Terminologie Flashcards

1
Q

Hyperkeratose

A

Verdikt, compact stratum corneum door massale keratineproductie. Het is een standaard reactiepatroon van de huid. Zoals eelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Orthokeratotische hyperkeratose

A

Als de keratine volledig is uitgerijpt, dan is dit puur keratine en vet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Parakeratotische hyperkeratose

A

Als de keratine niet volledig is uitgerijpt zie je ook nog kernen van de apoptotische cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Akanthose

A

Het stratum spinosum is verdikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rete ridges

A

Instulpingen van de dermis in de epidermis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Epidermale hyperplasie

A

Alle lagen van de epidermis zijn verdikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Premature apoptose van keratinocyten

A

Afgeronde cellen die losgekomen zijn van hun omgeving en in apoptose zijn in een omgeving waar geen apoptose is. Daarnaast wordt het apoptotisch lichaampje gefagocyteerd door een nabijliggende epitheelcel. Meestal zie je dit bij inwerking van toxines.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Spongiosis

A

Intercellulair oedeem in de epidermis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Intracellulair oedeem

A

Hydropische degeneratie van de keratinocyten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Acantholytische cellen

A

Onder het stratum corneum verwacht je normaal levende epitheelcellen. Acantholytische cellen zijn losgelaten, levende keratinocyten in een subcorneale pustule die voor de rest gevuld is met neutrofielen. Loslaten van epitheelcellen uit de omgeving wijst op een auto-immune blokkage van de desmosomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Intra-epidermale cleft

A

Loslating tussen het stratum basale en het stratum spinosum. Ook typisch voor de auto-immune aandoening pemphigus vulgaris.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Keratine parels

A

De verschillende strata gaan binnen de epidermis zelf keratine parels vormen. Je ziet dit enkel wanneer de epitheelcellen niet in de juiste richting groeien, dus wanneer ze tumoraal zijn geworden→squameus cel carcinoma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Keratine cyste

A

Een heel dun laagje van epitheelcellen, stratum corneum en dan massa’s keratine. Er is dus atrofie van de levende epitheellagen. Wanneer een deel van de epidermis ingesloten zit in de dermis, gaat die op zichzelf keratine vormen. Zo’n keratine parel wordt alsmaar groter tot een keratine cyste.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Comedo’s

A

Opstapeling van zachte keratines in infundibula van de follikels. Er is ook atrofie van de levende epitheellagen van de follikel. Zo’n atrofiën wijzen op een hormonale stoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hyperpigmentatie

A

Massale toename van pigment. Wanneer er veel pigment zit onder de basale membraan, is dit een tumorale proliferatie van melanocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Pigment incontinentia

A

Melanine opgenomen in de macrofagen van de dermis, het zit hier dus ook onder basaalmembraan maar niet in dezelfde maten als bij een tumor. Melanosomen kunnen loskomen uit de epidermis en in de dermis terecht komen, waar ze gefagocyteerd worden door de macrofagen. Melanine zit normaal in de stratum basale van de epidermis, in de melanosomen, dat organellen van de melanocyten zijn.

17
Q

Acanthosis nigricans

A

Hyperpigmentatie, ruwe huid, soms roodheid. Typisch in de lies en de oksel. Gaat vaak gepaard met jeuk (likken en bijten). Het is een immunopathologie: atopie (bij honden).

18
Q

Vitiligo

A

Depigmentatie van de epidermis van de neusspiegel en rond de ogen, die evolueert tot een bepaald punt maar niet verder. Het is het in apoptose gaan van de melanocyten, meestal beperkt tot bepaalde gebieden. Komt geregeld voor bij schimmelvolbloeden, waarbij je vlekjes ziet aan de neus en rond de ogen→Arabian Fading Syndrome. Etiologie is vaak onbekend.

19
Q

Leukotrichie

A

Er is depigmentatie van de haren. De etiologie is soms onbekend, maar soms wel gekend, zoals mechanische druk ter hoogte van de schoft bij een paard. Als het erger wordt, kan dit alopecie worden en kan er callusvorming zijn.

20
Q

Traumatische huidletsels

A

Traumatisch verworven leukotrichie, de mildste vorming
• Callus
• Hygroma: verworven subcutane bursa boven een beenuitsteeksel
• Druknecrose → decubituswonden
• Likdermatitis
• Hypergranulatieweefsel: de fibroblasten van de dermis gaan toenemen en meer collageen
produceren, de bovenliggende huid is necrotisch. Hierdoor krijg je massa’s vaatbindweefsel, oftewel hypergranulatieweefsel. Paarden zijn hier heel gevoelig aan, zeker aan de distale ledematen. Het groeit boven de contouren van de wonde, waardoor het de heling hindert.
• Calcinosus circumscripta: wanneer er necrose is van de vetcellen van de hypodermis, komen vetten vrij die gaan verzepen. Hierrond gaan macrofagen en reuzencellen zich organiseren, dit is calcinosus circumscripta en is een harde bobbel onder de huid.
Brandwonden
Ontstaan niet altijd door directe inwerking van vlammen, maar ook gewoon door verhitting. Wanneer een te hoge temperatuur inwerkt op de huid, krijg je naargelang de ernst verschillende reacties. Huidwonden van een erge graad genezen heel traag.
• Graad 1: erytheem en oedeem, geen necrose
• Graad 2: coaggulatienecrose van de keratinocyten, waardoor er onder de epidermis
opstapeling is van vocht (subepidermale bullae) en oedeem van de dermis
• Graad 3: coaggulatienecrose van de epidermis, de dermis en de haarfollikels (want de
epitheelcellen van de follikels ondergaan ook necrose)
• Graad 4: coaggulatienecrose van de huid, de subcutis en onderliggende weefsels

21
Q

Irriterende contactdermatitis

A

Door bv. chemische vloeistoffen, er is necrose van de epidermis.

22
Q

Actinisch huidletsel = dermatitis solaris

A

Typisch beeld bij katten met witte oren. Intens UV-licht kan necrose geven van het epitheel. Op deze plaatsen ontstaat het risico op squameus cel carcinoma door mutaties in het DNA.

23
Q

Fotosensibilisatie

A

Wanneer de lever beschadigd is of welbepaalde toxische stoffen zijn opgenomen, kunnen epitheelcellen daardoor degenereren en necrose ondergaan. Dit wordt versterkt wanneer het om toxines gaan die geactiveerd oiv UV-licht→fotosensibiliserende toxines. Deze geven aanleiding tot necrose van de dermis, typisch waar UV-licht de dermis kan bereiken, dus plaatsen waar er niet- gepigmenteerde haren zijn.

24
Q

Zink-responsieve dermatose

A

Degeneratieve pathologie van de huid tgv verhoogde behoefte aan zink. Dit geeft een hyperkeratotisch, schilferig aspect met opvallende alopecie. Geeft een gelijkaardig beeld bij schimmels en schurft.

25
Q

Telogeen effluvium

A

Wanneer dieren levensbedreigend ziek zijn, kan het gebeuren dat ze op een dag tijd al hun haren verliezen.

26
Q

Epitheliogenesis imperfecta

A

De epidermis is in bepaalde gebieden van de huid niet tot ontwikkeling gekomen, soms is het niet leefbaar. Kan ook voorkomen in de mondholte. De bescherming naar de buitenwereld ontbreekt, waardoor je enorm verlies van vocht en plasma krijgt, anderzijds in werking van schadelijke pathogenen uit de omgeving.

27
Q

Ichthyosis congenita

A

= congenitale schubbenhuid
Een niet leeftbare aandoening. Er is een mutatie in een sulfatase dat tussenkomt in de loslating van de individuele cellen van het stratum disjunctum. Het sulfatase gaat de desmosomen losmaken. Als dat enzyme niet werkt, wordt het stratum corneum alsmaar dikker. Dit ontstaat al in utero, dan is er al turn-over van epitheel. Wanneer de foetus ter wereld komt, gaat de epidermis uitdrogen en krijg je een verharde korst. Door de beweging gaat dit barsten en krijg je kloven.

28
Q

Hypotrichosis

A

Wanneer dieren niet (voldoende) behaard zijn. Het is een raskenmerk bij de Chinese naakthond en de Sfinx kat. Naargelang het geval kan je soms wel nog kleine donshaartjes zien. Soms zie je wel nog follikels, maar die wel abnormaal klein zijn.

29
Q

Epidemolysis bullosa

A

Er is een mutatie in de hemi-desmosomen die de epidermis vasthouden tegenover de dermis. Hierdoor zit de epidermis niet goed vast, waardoor je de epidermis (en de klauwen/nagels) ‘eraf kan trekken’. Klinisch kan je hetzelfde beeld zien bij oudere dieren wanneer deze een auto-immune reactie ontwikkelen tegenover deze hemi-desmosomen→bulleus pemphigoïd.

30
Q

Dermatosparaxie = Ehlers-Danlos syndroom = cutis hyperelastica = fragile skin

A

Er is een mutatie in het collageen van de dermis, die de stevigheid van de huid geeft. De huid is hier abnormaal scheurbaar, de dieren gaan op termijn heel veel en erge littekens ontwikkelen. De elastine is wel intact en de huis is dus abnormaal uitrekbaar.

31
Q

Cutane mucinose

A

Aangeboren afwijking bij de Sharpei, waarbij de hond abnormaal veel proteoglycanen aanmaakt in de dermis. Ze nemen abnormaal toe in hoeveelheid, waardoor er meer water wordt gehouden in de dermis. De proteoglycanen wijzigen in samenstelling met de leeftijd, pasgeboren dieren hebben proteoglycanen die meer water vasthouden.

32
Q

Intertrigo

A

Het is een dermatitis die te wijten is aan het feit dat de huid vochtig blijft en dat er Staphylococcen proliferatie is, waardoor er een ontsteking is thv huidplooien. Door de plooi is het oppervlak afgeschermd van de buitenkant, waardoor de bacteriën kunnen woekeren.

33
Q

Naevus

A

Moedervlekken = geboortvlekken zijn een plaats waar de huid veel donkerder is, dit is een pigment naevus. Een naevus wil zeggen dat er op die plaats abnormaal veel van een bepaalde component is. Bij huisdieren zie je dit nauwelijks omdat de huid vaak al gepigmenteerd is en ook nog eens behaard is.
Er kan ook een collageen naevus zijn, waardoor je op die plaats een bult hebt. Het verschil met een tumor is dat het niet groter of kleiner wordt. Histologisch zie je enkel veel meer collagene bundels. De cellen van het stratum corneum kunnen abnormaal veel aanwezig zijn→lineaire naevus, een verdikte korst. Soms is er een epidermale naevus, dit is een variant.