Tentamen stof Flashcards

1
Q

Inkoop

A

ondersteunend proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

lange definitie inkoop

A

De externe bronnen van alle goederen en diensten die noodzakelijk zijn
voor de bedrijfsuitoefening, de bedrijfsvoering en de instandhouding van het bedrijf tegen de voor
de organisatie gunstigste voorwaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Korte definitie inkoop

A

Inkoop is alles waar een externe factuur tegenover staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Drie opmerkingen over de korte definitie

A

 Doordat alles wordt meegenomen worden dus alle binnenkomende facturen meegerekend.
Dus voor o.a. artikelen, grondstoffen, water, licht en ook de belastingdienst. Je kunt om ruis
te voorkomen uitgaven die onder inkoop vallen maar de inkoopfunctie niet beïnvloeden, later
bewust buiten beschouwing laten.
 Ook ontvang je externe facturen voor (on)bewust inkopen zoals het stilzwijgend laten
verlengen van een contract. Je hoeft dus niet bewust te ondernemen voor inkoop.
 Als laatst maak je onderscheid naar de tijdsperiode, waarvoor je een product of dienst
koopt. Investeringen vallen ook onder inkoop. De inkoop doe je en de factuur betaal je ook.
Het aantal jaren van afschrijving doet niet ter zake.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verantwoordelijkheden inkoopfunctie

A
  1. verminder strategische kwetsbaarheid
  2. zorg voor continuiteit in de bedrijfsprocessen
  3. verlaag inkoopgebonden kosten
    - effectiviteitsverbetering (kosten, administratie, logistiek, kwaliteit): afhankelijk van de leverancier
    - efficientieverbetering (management, personeel, informatiesystemen, procedures, processen en hulpmiddelen) : afhankelijk van de inkoopafdeling
  4. uitbesteden product- en procesinnovatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

inkoopfunctie:

A

voorziet de organisatie van de benodigde goederen en diensten op de
daarvoor bedoelde tijdstippen en voert dit op de meest efficiënte en effectieve manier uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Inkoopproces zelf goed ondersteunen door =

A

 Informatie krijgen over het budget v.d. klant en financiële middelen inkoopfunctie
 Personeel en organisatie goed neer te zetten
 Standaardmethoden en –procedures te gebruiken, denk aan
offertebeoordelingsmethoden en aanbestedingsprocedures
 Informatievoorziening te organiseren voor de inkopers zelf, interne klanten en
leveranciers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

3 typen koopsituaties

A

Routine- of herhalingsaankoop, gewijzigde herhalingsaankoop (productspecificaties,
leveranciersvoorwaarden of leveranciers wijzigen) of nieuwe aankoop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

belangenverstrengeling

A

Als de belangen van beiden afdelingen uit elkaar lopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

secundaire inkoop

A

facilitaire inkoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

primaire inkoop

A

primaire activiteiten zoals productie en verkoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

aangrenzende vakgebieden met inkoop

A

= Facility managment, Logistiek en Supply chain

management

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Door uitbesteding van activiteiten

A

neemt het variabele deel van de kosten en het

inkoopaandeel toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Purchasing Excellence

A

een zaak van
doorzettingsvermogen en van ‘een lange adem.
Je kan een percentage berekenen aan de hand van de inkooporders en inkoopcontracten
hoeveel van dit inkoopvolume de inkoopafdeling zelf afhandelt. Als het percentage onder de
25% ligt kan je zeggen dat de inkoopafdeling haar bestaansrecht binnen de organisatie nog
niet voldoende heeft aangetoond. Is het boven de 75%, kan je zeggen dat het op de goede
weg is richting Purchasing Excellence.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het Purchasing Excellence-programma

A

om kwalitatieve gegevens te beoordelen. Het
doel van dit programma is om via verbeterde inkoopprocessen de inkoopfunctie te
professionaliseren en aantoonbare kostenbesparingen te realiseren. “Benchmarking” ofwel
het vergelijken van (inkoopprocessen) vormt een integraal onderdeel van het programma. Aand e hand van MSU inkoopmodel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

MSU inkoopmodel

A

volwassenheidsniveau van de inkoopfunctie, organisatieonderdeel of geheel van samenwerkende organisaties vaststellen. vergelijken met grootste bedrijven op dit niveau (purchase excellence niveau). –> professionaliseren van de inkoopfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

volwassenheidsmeting doe je op

A

8 strategische en 6 ondersteunende processen op het gebied van inkoop en supplymanagement.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

strategische processen

A
  1. besluitnemen over inbesteding of uitbesteding
  2. ontwikkelen v een strategisch inkooppakket
  3. optimaliseren van het leveranciersbestand
  4. ontwikkelen en managen van leveranciersrelatie
  5. optimaliseren van product en procesinnovatie en ontwikkeling
  6. integratie van leveranciers in het orderrealisatieproces
  7. het verbeteren van leveranciersprestaties en bewaken en vergroten van kwaliteit
  8. strategisch kostenmanagement
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

ondersteunende processen

A
  1. vaststellen van plannen en beleid voor inkoop
  2. inrichting van inkooporganisaties
  3. ontwikkelen van inkoopprocedures
  4. prestatieindicatoren voor inkoop
  5. informatietechnologie voor inkoop
    .6 human resource management
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

activiteiten: Sourcing

A

 Beoordelen inkoopvolume van een organisatie (Wat wordt tot nu toe verkocht)
 Beoordelen mogelijke leveringsbronnen (Wie kan wat leveren)
 Ontwikkelen strategie om de leveringen op continue basis te garanderen (Wat kunnen we
waar kopen tegen minimale kosten en risico’s)
 Identificeren en selecteren geschikte leveranciers
 Contracteren geselecteerde leveranciers en het implementeren van deze contracten binnen
de organisatie
 Up-to-date houden van kennis over markten, leveranciers en leveranciersprestaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

sourcing

A

tactisch inkopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

één leverancier selecteren bij de selectiefase.

A

Singlesourcestrategie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

meerdere leveranciers.

A

Multiplesourcestrategie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Afspraken over de prestaties van de leveranciers leg je vast in een overeenkomst

A

Service level agreement (SLA)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Servicelevelrapportage =
1. Het vaststellen van de prestatie-indicatoren (Key Performance Indicators, KPI’s). 2. Het vaststellen van de meetmethode, het meetinstrument, de te behalen norm en de frequentie van de meting
26
Communicatiestructuur =
1. strategisch overleg ( 1 keer per jaar over contract verleging of beeindiging) 2. tactisch oveleg (1 keer per 6 maanden over verbeteringstraject) 3. operationeel overleg : (1 keer per 3 maanden over werkafspraken, procedures en resultaten)
27
presentatie indicator
een afspraak wat gemaakt is met je leverancier en andersom
28
segmenten van leveranciers
hoge aantrekkelijkheid voor klant + hoge concurrentiepositie= kernsegment hoge aantrekkelijkheid voor klant + lage concurrentiepostiie= ontwikkelsegment lage aantrekkelijkheid voor klant +hoge concurrentiepositie: exploitatiesegment lage aantrekkelijkheid klant + lage concurrentiepositie = lastpaksegment
29
lastpaksegment
Klantenbinding is moeilijk binnen dit segment omdat je als opdrachtgever gemakkelijk zonder al te veel kosten kunt overstappen naar een andere leverancier.
30
ontwikkelsegment
De leverancier heeft de keuze uit twee richtingen om de grote concurrentie voor te zijn. Hij kan zijn producten richting het kernsegment verplaatsen door waarde te creëren. Dit doet hij door: 1. Levering van een volledig productassortiment 2. Levering van een goede productservice 3. Goede leverbetrouwbaarheid en kwaliteit 4. Productie uit de keten veranderen naar eigen productieproces Bij de tweede richting merkt de leverancier dat hij de concurrentiestrijd verliest. Hierdoor moet hij zich terugtrekken en op zoek gaan naar andere klanten/markten.
31
exploitatiesegment
De leverancier heeft hier een zeker machtspositie ten opzichte van de klant. Met relatief weinig verkoopinspanningen realiseert hij een maximaal resultaat. Het gevaar hierin is dat hij te afwachtend en “zelfverzekerd” wordt waardoor klanten sneller opzoek gaan naar andere leveranciers.
32
kernsegment
Het belangrijkste segment voor een leverancier levert een maximale bijdrage aan de winst met langdurige contractuele relaties. Ook is het continue zoeken naar efficiencyverbeteringen op allerlei gebieden van belang.
33
leveranciersbeleid
Bij het aantrekken en afstoten van leveranciers is het belangrijk, dat je eenduidige criteria hanteert. Het is van belang om de leveranciersmarkt goed in kaart te brengen en de afspraken hierover vast te leggen in contracten (extern gericht) of strategieplannen (intern gericht).
34
inkoopactiviteiten
``` operationele inkoop (uitvoeren afspraken) tactische (initiele) inkoop (contractafspraken) ```
35
tactische (initiele) inkoop
 Specificeren van wat er precies nodig is voor de organisatie. Er wordt gekeken naar: de effectiviteit en uitvoerbaarheid (realistisch)  Selecteren van een of meerdere leveranciers  Contracteren van de geselecteerde leveranciers.
36
operationele inkoop
 Bestellen of afroepen van de goederen of diensten  Bewaken van levertijden en foutieve bestellingen, leveringen en/of facturen corrigeren  Nazorg betreft het afhandelen van claims en creditfacturen, archiveren van besteldocumenten en het evalueren van de leveranciersprestaties.
37
buying
begint in de selectiefase en eindigt in de bestelfase en soms in de fase van het bewaken. Het gaat hier om de commerciële aspecten van het inkoopproces.
38
specificatiefase (tactische inkoop)
stel je de inkoopspecificaties vast via een PvE (programma van eisen). Ook wel bestek genoemd in de bouwsector/overheid. Ook komt de make or buy-vraag aan de orde. Dit is de keuze of je het product/dienst in eigen beheer laat of gaat uitbesteden.
39
verantwoordelijkheid specificeren in de specificatiefase inkoop
Het specificeren is de verantwoordelijkheid van de interne klant, hij bezit ook over het budget. ‘Wie betaald die bepaald’. Je kan wel meehelpen door standaardformats of methodieken te geven, kritische vragen te stellen over het probleem dat opgelost gaat worden en alle relevante wensen en eisen te vermelden zodat er geen onduidelijkheden zij
40
Activiteiten contractmangementproces:
- fasen van inkopen - fasen van registreren - fasen van uitvoeren - fasen van beheren
41
fasen van inkopen
specificeren van de eisen - effectiviteit - uitvoerbaarheid selecteren contracteren
42
fasen van registreren
 Registreren contracten in een database  Archiveren contracten op een veilige plek  Kopiëren en distribueren contractinformatie
43
fasen van uitvoeren
Uitvoeren van de juiste prestaties met de juiste kwaliteit  Bewaken prestaties leverancier  Beëindigen na de afgesproken levertijd
44
fasen van beheren
Uitvoeren periodieke controles op de contracten | Inrichten en opschonen fysieke archieven en digitale databeses.
45
De technische specificatie van een product
leggen de producten of diensten tot in detail vast. gebruikt een leverancier als input voor de fabricagevoorbereiding. Wanneer je besluit het product zelf te maken, werk je deze specificaties uit in productietekeningen en bewerkingsopdrachten. Als je het product inkoopt vormt de specificatie de aansturing v.d. leverancier.
46
In de specificatiefase zorgt de inkoper dat hij van toegevoegde waarde is op het volgende:
1. Vastleggen van duidelijke procedures 2. Specificaties eenduidig formuleren 3. Voor van specificaties die zijn toegeschreven naar een bepaald merk 4. Een duidelijke omschrijving creëren van de acceptatieprocedure 5. Zorgen voor een standaardformat voor offerteaanvraag, concept contractvoorwaarden en beoordelingsmodel
47
Twee soorten specificaties
De functionele specificaties omschrijven de functie v.d. producten of diensten die je inkoopt De technische specificaties leggen de producten of diensten tot in detail vast. Vb automaat: Functioneel = je wilt de automaten binnen je organisatie huren en je heeft aan hoeveel medewerkers ervan gebruik van maken. Technisch = multifunctionele, A3 en A4 format.
48
specificatiefase afronden door
een complete offerte aanvraag inclusief contractvoorwaarden en beoordelingsformulier in te dienen
49
Aanleiding van de offerteprocedure
e kan zijn een aflopend contract, weggevallen leverancier wegens tekortkoming of een compleet nieuwe behoefte.
50
Beoordelen van offertes kun je in twee principes toepassen
1. Laagste prijs. Je kijkt of de offerte voldoet aan de vooraf gestelde (minimum)eisen, waarbij de laagste prijs de doorslag geeft. Je kan deze methode alleen toepassen als het product/dienst geen onderscheidend vermogen heeft zoals kopieerpapier. a. Minimumeisen stop je in het PvE zodat je kwaliteit krijgt bij ‘de laagste prijs’ optie 2. De beste prijs-kwaliteitsverhouding. Eerst kijken of de leverancier voldoende gekwalificeerd is en in welke mate de offerte voldoet aan de selectie- en gunningscriteria. Dit doe je door alle scores van beoordelaars bij elkaar op te tellen. a. Prijs telt een bepaald % mee en kwaliteit telt een bepaald % mee
51
Beoordeling van de offerte
wordt gedaan met de algemene/specifieke minimumeisen (knockoutcriteria) Als aan de minimumeisen is voldaan ga je verder met de beoordeling van de ‘selectiekwalificatiecriteria’. Na het opstellen en verzenden van de offerteaanvraag kom je in de selectiefase.
52
selectiecriteria
Zijn verdeeld in minimumeisen waar een leverancier aan moet voldoen (ME) en de overige selectiecriteria (OS). Deze laatste groep van vragen bepaalt welke leveranciers doorgaan naar de beoordeling van de gunningscriteria. (100 punten hierover verdelen)  Standaardverklaringen (ME): Zijn o.a. geheimhouding verklaringen, faillissement, bewijs van inschrijving in handelsregister, aansprakelijkheidsverzekering afgesloten etc.  Met financiële gegevens (OS) zoals o.s. de ratio solvabiliteit en bankverklaring  Met beschrijving van o.s. de kernactiviteiten, personeel en uitrustig (OS)  Met formulieren van kwaliteitszorg en –borging (OS) (kwaliteitscertificaat etc.)  Met een formulier referenties (OS) naar aard, omvang en gerealiseerde resultaten.
53
gunningcriteria
```  Prijzen en tarieven  Contractvoorwaarden  Kwaliteit v.d. producten/diensten  Kwaliteit van de services en/of onderhoud  Maatschappelijk verantwoord inkopen  Managementinformatie ```
54
Als de interne klant en de inkoper elkaar regelmatig ontmoeten, zullen zij afspraken vastleggen. Dit kan op 3 niveaus.
1. Strategisch niveau - Accountplan 2. Tactisch niveau - Projectplan 3. Operationeel niveau - Werkafspraken
55
Accountplan
Stel je in samenwerking aan het eind van ieder jaar op. Beschrijving van wat je het komend jaar gaat doen. Denk aan missie, visie, historie, huidige stand van zaken, kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen van de interne klant.
56
Projectplan (tactisch)
Dit gaat over de offerte- of (Europese) aanbestedingsprocedures voor inkoopsegmenten. Per project stel je een projectplan op Met:  Doelstellingen. Aanleiding, doelstellingen, afbakeningen resultaten  Projectorganisatie. Projectaanpak, taken en rollen, risicoanalyse  Communicatie en besluitvorming. Communicatie: afspraken vastleggen. Besluitvorming: Bij aanvang weten wie mag in het project mag beslissen.  Projectmanagement. Tijdsplanning (datum) en capaciteitsplanning (activiteit met schatting v.d. tijd)  Afsluiting en vervolg. Concreet aangeven wat er wanneer wordt afgesloten en welke acties daarna nog moeten plaatsvinden.
57
kwalitatieve en kwantitatieve resultaten
kwalitatief over kwaliteit, kwantitatief over directe inkoopbesparingen
58
inkoopbesparingen
 Make or buy. Besparingen die je realiseert door het uitbesteden van productieactiviteiten.  Inkooppolitiek  Concurrende offertes.  Optimale bestelfrequentie en optimale bestelhoeveelheid.
59
Werkafspraken -
Een beschrijving van de werkzaamheden wie wat doet in het operationele inkoopproces en een uitwerking van de bijbehorende procedures, processen en werkinstructies. Vastlegging kan via een handboek operationeel inkoopproces of via intranet toegankelijk maken.
60
De contractuele fase =
= De onderhandelingsfase die leidt tot een overeenkomst.
61
Met het contract
sluit je de fase van tactische inkoopproces
62
Soorten aanbod: (contracten)
 Het bindende aanbod.  Het onherroepelijk bindende aanbod. Bevat een termijn voor aanvaarding.  Het vrijblijvende aanbod. Intrekken van het bod kan altijd ook als het is aanvaard.  Een uitnodiging voor onderhandeling. Je plaatst een advertentie, een inkoper accepteert dit bod, maar je kan het bod afslaan.  Het onvolledige aanbod. De prestaties van de leverancier zijn nog onduidelijk.
63
operationele inkoop
bestelling, bewaken en nazorg
64
Verborgen kosten
n nemen toe als bijvoorbeeld leveringen te laat zijn, door schuld van de leverancier.
65
Automatisering van inkopen is vaak geen succes omdat..
doordat inkopers niet bij de ontwikkeling | van de inkooptoepassingen worden betrokken
66
Bestelfrequentie
. Aantal keer per tijdsperiode dat je een bestelling plaatst.
67
Bestelinterval
periode tussen twee bestelmomenten waarin je niet kan inkopen
68
bestelpunt
Niveau waarbij je een nieuwe bestelling moet plaatsen om voorraad op niveau te krijgen
69
Het terugdringen van kleine orders: | kleine orders zijn ongunstig omdat de orde in waarde geringer wordt, maar de kosten vaak blijven
```  Verhoging bestelhoeveelheid per order o Inrichting centraal magazijn voor eigen opslag goederen o Verzameling meerdere kleine bestelaanvragen o Gebruik vaste bestelkalenders  Verlaging bestelkosten o Afroeporders o Vermindering aantal formulieren  Combinatie van vorige twee methoden o Raamcontracten o Verzamelfacturering ```
70
soorten inkooporders
-standaardinkooporders: staan op zichzelf, geen onderdeel van een contract, dienen alle relevante orderinformatie te bevatten - bijzondere inkooporders: (onderdeel van een raamcontract)  Haalbonnen. Interne klanten krijgen deze papieren inkooporders mee  Blanket orders. Ook wel open-en-orders, waarbij de leverancier van tevoren geen zekerheid krijgt over de af te nemen aantallen.  Afroeporders. De producten staan al vast, alleen moeten de aantallen nog worden ingevoerd. - Overige bijzondere inkooporders: Back-, split-, repeat-, spoedorder. Back = Deel v.d. levering dat niet op het afgesproken tijdstip is plaatsgevonden, nalevering is nodig. Split = Dit is een afgesproken deellevering die je eerder of later laat leveren. Repeat = Een herhaling van de laatst geplaatste inkooporder bij dezelfde leverancier. De eerste fase sluiten we af met het (elektronisch) versturen van de inkooporder.
71
overduelijsten
= Lijsten waar inkooporders opstaan vermeld die al geleverd moesten worden
72
Manieren levertijd bewaken:
 Uitzonderingen bewaken. Als de interne klant ‘piept’ komt de inkoper in actie  Routinematig status bewaken. Inkoper vraagt na of hij op die dag mag leveren  Geavanceerd status bewaken. Nachecken of de inkooporders goed zijn  Op locatie bewaken.
73
bewaken (operationele fase inkoop)
inkoper is de politieagent tegenover de leveranciers 1. Door het bewaken van de levertijden, ontvangst en factuurafhandeling. 2. Door het bewaken van de leveranciersprestaties
74
nazorg (operationele fase inkoop)
inkoper geeft toegevoegde waarde in: 1. Zijn adviezen 2. Uit handen nemen v.d. zorg voor het correct afhandelen van claims door meer-minderwerk 3. Rapporteren en bewaken van leveranciersprestaties. Verkopers noemen nazorg ook wel aftersales.
75
inkoopanalyses
1. Analyse inkoopvolume (het verleden) 2. Analyse contractuele verplichtingen (het heden). De beste analyse omdat het in het nu is 3. Analyse budgetten (de toekomst)
76
totale inkoopvolume
Een optelsom van alle factuurbedragen in een jaar
77
spendanalyse
Een analyse op basis van de uitgaven van je interne klant per afdeling. op basis van kwantitatieve gegevens. Door de analyse wordt duidelijk hoe belangrijk de interne klant is voor de resultaten van het bedrijf. Je inkoopvolume bepaalt hoeveel aandacht je aan je klant moet besteden.
78
drie belangrijkste parameters bij de spendanalyse
1. Het inkoopvolume 2. Het aantal leveranciers 3. Het aantal facturen
79
20-80 regel =
Dat 20% van je interne klanten zorgt voor 80% van je inkoopvolume. Aan de 80% moet je dus aandacht geven. Je categoriseert je interne klant op basis van belangrijkheid. Dit maakt de indeling van de prioriteitenlijst van de interne klanten. Zo kunnen inkopers en inkoopmanagers bepalen op wie zei zich moeten richten. Dit vergroot de efficiëntie en effectiviteit van de inkoopactiviteiten en de daarbij horende resultaten.
80
Abc analyse
maakt duidelijk hoeveel geld je organisatie uitgeeft, hoe en aan welke leveranciers. Je kan zo nagaan welke segmenten je de meeste aandacht moet geven.
81
Mate van invloed op het financieel resultaat (profit impact) toename bij:
Deze invloed neemt toe als: o Inkoopvolume groot is o Aandeel in de kostprijs en marge van het eindproduct groot is o Prijsniveau beïnvloedbaar is door concurrentiestelling en volumeafspraken
82
Mate van toeleveringsrisico (supply risk) toename bij:
Dit risico neemt toe als: o Je afhankelijk bent van 1 leverancier of andersom o Het schaarse producten of diensten zijn o Omschakeling van leverancier veel kosten met zich meebrengt o Bezettingsgraad van een leverancier groot is o De leverancier financiële problemen krijgt
83
voor een inkoopportofolio heb je nodig
crediteurenanalyse inkoopsegmentenanalyse commodity analyse
84
inkoopportefolio kraljic=
hoge mate van invloed financieel resultaat + hooge mate van toeleveringsrisico: strategische producten hoge mate van invloed financieel resultaat + lage mate van toeleveringsrisico: hefboomproducten lage mate van invloed financieel resultaat + lage mate van toeleveringsrisico = routineproducten lage mate van invloed financieel resutlaat + hoge mate van toeleveringsrisico = knelpuntproducten.
85
Oogststrategie
eigen positie is sterker dan die van de leverancier: - scherp onderhandelen over prijs - inkoopvolume spreiden meerdere leveranciere - uitbesteden van je voorraad aan leveranciers + bestellen op afroep
86
evenwichtsstrategie
samenwerken! evenveel aandeel - verbeteren van kwaliteit - verkorten van de doorlooptijd - aandacht schenken aan innovatie
87
diversificatiestrategie
sterk afhankelijk van leverancier, volgen - strategische voorraden houden, niet misgrijpen - afsluiten van jaarcontracten (verzekerd) - zoeken naar nieuwe leveranciers - vervangende producten/materialen zoeken - zelf produceren/fabriceren producten
88
accountplanner
levert een kwantitatieve bijdrage in de vorm van bezoeken en aantallen uitgebrachte offertes. Kwalitatief inhoudelijk doet hij door een accountplanning. Dit kan de verkoper ook doen
89
accountplanning (taken accountplanner)
 Verzamelen, opslaan en benutten van relevante interne klantinformatie  In kaart brengen van inkoopmogelijkheden bij de interne klant op kort, mid en lange termijn  Formuleren van kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen voor de interne klant  Bepalen en prioriteitstellen van acties om die doelstellingen te realiseren  Evalueren van de voortgang, rapporteren en herzien van een accountplan of strategie
90
contractproces
De fase afsluiten kent de volgende subfasen: Specificeren eisen en wensen, selecteren leverancier(s) en contracteren leverancier(s)  De fase uitvoeren kent de volgende subfasen: Leveren producten en diensten, bewaken beheren en managen contract en betalen facturen.  De fase beëindiging kent de volgende activiteiten: Verlengen, wijzigen en verlengen en opzeggen.
91
Contractmanagement vereist een projectmatige aanpak verdeeld over 4 fase
1. Besluitvorming; business case 2. Voorbereiding; projectplan 3. Implementatie; contractmanagementbeleid 4. Overdracht; beheer afspraken