Thema 3 Flashcards
van prikkel tot reactie
Prikkel-receptor-conductor-effector-reactie
Organismen nemen prikkels waar via receptoren, vanuit receptoren geven conductoren (zenuwen) impulsen naar de hersenen > informatie verwerkt daar + door gegeve aan effectoren (spieren& klieren)
Voor wat zorgt het Skelet
Aanhechtingsplaats voor spieren
Beenderen zijn verbonden op 4 manieren
1) sommige zijn met elkaar volgroeid (onderste 5 wervels van wervelkolom vormen samen heiligbeen)
2) passen met een puzzel in elkaar (op schedel zijn nader waar schedelbeenderen elkaar raken)
3) met elkaar verbinden door kraakbeen (ribben aan het borstbeen)
4) geweichten vormen verdinding tussen beenderen (eleboog, knie)
Gewricht
Verbindt 2 of meer beenderen die tov elkaar bewegen
3 soorten spieren
HARTSPIERWEEFSEL dwarse strepen Geordende ligging 1 celkern Onbewust Langwerpig
DWARSGESTREEPTSPIERWEEFSEL Dwarse strepen Willekeurige spieren Meerdere celkernen Bewust Langwerpig Skeletspieren Geordende ligging
GLAD SPIERWEEFSEL Spoelvormig Onwillekeurige spieren Geen geordende ligging 1 celkern Onbewust (Maag,pupil) Functioneren trager
Ontspannen opgespannen biceps
Ontspannen : biceps ontspannen, triceps opgespannen
Opgespannen: biceps opgespannen, triceps ontspannen
Centraal zenuwstelsel
Ruggenmerg + hersenen
Ruggenmerg functie
Geleidt impulsen vanuit receptoren naar hersenen
Zorgt dat impulsen vanuit hersenenen via ruggenmerg de effectoren bereiken
3 delen hersenen
Grote, kleine, hersenstam
Waarom er veel windingen zijn in de hersenen
Oppervlaktevergroting
Meer ruimte voor hersencentra/hersencellen voor verwerking van signalen
Hersenen bestaan uit 2 helften
Linkerhemisfeer
Rechterhemisfeer
Thalamus
Zorgt voor prikkelfilter
Coördineert informatie die van zintuigen komt
Hypothalamus
Zorgt voor uitwisseling tussen zenuwstelsel & hormonaal stelsel
Hersenstam 3
- verbind ruggenmerg met grote & kleine hersenen
- regelt vitale functies zoals hartslag, ademhaling, spijsvertering, lichaamstemperatuur
- zenuwvezels kruisen elkaar hier ( zenuwvezels linkeroog bereiken rechterhemisfeer, zenuwen rechteroog linkerhemisfeer
Wat gebeurd er als de hersenstam niet meer werkt
Hersendood
Grote hersenen
Voor elk zintuigorgaan is er een specifiek gebied dat impulsen analyseer + betekenis er aan geeft
PRIMAIR MOTORISCH CENTRA: controleren alle bewegingen
SECUNDAIR MOTORISCH CENTRA: controleren ingewikkelde bewegingen + zorgen dat je bewegingen onthoudt
PRIMAIR SENSORISCH CENTRA: gevoel warmte kou pijn
SECUNDAIR SENSORISCH CENTRA: gevoelsprikkels worden verwerkt + waarnemingen onthouden
Hersenbalk
Verbind delen van grote hersenen & zorgt dat beide helften kunnen samenwerken
Kleine hersenen
10% van volume maar meeste neuronen
Coördineren bewegingen + sturen bij
Coördineren evenwicht
Onbewust leren
Dendriet
Vangen impulsen op
+ geleiden naar cellichaam
Axon
Impulsen worden vanuit het cellichaam naar het axonuiteinde getransporteerd
Myelineschede
Neuronen zijn omgeven door myelineschede
Beschermd axon+ voorkomt dat impulsen van het ene neuron naar het naar de andere overspringen + beinvloed snelheid waarmee impulsen worden doorgegeven
Soorten neuronen 3
SENSORISCHE: verbinden receptoren met het centrale zenuwstelsel(huid)
MOTORISCHE: verbinden effectoren met centrale zenuwstelsel(spieren)
SCHAKEL: vormen een verbinding tussen een sensorisch en motorisch neuron (voelen, wegtrekken)
Impulsgeleiding
Rustpotentiaal prikkel actiepotentiaal wordt doorgegeven via axon de impuls bereikt het uiteinde van de axon neurotransmitters gaan naar de volgende zenuwcel, herstelfase, rustpotentiaal
Impulsoverdracht
Elektrische impuls bereikt uiteinde axon van de ene neuron > openen synapsblaasjes met neurotransmitters > die komen vrij in synaptische spleet > overbruggen synaptische spleet > bereiken receptoren van dendrieten (receptor gaat open, pos geladen ionen kunnen dendrieten binnendringen)