Th lymfocyten in humorale afweer

Question 1

wat zijn de functies van Th t.o.v. B cellen?

Answer 1

expansie, iso-type switching, affiniteitsmaturatie, differentatie (geheugencellen)

Question 2

Wat gebeurt er in de vroege fase en waar?

Answer 2

grens paracortex en primaire follikel. b-cel proliferatie, initiele antilichaam secretie, een klein beetje isotype switching, activatie via CD40L op de effector Th-cellen

Question 3

Wat gebeurt er in de late fase en waar?

Answer 3

follikel: kiemcentrum affiniteitsmaturatie, geheugencelvorming, veel isotype switching , plasmacellen

Question 4

hoe zorgen de expressie moleculen op de Th en B cellen ervoor dat ze naar elkaar toe migreren?

Answer 4

Th; CCR7 expressie daalt, CXCR5 stijgt B; CCR7 expressie stijgt (migreert naar tcel zone), CXCR5 daalt (na 1/2 dagen)

Question 5

hoe worden de b cellen door Th geactiveerd?

Answer 5

vgl. met macrofaag activatie; Th1 herkent antigen en icm CD40L activeert hij de B cel(heeft CD40 constitutief op het membraan) ook worden de b-cellen geactiveerd door de cytokines gesecreteerd door Th cellen; IL-2,4,6,21 en BAFF

Question 6

Wat gebeurt er bij de signalisatie via CD40?

Answer 6

recrutering van TRAF/ TNF recepter associated factor/ die zorgen voor signaal ri cytoplasmatische gedeelte van CD40. (vervolgens een cascade van andere enzymen)

Question 7

Waar vindt de secundaire activatie van b cellen plaats?

Answer 7

extrafolliculair of in het kiemcentrum

Question 8

Hoe gaat de extrafolliculaire bcel activatie?

Answer 8

de bcellen die via CD40L getriggered worden, ontwikkelen tot kortlevende plasma cellen. het extrafolliculaire activatie vergt een Tfh die naar de follikel migreert en zijn vereist voor de kiemcentrum reactie.

Question 9

Hoe gaat de kiemcentrum reactie?

Answer 9

na blootstelling van een antigen(4/7 dagen) differentieert Th totTfh l en drukt CXCR5 uit die ervoor zorgt dat de Tfh migreert naar het follikel. geactiveerde b cellen keren terug naar follikel en profileren. donkere zone; snel delende cellen=centroblasten. deze delen tot centrocyten die verder differentieren in de lichte zone. drukken Bcl-6 repressor uit.

Question 10

Wat zijn FDC

Answer 10

folliculaire dendritische cellen drukken complement receptoren( CR1,2,3) en Fc-recpetoren uit. hebben een functie bij het selecteren van de centerocyten. worden vnl teruggevonden in de lichte zone van het kiemcentrum, samen met Tfh

Question 11

kenmerken Tfh

Answer 11

CXCR5, ICOS (inducible co-stimulator), IL21, Bcl-6, IL-4, IFN-γ

Question 12

Wat is de functie van IL-21?

Answer 12

vorming van kiemcentrum en b-cel differentiatie tot plasmacellen.