden bestaan uit wat?

A
  • helmknop met stuifmeel

- helmdraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kruisbestuiving?

A

Stuifmeel komt terecht op een stempel van een bloem op een andere plant van dezelfde soort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Buurbestuiving?

A

Stuifmeel komt terecht op een stempel van een andere bloem op dezelfde plant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zelfbestuiving?

A

Stuifmeel komt terecht op eigen stempel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kenmerken insectenbestuiving?

A
  • opvallende kroonbladeren
  • geurende bloemen
  • nectarklier
  • weinig stuifmeel
  • plakkerig stuifmeel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kenmerken Windbestuiving?

A
  • onopvallende kroonbladeren
  • niet geurende bloemen
  • geen nectarklier
  • veel stuifmeel
  • licht stuifmeel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bestuiving?

A

De stuifmeelkorrel uit de helmknop van de meeldraad komt terecht op de stempel van dezelfde plantensoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke verschillende manieren om stuifmeel te verspreiden?

A
  • door wind-> windbloeiers

- door insecten-> insectenbloeiers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is hooikoorts?

A

Een aandoening bij de longen waarbij je gevoelig bent voor stuifmeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bevruchting?

A

Een versmelting van de spermacel en de eicel in het zaadbeginsel. Hierbij ontstaat een bevruchte eicel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke bloemdelen zijn niet meer nodig na bevruchting?

A

Kroonbladeren en meeldraden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke plantendelen groeien na de bevruchting?

A

Vruchtbeginsel en zaadbeginsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Uit wat bestaat een stamper?

A
  • stempel
  • stijl
  • vruchtbeginsel
  • zaadbeginsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly