Terminologie van neoplasie Flashcards
1
Q
Tumor/neoplasma
A
Versnelde groei die ongecoördineerd verloopt.
2
Q
Benigne neoplasma
A
Tumorcellen blijven verzameld in 1 enkele massa -> niet kwaadaardig.
3
Q
Maligne neoplasma
A
Tumoren die kunnen metastaseren.
4
Q
Carcinoom
A
Tumor v epitheliale oorsprong.
5
Q
Sarcoom
A
Tumor v skeletspier, bot of bidweefsel oorsprong.
6
Q
Lymfoom
A
Tumor v lymfatische oorsprong.
7
Q
Glioom
A
Tumor v gliale steuncellen i/h CZS.
8
Q
Goedaardig neoplasma
A
Trage groei en blijven ingekapseld. Ze metastaseren niet.
9
Q
Kwaadaardige neoplasma
A
Snelle groei en blijven niet ingekapseld. Ze metastaseren gemakkelijk.
10
Q
Metastasering
A
verspreiden naar andere lichaamsdelen.