Thema 2 Flashcards
geef 3 voorbeelden van voorwerpeigenschappen
vorm, massa, grootte, volume,…
geef 3 voorbeelden van stofeigenschappen
massadichtheid, kleur, viscositeit, oplosbaarheid in water, geleidbaarheid, aggregatietoestand, glans/dof, kook en smeltpunt,
wat is een kookpunt en wat is een kooktraject?
kookpunt: zuivere stof heeft een vast kookpunt, tijdens het koken blijft de temperatuur constant
kooktraject: een mengsel heeft een kooktraject, tijdens het koken verandert de temperatuur
wat is het verschil tussen een homogeen en een heterogeen mengsel?
in een homogeen mengsel zie je de verschillende stoffen niet (vb zout en water) in een heterogeen mengsel zie je duidelijk het verschil van de stoffen (vb olie en water)
wat is een stofeigenschap?
eigenschappen die typisch zijn aan een welbepaalde stof = onveranderlijk
wat is een voorwerpeigenschap?
eigenschappen die afhangen aan het voorwerp = veranderlijk
gas + gas homogeen + vb
gasmengsel: vb lucht
vast + vloeistof homogeen + voorbeeld
oplossing: vb koffie, fruitsap zonder pulp
vloeistof + vloeistof heterogeen + vb
emulsie: onoplosbare vloeistofdeeltjes die door schudden of roeren zich tijdelijk verspreiden tussen andere vloeistofdeeltjes vb lavalamp, vinaigrette
vast + gas heterogeen + vb
rook: vaste stofdeeltjes verspreid in een gas vb stofwolk
gas + vloeistof homogeen + vb
oplossing: gesloten fles champagne
vast + vloeistof heterogeen + vb
suspensie: kleine vaste, onoplosbare stofdeeltjes die door roeren of schudden zich tijdelijk rondzweven in een vloeistof vb fruitsap met pulp
vast + vast homogeen + vb
legering: mengsel van metalen, verkregen door metalen samen te laten smelten en het geheel te laten afkoelen vb brons, inox
gas + vloeistof heterogeen + vb (2x)
schuim: gas verdeeld in een vloeistof vb bierkraag
nevel: kleine vloeistofdeeltjes verdeeld in een gas vb wolk, mist
vloeistof + vloeistof homogeen + vb
oplossing: vb wijn