Thema 2 Flashcards
De koopman
Een koopman verdient zijn geld met kopen en verkopen van goederen om er winst mee te maken.
De handelsplaats
Een handelsplaats is een plek waar handelarenbij elkaar kwamen om handel te drijven
Dorestad
Dorestad was de belangrijkste handelsplaats van de Friezen
Handelswerkslieden
Mensen die spullen met de hand maken om te verkopen, zoals stoffen, kleren, manden, vaten.
De doorwaadbare plek
Als een weg een rivier kruist, is dat de doorwaadbare plek
Het barnsteen
Barnsteen is een gele, rode of bruinrode halfedelsteen
De nijverheid
Nijverheid is fabrieken en industrie
Het luxeproduct
Een luxeproduct is iets wat je niet echt nodig hebt, maar wat wel heel fijn of lekker is
De plunderaar
Een plunderaar is iemand die alles uit een huis of een stad steelt
De Noorman
Een Noorman is een krijger uit Scandinavië die in de middeleeuwen leefde
De tol
Tol is geld dat je moet betalen om over een weg of brug te mogen gaan
De stadsrechten
Stadsrechten zijn de rechten die een stad kreeg om zelf rechtspraak te houden en belasting te heffen
De rechtspraak
Bij de rechtspraak beslist een rechter of iemand zich wel of niet volgens de wet heeft gedragen en of hij straf verdient
Het marktrecht
Marktrecht is het recht om een markt te houden
De belasting
Belasting is geld dat de bevolking aan de overheid betaalt voor wegen, scholen enzovoort