Test 1.Fig taalgebruik Flashcards
in de melk te brokkelen hebben
l te zeggen hebben
naar iemands pijpen dansen
doen wat een ander zegt
scheve ogen geven
jaloezie veroorzaken
uit den boze
ongewenst; ongepast
de dans ontspringen
aan het gevaar ontsnappen
een hoge borst opzetten
eigenwijs en hoogmoedig zijn
in arren moede
ten einde raad; boos en teleurgesteld
de kluts kwijt
in de war
praten als Brugman
zeer overtuigend spreken
zijn poot stijf houden
niet toegeven
ten langen leste
uiteindelijk; ten slotte
door de knieën gaan
met tegenzin akkoord gaan
tegen zich in het harnas jagen
door eigen toedoen boos maken
in zijn maag zitten met
geen raad weten met
zijn kans schoon zien
van de gelegenheid gebruikmaken
betaald zetten
vergelden; straffen; de rekening vereffenen
tot in lengte van dagen
nog heel lang; tot het eind der tijden
zonder slag of stoot
zonder enige tegenstand
wijd en zijd bekend zijn
overal bekend zijn
Wie kaatst, moet de bal verwachten.
Wie een ander plaagt, kan verwachten dat die iets terug doet.
van heinde en verre
van dichtbij en veraf
Boontje komt om zijn loontje.
Iemand krijgt wat hij verdient (iets ongunstigs
de eigen boontjes doppen
de eigen zaken regelen zonder hulp van anderen
een blauwe boon
een kogel
een heilig boontje zijn
erg braaf doen, maar niet altijd braaf zijn
- er voor spek en bonen bij zitte
er voor niets bijzitten
honger maakt rauwe bonen zoet
als men honger heeft, smaakt alles
in de bonen zijn
verward zijn
gepokt en gemazeld
zeer ervaren
voor spek en bonen
zonder enige betekenis
dood en verderf zaaien
moorden en plunderen op grote schaal
schering en inslag
vaak voorkomend
zo stijf als een bonenstaak
bijzonder stijf
in kannen en kruiken
goed geregeld en voor elkaar
mitsen en maren
voorwaarden; bezwaren
kant noch wal raken
nergens op slaan; onzin zijn
kommer en kwel
ellende; narigheid
te hooi en te gras
op ongeregelde tijden; zo nu en dan
van toeten noch blazen weten
volkomen onkundig zijn; van niets weten
voor galg en rad opgroeien
zodanig de jeugd doorbrengen dat je crimineel wordt
de lusten en de lasten
plezierige en minder plezierige zaken
Er zit kop noch staart aan.
Elk logisch verband ontbreekt.
ergens koud noch warm van worden
zich ergens niets van aantrekken
hemel en aarde bewegen
alles doen om iets gedaan te krijgen
Het kan vriezen, het kan dooien.
Het kan alle kanten uit gaan.
als puntje bij paaltje komt
als het erop aankomt
door roeien en ruiten gaan
je door niets laten tegenhouden
door schade en schande
door fouten te maken
Het is buigen of barsten.
Het moet hoe dan ook gebeuren.
kind noch kraai hebben
geen familieleden hebben
de tering naar de nering zetten
de uitgaven aanpassen aan de inkomsten
een aardje naar zijn vaartje (hebben)
qua karakter op zijn vader lijken
handel en wandel
doen en laten; gedrag
het reilen en zeilen
dagelijkse) gang van zaken
hutje bij mutje leggen
samen de kosten dragen
met vallen en opstaan
door mislukkingen
stank voor dank krijgen
in plaats van dankbaarheid commentaar. krijgen
tussen hoop en vrees leven/zweven
in onzekerheid zitten over de afloop f na
in geuren en kleuren
zeer uitvoerig en gedetailleerd