Thema 1 Flashcards
arteria (a/aa)
slagader
articulatio (art)
gewricht
glandula (gl)
klier
musculus (m/mm)
spier
nervus (n/nn)
zenuw
vena (v/vv)
ader
aorta
lichaamsslagader
abdomen
buikholte
cerebrum
hersenen
sinister
links
dexter
rechts
craniaal
richting de kop
dorsaal
rugkant
ventraal
buikkant
anterior (ventraal)
voorzijde
posterior (dorsaal)
achterzijde
mediaal
binnenzijde ten opzichte van as
lateraal
buitenzijde ten opzichte van as
magnus
groot
minor
klein
longus
lang
brevis
kort
distaal
richting uiteinde ledemaat. Waar de grond raakt
proximaal
op ledemaat richting lichaam. Vanaf de grond
internus
inwendig
externus
uitwendig
humaan
met duimen naar buiten gericht
caudaal
richting de staart
rostraal
richting snuit
axiaal
in de as
paraxiaal
naast de as
abaxiaal
van as af
ataxiaal
naar as toe
sagitaal vlak
dwarsdoormidden (tussen links en rechts)
transverse vlak
dwarsaansnedes (door lichaam heen)
coronaal vlak
voor en achtervlak
truncus
meerdere takken van zenuwen of bloedvaten
thorax
borstholte
diafragma
middenrif
coeloomholte
met thoracale en abdominale regio
septum
scheidingswand