thema 2 Flashcards

1
Q

Decentralisatie

A

centrale overheidstaken overhevelen naar lagere overheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Arbeidsmatige dagbesteding (3)

A
  • zeer grote afstand tot arbeidsmarkt
  • Vaardigheden
  • Uitkering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beschut werken (5)

A
  • Grote afstand tot arbeidsmarkt
  • Arbeidscompetenties ontwikkelen
  • Gemeente, sociale werkvoorziening, regulieren werkgever
  • Minimumloon
  • Loonkostensubsidies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Garantiebaan (6)

A
  • Kleine afstand tot arbeidsmarkt
  • extra ondersteuning op werk
  • Arbeidscompetenties uitbreiden
  • Gemeente, sociale werkvoorziening, regulieren werkgever
  • Loonkostensubsidies
  • Doorstroom kansen naar regulier werk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

participatiewet (5)

A
  • Zoveel mogelijk mensen met of zonder arbeidsbeperking aan het werk krijgen
  • Combi van voorheen : wet werk en bijstand (wwb), wet sociale werkvoorziening (wsw), Wajong
  • Arbeidsmatige dagbesteding
  • Beschut werken
  • Garantiebaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de taaken uit de jeugdwet voor de gemeent (5)

A
  • Jeugdbescherming
  • Jeugdreclassering
  • Jeugdzorgplus
  • Jeugd-ggz
  • Jeugd-lvb licht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uitganspunten van de jeugdwet (5)

A
  • Preventie en uitgaan van eigen kracht
  • Opvoedingsklimaat versterken
  • Op tijd en op maat hulp leveren
  • Een gezin, een plan, een regisseur
  • Minder bureaucratie en regelgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Integraal werken

A

Een situatie vanuit meerdere invalshoeken bekijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoofddoelstellingen van WNS (3)

A
  • Gemeenschappelijker: meer samenwerking
  • Professioneler/effectiever: gezamenlijke aanpak kan leiden dat resultaten sneller en goedkoper behaald worden
  • Efficiënter: Meer oog voor algemene voorzieningen zonder maatwerk uit het oog te verliezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De acht bakens van WNS: Organisatie van het aanbod (3)

A
  • Direct eropaf
  • Formeel en informeel in optimale verhouding
  • Doordachte balans van collectief en individueel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De acht bakens van WNS: aansluiting op de burger (2)

A
  • Gericht op de vraag achter de vraag
  • Gebaseerd op eigen kracht van de burger
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De acht bakens van WNS: Werkwijze van de professional (3)

A
  • Integraal werken
  • Niet vrijblijvend, maar resultaat gericht
  • Gebaseerd op ruimte voor de professional
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de drie kanttekeningen van de participatiestaat

A
  • Kwetsbaren/kleine netwerken: klein netwerk, niet willen belasten, overbelastbaarheid, schaamte
  • Kwaliteitsverbetering en bezuinigingen: doordat gemeentes hun eigen budget zelf verdelen, kan het leiden tot verschillen in uitvoering
  • Inzetbaarheid van vrijwilligers: vrijwilligers hebben vaak niet de juiste expertise
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Sociale wijkteams (2)

A
  • zorgt namens de gemeente voor ondersteuning, en zorg en welzijn voor de inwoners
  • Bestaat uit enkele generalisten en aanvullend specialisten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wijkmanager (3)

A
  • Een laagdrempelig aanspreekpunt voor inwoners
  • Onderzoekt de leefbaarheid, veiligheid en sociale cohesie in de wijk
  • Zorgt dat signalen bij de juiste instantie terecht komen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

sociale cohesie

A

onderlinge verbondenheid tussen mensen

17
Q

Commercieel ondernemen in het sociaal werk

A

commerciële onderneming of initiatief die winst maakt en niet (alleen) afhankelijk is van overheidssubsidies

18
Q

Waardendriehoek

A
  • Betrokkenheid: voor wie/van wie
  • Legitimiteit: voegt het wat toe aan het bestaande aanbod
  • Rendement: wat is de winst/kosten in geld en waarde
19
Q

de 10 competenties van een sociaal werker

A
  • Verheldert vragen en behoeften
  • Versterkt eigen kracht en zelfregie
  • Stuurt aan op betrokkenheid en participatie
20
Q

De zwaarte van hulpverlening

A
  • Faciliteren
  • Ondersteunen
  • Interveniëren
21
Q

knelpunten in samenwerking informele en formele hulp voor de professional (3)

A
  • Geen overzicht over informele hulpbronnen
  • In bepaalde culturen is hulp van buitenaf ongewenst
  • Te druk vanwege de caseload
22
Q

WMO (wet maatschappelijke ondersteuning) (4)

A
  • Om mensen zolang mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen
  • WMO loket bij de gemeente
  • 6 weken tijd voor onderzoek
  • Maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen