thema 2 Flashcards
Klimaat
het gemiddelde weer over een lange tijd in een gebied
de grondsoort
Hoe de grond eruit ziet, veen, zand, en klei zijn bijvoorbeeld grondsoorten. Op de ene grondsoort kunnen planten beter groeien dan op de andere grondsoort.
De windrichting
De namen van de richtingen waar wind vandaan kan komen. Zoals NOORD< OOST> ZUID> WEST
De windroos
Een windroos is en ronde schijf waarop alle richtingen staan
Het dorp
een plek waar mensen wonen. IN een dorp wonen minder mensen dan in een stad.
bereikbaarheid
de bereikbaarheid van een plaats is het gemak waarmee je ergens kunt komen. De bereikbaarheid van een stad, is beter dan die van een dorp. In de stad zijn verschillende vormen van vervoer, BUS< TREIN< TRAM< METRO< TAXI. In een dorp niet
het platteland
een plek waar mensen wonen, er is veel ruimte
de ruimte
de plek tussen dingen. Omdat er op het platteland minder huizen staan dan in een stad, is er op het platteland meer ruimte.
De luchtfoto
een foto die wordt gemaakt vanuit een vliegtuig, helikopter, of luchtballon
de satellietfoto
een foto die wordt gemaakt met een satelliet die in een baan rond de aarde zweeft.
goederen vervoer
vervoer dat goederen (spullen) van de ene plek naar de andere plek brengt. voorbeelden zijn een goederen trein of een vrachtwagen
personenvervoer
vervoer dat personen/mensen van de ene plek naar de andere plek brengt (trein, auto, metro)
luchtweg
een weg in de lucht waar vliegtuigen mogen vliegen
de waterweg
een weg op het water waar schepen mogen varen. Je moet tussen de rode en groene boei varen. JE hebt water wegen op zee, rivier en meer.
de schaal
de schaal is een verhouding tussen de afstand op een kaart. de afstand in het echt. 1 cm op papier is in werkelijkheid 1 km. (bijvoorbeeld).