Thema 2 Flashcards
1
Q
verzadigde koolstofverbindingen
A
organische stoffen waarbij elk koolstofatoom steeds 4 verbindingspartners heeft
2
Q
onverzadigde koolstofverbindingen
A
organische stoffen waarbij sommige koolstofatomen 2 of 3 verschillende bindingspartners hebben
3
Q
koolwaterstoffen
A
organische verbindingen die alleen bestaan uit C / H- atomen
4
Q
op wat eindigt alkanen
A
-aan
5
Q
op wat eindigt alkenen
A
-een
6
Q
op wat eindigt alcoholen
A
-ol
7
Q
op wat eindigt carbonzuren
A
-zuur
8
Q
eigenschapen alkanen
A
- alleen C/H atomen
- enkelvoudige bindingen
9
Q
eigenschapen alkenen
A
- alleen C/H atomen
- dubbele bindingen
10
Q
eigenschapen alcoholen
A
- C/H/O atomen
- OH functionele groep
11
Q
eigenschapen carbonzuren
A
- C/H/O atomen
- COOH functionele groep
12
Q
OH
A
hydroxylfunctie
13
Q
COOH
A
corboxylfunctie
14
Q
4 n-alkanen
A
- methaan
- ethaan
- propaan
- n-butaan
15
Q
2 alkenen
A
- etheen
- propeen