Thema 2: sammen Flashcards

1
Q

geloven

A

to believe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoeven

A

to need

dat hoef je niet te geloven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

durven

A

to dare

hij durft het niet met een vliegtuig te reizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

beloven

A

to promise

ik beloof je morgen te mailen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

besluiten

A

to decide

ik besluit in March het examen te doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hopen

A

to hope

ze hopen de koningin een keer te ontmoeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

verwacht

A

expect

ik verwacht dit jaar een betere baan te vinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

liggen

A

to lie

zij ligt op de bank een boek te lezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

staan

A

to stand

ik sta op de bus te wachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly