thema 1 Flashcards

1
Q

wat is het dynamisch evenwicht

A

de relatie tussen prooien en jagers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

def prikkel

A

waarneembare verandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

def homeostase

A

het behouden van de inwendige parameters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wanneer staan de huidmondjes open

A

als de plant in een vochtig milieu is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wanneer zijn de huidmondjes gesloten

A

als de plant in een droog milieu is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

def prikkeldrempel

A

minimumsterkte waarbij een prikkel waarneembaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

def prikkelgewenning

A

prikkel wordt niet meer opgemerkt na een tijdje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

def prikkelfilter

A

filterstation in hersenen die bepaalt hoe sterk prikkels aan de hersenen worden doorgegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

def mechanoreceptoren

A

gevoelig voor druk en beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

smaakreceptoren

A

gevoelig voor smaak en opgeloste stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

geurreceptoren

A

gevoelig voor gasvormige stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

chemoreceptoren

A

reageren op een verandering in de temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

pijnreceptoren

A

beschadingen detecteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

fotoreceptoren

A

geprikkeld door bepaalde golflengtes van het stralingsspectrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

elektroreceptoren

A

elektrische signalen detecteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

magnetoreceptoren

A

geprikkeld door magnetische velden

17
Q

zichtbaar licht

A

straling die je met het blote oog kunt waarnemen

18
Q

straling

A

het uitzenden van energie als golven

19
Q

golflengte

A

de afstand tussen twee opvolgende toppen van de golf

20
Q

lichtstraal

A

de pijl waarmee we de zin van het licht aanduiden

21
Q

middenstof

A

een stof waar je het voorwerp door kan zien

22
Q

lichtbreking

A

licht die door een andere middenstof gaat, breekt

23
Q

receptorcellen

A

dieren vangen met deze cellen uitwendige prikkels op