Thema 2 Flashcards
L’alcool
De alcohol
Le livre
Het boek
Le chien
De hond
Both
Allebei
Seul / seulement
Alleen
S’il te plaît / s’il vous plaît
Alsjeblieft / alstublieft
La pomme
De appel
Le bébé
De baby
Commencer
Beginnen
Important
Belangrijk
Discuter
Bespreken
Cher(e) / meilleur
Beste
Bon rétablissement
Beterschap
La fête de la victoire
Bevrijdingsdag
Le balai
De bezem
Content
Blij
La librairie
De boekwinkel
Le ticket
De bon
Le reçu
Het bonnetje
Le frère
De broer
Le cadeau
Het cadeau
Le carnaval / fête foraine
Het carnaval
La crèche
De crèche
Danser
Dansen
Ca, cela
Dat
Proche
Dicht
Journée mondiale des animaux
De dierendag
Ceci
Dit
La fille
De dochter
Commémoration des morts
Dodenherdenking
Le couple, les époux
Het echtpaar
L’examen final
Het eindexamen
L’un / l’autre
Elkaar
Très, beaucoup
Erg
L’examen
Het examen
La famille
De familie
La fête
Het feest
Le jour férié
De feestdag
La fête, la soirée
Het feestje
Le vélo
De fiets
La bouteille
De fles
La photo
De foto
L’invité, le visiteur
De gast
La naissance
De geboorte
Utiliser
Gebruiken
Toutes mes condoléances
Gecondoleerd
Aucun
Geen
Felicitations
Gefeliciteerd
Fou
Gek
Il y a
Geleden
La chance, le bonheur
Het geluk
La mairie, l’hôtel de ville
Het gemeentehuis
Divorcé, séparé
Gescheiden
Marié
Getrouwd
Donner, offrir
Geven
Agréable, confortable
Gezellig
La famille
Het gezin
Le Vendredi Saint
Goede Vrijdag
Volontiers / aimer (avec un vb)
Graag
Canal / douve
De gracht
La salutation
De groet
Le grand-père
De grootvader
La grand-mère
De grootmoeder
Son, sa, à elle
Haar
Les cheveux
Het haar
Le coeur
Het hart
Sincères félicitations
Hartelijk gefeliciteerd
Ascension
Hemelvaart
Combien
Hoeveel
Pour souligner
Hoor
Ecouter
Horen
Le chien
De hond
Aimer
Houden van
Le mariage
Het huwelijk
Tous / toutes
Iedereen
Avoir son anniversaire
Jarig zijn
Le garçon
De jongen
Ton / ta
Jouw
La pièce / salle / chambre
De kamer
Cantine
De kantine
Le chat
De kat
Noël
Kerstmis
L’enfant
Het kind
Prêt
Klaar
Petit
Klein
Le café
De koffie
Le jour du roi
De Koningsdag