Thema 1: taak gedeelte Flashcards
Wijdingshiërarchie
Iedereen die door wijding tot diaken, priester of bisschop tot de geestelijkheid behoort, maakt deel uit van de wijdingshiërarchie. Dit is in de eerste plaats een geestelijke zaak. Functionele taken vloeien er niet direct uit voort.
Bestuurshiërarchie
De bestuurshiërarchie is een meer concrete uitwerking van de wijdingshiërarchie. Met het groter worden van de Kerk nam het aantal ambten en taken toe en deze kregen geleidelijk aan een rangorde. Voorbeeld van een ambtelijke functies zijn een deken, een pastoor of een kapelaan. Deze bestuurshiërarchie is dus van historische en niet van goddelijke oorsprong.
De Rooms-katholieke Kerk kent de volgende wijdingen:
- debisschopswijding,
- depriesterwijding
- dediakenwijding
De bisschopswijding
Een bisschop staat aan het hoofd van een bisdom. Hij is een opvolger van de apostelen. Zij zetten de leer van de apostelen voort. Hij wordt gewijd door drie bisschoppen. Een bisschop heeft in zijn leven drie wijdingen ontvangen: eerst de diakenwijding, daarna de priesterwijding en tot slot de bisschopswijding.
De priesterwijding
e priester is een tussenpersoon tussen God en de (gelovige) mensen.
Niet elke priester heeft dezelfde ambtelijke functie binnen de Kerk. Zo kan elke priester een specifieke taak hebben:
deken
pastoor
kapelaan
deken
een bisdom bestaat vaak uit een aantal decanaten. De deken staat aan het hoofd van de priesters die werken in het decanaat.
Pastoor
een decanaat bestaat uit een aantal parochies. Aan het hoofd van een parochie staat een pastoor.
Kapelaan
ook wel onder-pastoor genoemd. Een pastoor kan hulp hebben van één of meerdere kapelaans.
De diakenwijding
De diaken assisteert de pastoor van een parochie en draagt mee zorg voor de behoeftigen in de parochie. Hij wordt gewijd door de bisschop. Anders dan voor alle andere ambten die gewijden mogen invullen, staat het ambt van diaken ook open voor gehuwde mannen.