thema 1 - erfelijkheid Flashcards
opbouw lichaam (5)
1) Cel
2) Weefsel
3) Orgaan
4) Stelsel
5) Organisme
celkern (definitie)
= coördineert de werking van cel
+ bevat de code voor erfelijk kenmerken van organisme
–> DNA
celmembraan (definitie)
= de cel begrenzing die transport van stoffen in en uit de cel regelt
(naar buiten/ binnen kunnen)
cytoplasma (definitie)
=vloeistof die opgeloste stoffen voor cel bevat
gen (definitie)
Stuk DNA dat unieke code voor één kernmerk bevat
DNA (definitie)
–> Bevat erfelijke informatie
–> Gesperaliseerd tot een chromosoom om compacter te zijn
soorten basen (4)
G= guanine
C= cytosine
A= adenine
T= thymine
hoeveel lichaamscellen ?
46 chromosomen ,
bevruchting in lichaam
- Kunstmatige inseminatie
Bevruchting buiten lichaam
- Ivf
Zaadcel bij eicel - ICIS
Zaadcel wordt in eicel gebracht door pipet
–> mogelijk om DNA aan te passen
naturen
Dingen die je erft , ligt vast
hoeveel voorplantingscellen?
23 chromosomen
overschrijven stap 1
Stuk van DNA-code wordt overgeschreven naar gekopieerde code
vertalen stap 2
Gekopieerde code wordt vertaald naar kenmerk van mens
nurture
Dingen die je mee krijgt van je omgeving, invloed van omgevingsfactoren
Mutaties of genotypische veranderingen
=onomkeerbare veranderingen in het DNA
Zijn aanwezig bij geboorte
Of vinden plaats onder invloed van omgevingsfactoren (huidkanker, UV- stralen)
Omgevingsfactoren
=Fenotypische en genotypische veranderingen veroorzaken
Modificaties of fenotypische veranderingen
=omkeerbare wijzigingen van fenotype
Onder invloed van omgeving (gekleurd haar hebben, beugel,..)
Biotechnologie
Tak van wetenschap die zich richt op bestuderen en manipuleren van DNA van levende organismen
Kiembaan gen bewerking
= aanbrengen van genetische veranderingen die aan nageslacht worden doorgegeven
Somatische gen bewerking
Ziekteverwekkend DNA uit niet – reproductieve cellen van lichaam bewerken
CRISPR – technologie
Nieuwe technologie waarmee DNA nauwkeurig en op een effectieve manier kan worden aangepast
gevaren CRISPR – technologie
Stuk DNA Meer bescherming bieden tegen ene ziekte, maar bv kan op kanker verhoogt
mutatie
= permanent
Genotypische veranderingen
Bv. verkorting staartbeen
Onomkeerbare wijzigingen in DNA
Modificatie
= tijdelijk
Fenotypische veranderingen
Bv. gele tanden door roken
Omkeerbare wijzigingen in DNA
dubbele helix
structurele vorm van DNA