thema 2 Flashcards

1
Q

blauwgrijze harde steen die bruist met een zuur en waarin soms sporen te zien zij van zeedieren of planten

A

arduin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat wordt grind

A

conglomeraat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is groep 4

A

vaste gesteente dat magmatisch wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

zeg de gesteente
je kunt de gesteente niet meer voelen het gesteente blijft niet aan je vingers kleven

A

leem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

zandkorrels zijn zichtbaar en voelbaar

A

zandsteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat wordt zand

A

zandsteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat wordt kalk

A

krijt
kralksteen
arduin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

geen korrels zichtbaar, maar wel laagjes

A

leisteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

magma wordt

A

graniet of porfier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

getseente dat bruist met een zuur en zeer zacht en krasbaar met je vingernagel is

A

krijt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat wordt leem

A

siltsteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat wordt kleisteen

A

leisteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

gesteente dat bruist met een zuur, maar dat geen andere speciale kenmerken heeft

A

kalksteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat wordt klei

A

kleisteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

zeg de gesteente
je kunt de korrels tellen

A

grind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

zeg de gesteente
je kunt de korrels niet meer tellen maar well voelen

A

zand

17
Q

geen korrels zichtbaar, de steen voelt glad aan

A

kleisteen

18
Q

hard gesteente waari duidelijk verschilende kleurvakken te zien zijn

A

graniet

19
Q

wat is groep 2 van gesteente

A

bij sommige van deze gesteentezijn dekorrels door natuurlijke processen nog steviger tegen elkaar gedrukt
daardoor verandert het gesteente en daardoor ook de naam

20
Q

keitjes zijn zichtbaar

A

conlomeraat

21
Q

zeg de gesteente
e kunt de gesteente niet meer voelen het gesteente blijft aan je vingers kleven. het voelt zacht aan

A

klei

22
Q

wat is groep 3

A

kalkstenen wordt gevormt door de harde delen van zeedieren en zeeplanten

23
Q

hard gesteente met heel kleine grijze en witte spikkels of kleurvakjes

A

porfier

24
Q

zandkorrels zijn zichtbaar, maar niet meer voelbaar
je kunt ze niet in de steen met een metalen pen

A

kwartsiet

25
Q

wat wordt zandsteen

A

kwartsiet