Thema 1 Kenmerken en behoeften van de smd-cliënt Flashcards

1
Q

Vreemdeling
=
Asiel =
Asielzoeker =
Illegalen =

A
  • geen Nederl. paspoort hebben.
  • Asiel: bescherming (bv. vanwege politiek of religie.)
  • Vreemdelingen d. naar ander land komen om asiel aan te vragen
  • Mensen zonder verblijfsvergunning en
    Asielzoekers zonder vluchtelingenstatus.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. IND
A

Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
Dienst die vergunning afgeeft om in Nl. te mogen wonen.

Misc: IND-Overheidsinstelling waar vreemdelingen die in nederland willen blijven, of met een nederlander willen trouwen, maar geen Asiel nodig hebben moeten ook een vergunning aanvragen.: Reguliere aanvragen (Vreemdelingenbeleid) .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Aanmeldcentrum (AC)
    Waar?
    Duur beslissing?
A

Centrum waarin h. Asiel wordt aangevraagd.
Ter Apel en Schiphol
1 etmaal (24H)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

13.Centraal Orgaan Asielzoekers (COA)

A

(Centraal Orgaan Asielzoekers) Orgaan die de aanvraag in behandeling neemt en, Asielzoekers in AZC plaats (als de aanvrager de asielprocedure in mag gaan).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

14.Asielzoekerscentrum (AZC)

A

Centrum waarin de Asielzoeker de procedure ingaat.

Misc: locatie waar een asielzoeker woont tijdens de procedure voor asielaanvraag en het beschikbaar komen van een woning.
In een AZC werken medewerkers van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers(COA). Asielzoekers hebben bij binnenkomst in Nederland weinig bij zich. Hier krijgt iedere asielzoeker een medisch onderzoek en voert gesprekken me het IND. Tijdens het verblijf in het AZC kan de asielzoeker zich voorbereiden op de toekomst en deelnemen aan een burgeringscursus en een cursus nederlands.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

15.Naturalisatie

A

De Nederlandse nationaliteit krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

16.AMA

A

Alleenstaande minderjarige asielzoeker, kinderen en jongeren die zonder familie in Nederland aankomen.

Misc: voogdij overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie beslist of een asielzoeker de status Vluchteling
krijgt?
Gevolg bij negatief?
Gevolg bij positief?

A

IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst) Deze beslissing kan erg lang duren.
Negatief – moet nederland verlaten
Positief – Status vluchteling, ontvang voorlopige verblijfsvergunning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Naast COA verdere organisaties die vluchtelingen aan werk helpen:

A

UWV Werkbedrijf
Vluchtelingenwerk Nederland
Hersteld vertrouwen in de toekomst (HIT)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Taken in een AZC:

A

Asielzoekers informatie geven over (begeleiden bij)
De asielprocedure, inburgering, over leer- en kennistrajecten, directe omgeving, geld. (De waarde, van geld, wat je ermee kunt doen en wat je ermee moet doen, bv. Boodschappen betalen) Van iedere asielzoeker moet een digitaal dossier gemaakt worden. Hierin komt verslag van alles wat invloed kan hebben op het verlenen van een verblijfsvergunning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wet Inburgering (2007)

A

Mensen (buiten de EU) die lange tijd in Nederland willen blijven of nederlander willen worden, moeten een inburgeringexamen afleggen. Ze hebben hiervoor 5 jaar de tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wie zijn Illegalen, wie geeft ze hulp:

A

Mensen zonder verblijfsvergunning.
Asielzoekers zonder vluchtelingenstatus.
RUIS ( Regionaal Utrechts Illegalen Samenwerkingsverband) en de Kerk Helpen in noodgevallen illegalen mensen, zodat ze beroep kunnen doen op de gezondsheidszorg, onderwijs voor kinderen of juridische bijstand. Politie moet vluchtelingen helpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Doel Koppelingswet:

Uitzonderingen op de koppelingswet:

A
Tegen gaan van illegaal verblijf in Nederland.
Geen recht op diensten van de overheid. (Sociale voorzieningen zoals:
•	Bijstand
•	Bijzondere bijstand
•	Kinderbijslag en kindertoeslag
•	Huurtoeslag en zorgtoeslag
•	Studiefinanciering) 
Iedere instantie die over sociale voorzieningen gaat, zoals de gemeente, controleert bij de aanvraag of iemand hier recht op heeft.
Uitzonderingen op de koppelingswet zijn:
•	Gezondheidszorg
•	Onderwijs voor kinderen
•	Juridische bijstand
(Hebben ook recht op hulp politie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

17.Daklozen

A

Mensen die (letterlijk) geen dak meer boven hun hoofd hebben door brand of een andere calamiteit. Veel mensen krijgen het voor elkaar het probleem zelf op te lossen en voor nieuw onderdak te zorgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

18.Thuisloze

A

iemand die door bijvoorbeeld armoede, verslaving of een psychiatrische ziekte geen dak meer boven zijn hoofd heeft en geen sociaal netwerk heeft dat kan ondersteunen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

19.Potentiële dakloze

A

Dreigen op straat te komen.

bv. huurschuld, sterke vervuiling woning of buurtoverlast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

20.Feitelijke dakloze

A

Werkelijk geen dak boven zijn hoofd.
geldgebrek.
verblijft op straat of incidenteel in de dag- en nachtopvang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

21.Residentiële dakloze

A

iemand die langdurig in een sociaal pension

verblijft binnen of buiten de maatschappelijke opvang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

22.Marginaal gehuisveste

A

Tijdelijk ergens huisvesting gevonden
zonder zekerheid dat hij daar kan blijven, bv: kraakpand
caravan
iemand in de achtertuin
iemand zolderkamertje (zonder permanente zekerheid).

Misc: ME - Mobiele Eenheid kan kraakpand ieder moment afbreken of ‘schoonvegen’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

23.Begeleid zelfstandig ex-wonende daklozea

A

woont in woonbegeleidingscentrum, bijna zover weer zelfstandig kan wonen.

Misc: Evt. Psychische aandoeningen zijn onder controle.
Schuldhulpregeling.
Leven weer op orde krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

5 Soorten Dakloosheid:

A
Begeleid zelfstandig ex-wonende dakloze
Marginaal gehuisveste 
Residentiële dakloze 
Feitelijke dakloze
Potentiële dakloze
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Instanties, instellingen bij hulp en begeleiding aan dak- thuislozen:
(Taken zijn erg afhankelijk van de instelling waar je werkt.)

A
  • Centrum voor dienstverlening (CVD) (Opvang)
  • sociale pensions (Opvang)
  • woonbegleidingscentra (Opvang)
  • gemeentelijke sociale dienst

Misc: belangrijkste taken - voorlichting, advies.
hoe kun je je inschrijven als woning zoekende
hoe kan je uitkering aanvragen
wegwijzen n. medische hulpverleners die dak thuislozen helpen of behandelen.
(onbelangrijk: De sociale dienst heeft bv. een fictief adres, waar je je in kunt schrijven. Dat heet een fictief adres. Je krijgt je uitkering dan wekelijks uitbetaald. Totdat je een eigen woning hebt gevonden en je je daar kunt laten inschrijven in het bevolkingsregister van de gemeente. Met dat adres heb je recht op een daklozenuitkering. )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

24.Wet sociale werkvoorziening (WSW)

A

Wet die het mogelijk maakt dat mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking een (beschermde) werkplek krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Er zijn mensen met een verstandelijke beperking en?

A
  • geestelijke beperking.

- verstandelijke en geestelijke beperking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

25.Woningcorporatie of woningvereniging

A

Organisatie die woonruimte
verhuurt waarvan een deel bestemd is voor sociale verhuur.
misc: verplichting volgens volkshuisvestingsbeleid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

26.Sociale huurwoning

A

woning die een huurprijs heeft die ook betaald kan

worden door mensen met weinig financiële middelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Noem enkele uiteenlopende problemen van Huurders die op het bestaansminimum leven.

A

Kinderen gaan niet altijd trouw naar school, hangen thuis of op straat rond, Huurachterstanden, schulden, helpen bij aanvraag huurtoeslag, attenderen op speciale regelingen voor mensen met weinig inkomen.

28
Q

Sociaal buurtbeheer

A

Bijdrage leveren aan een sociale, veilige leefbare buurt door samen te werken met organisaties (bv. Woningverenigingen en –coporaties) en mensen. (bv. Buurtbewoners)

29
Q

27.Reclassering (NL)

A

het resocialoseren van daders en verdachten, die in aanraking zijn geweest met justitie.
Resocialoseren = door begeleiding en ondersteuning, het gedrag positief te beïnvloeden en risico’s te beheersen, leren ze zich op een goede manier, zonder strafbare feite te plegen, te handhaven in de maatschappij.
Doel: verminderen en voorkomen van crimineel gedrag voor een veiligere samenleving.

30
Q

28.Resocialiseren

A

Door begeleiding en ondersteuning leren zich op een goede manier, zonder strafbare feite te plegen, te handhaven in de maatschappij.

31
Q

29.Delict

A

Strafbaar feit

32
Q

30.Jeugdreclassering

A

Reclassering gericht op 12 tot 18-jarigen, leren
jongeren verantwoordelijkheid te nemen voor eigen gedrag en de (financiële) gevolgen. Confronteert hen met de gevolgen van hun gedrag op slachtoffers in een dader-slachtoffer-leerproject.

33
Q

31.Bureau Halt

A

bureau dat de wettelijke maatregelen Halt-afdoening bij jongeren van 12 tot 18 jaar uitvoert en de (vrijwillige) maatregel Stop-reactie bij kinderen onder de 12 jaar. Zij doet aan preventie door het geven van voorlichting op scholen en adviseert gemeenten, winkeliers-
en sportverenigingen over de aanpak van veelvoorkomende jeugdcriminaliteit.

34
Q

32.Halt-afdoening

A

wettelijke (geen justitiële) maatregel voor jongeren van
12 tot 18 jaar die lichte vergrijpen gepleegd hebben als bijvoorbeeld overlast, brandstichten, vandalisme of diefstal plegen. (hoogtens 2 x, bij 3. delict wordt hij voorgeleid voor de officier van Justitie).

35
Q

33.Stop-reactie

A

Vrijwillig ondersteunend aanbod voor opvoeders van

kinderen tot 12 jaar die met de politie in aanraking zijn gekomen omdat zij een klein strafbaar feit gepleegd hebben.

36
Q

Gedetineerd, detineren .

A

Gevangen houden.
Het is voorstelbaar dat mensen die bv. een periode gedetineerd zijn geweest, een minder goede relatie hebben gekregen met het thuisfront.

37
Q

6 taken Reclassering Nederland:

A
  • Bezoekt het liefst direct na aanhouding
  • Geeft adviezen over strag en begeleiding
  • Traint daders in beter gedrag
  • Houdt toezicht op hun handelen
  • Organiseert werk en leerstraffen
  • Begeleidt graag de terugkeer in de samenleving.
38
Q

34.Schuldhulpverlening

A

hulpverlening die betrekking heeft op financiële

hulp.

39
Q

35.Minnelijke schuldoplossing

A

de Kredietbank neemt de schuld over en koopt schuldeisers af.

40
Q

36.Nationaal instituut voor budgetvoorlichting (Nibud)

A

instituut dat onderzoek doet naar inkomsten en uitgaven van huishoudens, informatie geeft over aflossing van schulden.

41
Q

37.Kredietbanken

A

Banken die de schulden van mensen over kunnen
nemen. De cliënt heeft dan alleen nog maar te maken met de kredietbank en niet meer met tal van verschillende schuldeisers.

42
Q

38.Bureau Sociaal Raadslieden (BSR)

A

bureau dat hulp op psychosociaal gebied verleent, bijvoorbeeld sociale voorzieningen, verzekeringen,
arbeidszaken, gezondheidszorg, vreemdelingenzaken, juridische zaken, belastingzaken.

43
Q

39.Slachtofferhulp Nederland :

A

Instantie die slachtoffers van een ongeluk of

misdrijf, familieleden en getuigen helpt.

44
Q

40.Fiom

A

Instantie die hulp en ondersteuning biedt aan slachtoffers van huiselijk en seksueel geweld (zowel mannen als vrouwen), bij ongewenste
zwangerschappen, ongewenste kinderloosheid, afstand doen van een kind, afstammingsvragen en adoptie.

45
Q

Slachttofferhulp helpt slachttoffers van: (7)

A
  • Geweld
  • Beroving
  • Inbraak
  • Verkeersongevallen
  • Seksueel misbruik
  • Huiselijk geweld
  • Stalking
46
Q

Blijf-van-mijn-lijfhuis.

A

Vrouwenopvang - met eventuele kinderen - hier zijn ze veilig voor agressie van hun vriend of echtgenoot. Ook zijn er speciale opvanghuizen voor mannen.

47
Q

41.Tienermoeder

A

meisje dat vóór haar 21e zwanger is geworden en een kind hebben gekregen.

48
Q

Waar kunnen Tienermoeders terecht voor informatie, advies en opvang ?

A

Fiom (richten zich ook op directe familieleden)
Vrouwenopvang,
Leger des Heils
Jongeren Informatie Punt (JIP)

49
Q

Uitkeringsgerechtigden betekenis + noem 2

instellingen die een belangrijke rol spelen bij hulp

A

Iemand die recht heeft op een uitkering, werkloze.
Het gaat om een andere groep dan de ‘gewone’ werkloze. Hier speelt ook vaak sociale uitsluiting en stille armoede mee. Maken langdurig en veelvuldig gebruik van welzijnsinstellingen, zijn minder zelfredzaam en stellen zich afhankelijk op.
- BSR Bureau Sociaal raadslieden
- Gemeentelijke sociale dienst .

50
Q

BSR Bureau Sociaal Raadslieden betekenis + taken

A

wijst mensen de weg binnen het doolhof van sociale voorzieningen, wetten en regelingen.

  • Geeft antwoord op vragen
  • verstrekt advies
  • verleent diensten
  • bemiddelt
  • begeleidt
  • kan zorgen voor verwijzing naar andere instellingen alle informatie, adviezen en diensten worden gratis verstrekt.
51
Q

Gemeentelijke sociale dienst .

A

Helpt mensen die onder de armoedegrens leven met een bijzondere bijstand. (Voorwaarde; kan alleen voor kosten die noodzakelijk zijn en die nergens anders vergoed worden, zoals extra hoge stookkosten die iemand heeft, omdat de woning extra verwarmd moet worden vanwege ziekt of eigen bijdragen voor rechtshulp, kraamhulp, of hulpmiddelen

52
Q

42.Ambulante verslavingszorg

A

Zorg die ingrijpt bij acute intoxicatie, hulp geeft bij afkicken en werkt aan stabilisering van de situatie van de verslaafden (door bijvoorbeeld uitgifte van methadon), werkt outreachend.

53
Q

43.Semi-murale verslavingszorg

A

Biedt deeltijd- of dagbehandeling en dag-

en nachtopvang.

54
Q

44.Intramurale verslavingszorg

A

richt zich op crisisopvang, lichamelijke ontwenning, behandeling en voorbereiding op terugkeer naar de maatschappij.

55
Q

45.Verslavingsreclassering

A

richt zich op verslaafde arrestanten en
gedetineerden, kijkt naar mogelijkheden voor hulpverlening (vroeghulp en begeleiding bij het eerste politiecontact, begeleiding van reïntegratie), regelt de behandeling, organiseert en begeleidt door de rechter opgelegde taakstraffen.

56
Q

46.Verslavingsbegeleidingsafdeling (VBA)

A

afdeling in de gevangenis die gedetineerden begeleidt bij het afkicken

57
Q

47.Strafrechtelijke Opvang Verslaafden (SOV)

A

maatregel die het mogelijk maakt dat verslaafde (mannelijke) gedetineerden die minstens drie veroordelingen in de afgelopen vijf jaar achter de rug hebben en die niet zijn afgekickt ondanks eventuele eerdere behandeling, gedwongen opgenomen worden in een speciale inrichting.

58
Q

5 soorten verslavingen

A
  • Bevredigen van lustgevoelens (internetten, computergames, hardlopen, seks, vet en zoet eten, sms’en en gokken)
  • opwekken van een roes (alcohol, heroïne)
  • kalmerende middelen (pijnstillers, slaapmiddelen, cannabis zoals Marihuana en Hasjiesj)
  • stimulerende middelen (koffie, tabak, cocaïne, XTC, amfetamines zoals doping, speed, pep.)
  • hallucinogene middelen ( LSD, Cannabis, padddo’s)
    (Sommige drugs zijn bij spaarzaam gebruik kalmerend, maar werken bij overmatig gebruik hallucinerend, zoals cannabis).
59
Q

48.Centrum Werk en Inkomen (CWI)

A

Instantie die mensen aan werk helpt
door werkaanbod, begeleiding, opleiding of omscholing,
arbeidsreïntegratie voor werklozen die moeilijk aan werk kunnen komen.

60
Q

49.Juridisch Loket

A

onafhankelijke organisatie die informatie en advies geeft aan mensen die menen onrechtvaardig behandeld te zijn of onterecht ontslagen te zijn door de werkgever.

61
Q

50.Zwerfjongeren

A

jongeren die de aansluiting met de maatschappij kwijt zijn geraakt; niet meer naar school gaan, niet meer thuis wonen, maar op tijdelijke adressen of op straat.

62
Q

51, Formule Wonen-Leren-Werken

A

een veilige plek, vertrouwde begeleiding,

structuur, hulp bij het vinden van werk of bij het afronden van studie.

63
Q

52.Sociale kaart

A

verzameling databestanden met gegevens over
(maatschappelijke) organisaties met naam- en adresgegevens, links naar
de websites, informatie over de diensten en producten.

64
Q

53.Open minded

A

zonder vooroordelen.

65
Q

54.Empathie

A

meeleven tonen.

66
Q

Organisaties waar jongeren terecht kunnen:

A

Stichting Zwerfjongeren Nederland (SZN)
Raad voor Kinderbescherming
Crisisopvang (Acute opvang voor jongeren)
Jongeren Informatiepunt (JIP)