Test p. 11-24 Flashcards

1
Q

Functie indicator.

A

Een indicator duidt aan of een stof zuur, base of neutraal is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat bestudeert chemie?

A

de samenstelling, de bouw en de eigenschappen van stoffen, en de veranderingen die deze stoffen ondergaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uit wat bestaan voorwerpen?

A

Stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

definitie zuivere stof

A

Een stof die slechts uit één soort deeltjes is opgebouwd. De stof bevat geen vreemde bestanddelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voorwerpeigenschappen

A

volume
massa
vorm
grootte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vul de tabel van VOLUME aan

A

grootheid: volume
symbool: v
SI-eenheid: kubieke meter
symbool: m3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vul de tabel van MASSA aan

A

grootheid: massa
symbool: m
SI-eenheid: kilogram
symbool: kg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Stofeigenschappen

A
Aggregatietoestand
uitzicht (kleur en glans)
oplosbaarheid
massadichtheid
kook- en  smeltpunt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aggregatietoestanden TABEL

A

zie pagina 18

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voorbeeld van: (stofeigenschappen, oplosbaarheid)
oplosmiddel
opgeloste stof

A

oplosmiddel: water

opgeloste stof: zout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Stofeigenschap massadichtheid definitie

A

Deze stofeigenschap geeft de verhouding weer tussen de massa en het volume van een stof bij een bepaalde temperatuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Massadichtheid van water

A

Water heeft bij 4 graden een massadichtheid van 1000kg/m3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
Mengsel of zuivere stof?
klei
leidingwater
ijzer
lucht
zuurstofgas
A
mengsel
mengsel
zuivere stof
mengsel
zuivere stof
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kooktemperatuur van water

A

100 graden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

mengsels definitie
homogeen
heterogeen

A

van dezelfde soort

van een verschillende soort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geef 2 voorbeelden van een HOMOgeen mengsel

A

water en suiker

water en ontsmettingsmiddel

17
Q

Definitie van een HOMOgeen mengsel

A

Een mengsel waarbij verschillende bestanddelen met het blote oog niet meer van elkaar onderscheiden zijn

18
Q

Geef 2 voorbeelden van een HETEROgeen mengsel

A

water en zand

water en olie

19
Q

Definitie van een HETEROgeen mengsel

A

Een mengsel waarbij de verschillende bestanddelen met het blote oog van elkaar te onderscheiden zijn.

20
Q

Definitie van SUSPENSIE

A

Vaste deeltjes die een vloeistof blijven zweven

bv. een smoothie, sinaasappelsap

21
Q

Definitie van EMULSIE

A

Vloeibare deeltjes die in een andere vloeistof blijven zweven
bv. vinaigrette, mayonaise