Tentamen 30 Mei Flashcards
Privaatrecht
Recht dat betrekking heeft op geschillen tussen burgers onderling, tussen bedrijven onderling of burgers en bedrijven
Publiekrecht
Het recht dat de verhouding tussen burgers en de overheid regelt
Staatsrecht
Het recht inzake de staat als organisatorisch verband (intern binnen de overheid)
Bestuursrecht
De regels waar de overheid zich aan moet houden bij het nemen van besluiten (overheid en burger)
Koninkrijk der Nederlanden
Nederland, Aruba, Curacao, Sint Maarten (+ Statuut)
Nederland (land)
Europees deel plus de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius, Saba) (+ Grondwet)
Rechtsstaat
Een staatsvorm waarin de overheid gebonden is aan het recht
Politiestaat
Een staat waarin de overheid doet wat zij wil
Klassieke rechtsstaat
Een staatsvorm waarin wederzijdse rechten en plichten van burgers en overheid zijn vastgelegd in wetten
Sociale rechtstaat
Er zijn wetten en voorzieningen geregeld door de overheid om de welvaart en het welzijn van burgers te beschermen en te bevorderen
Nederlands staatsbestel
Monarchie, rechtsstaat, democratie, voorrang voor het internationale recht en een gedecentraliseerde eenheidsstaat
4 elementen rechtsstaat
Legaliteitsbeginsel, spreiding der machten, onafhankelijkheid van de rechtspraak en erkenning van grondrechten
Legaliteitsbeginsel
(1) Ten eerste moet alles wat de overheid doet, gebaseerd zijn op de wet.
(2) Ten tweede mogen (de meeste) nieuwe wetten niet met terugwerkende krachten worden toegepast
Legaliteitsbeginsel
(1) Ten eerste moet alles wat de overheid doet, gebaseerd zijn op de wet.
(2) Ten tweede mogen (de meeste) nieuwe wetten niet met terugwerkende krachten worden toegepast
Trias politica
Wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht
Klassieke grondrechten
De burgerlijke en politieke rechten (kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod)
Sociale grondrechten
De economische, sociale en culturele rechten (recht op werk, huisvesting of onderwijs)
Horizontale werking grondrechten
Ook geldig voor burgers onderling
Horizontale werking grondrechten
Ook geldig voor burgers onderling
Twee elementen democratie
Algemene verkiezingen en ministeriële verantwoordelijkheid
Dualisme (internationaal recht)
Wetgevende en uitvoerende macht worden door onafhankelijke organen uitgevoerd
Monisme (internationaal recht)
Een zeer sterke verwevenheid van het parlement en de regering, oftewel de wetgevende macht en de uitvoerende macht
Kenmerken eenheidsstaat
(1) Geen lagere overheden
(2) Strikte zin maar weinig eenheidsstaten
Kenmerken federatie
(1) Deelstaten hebben eigen bevoegdheden
(2) Bevoegdheden zijn (in het algemeen) in de Grondwet vastgelegd
(3) Veelal een Constitutioneel Hof om conflicten te beslechten
Kenmerken van de gedecentraliseerde eenheidsstaat
(1) Bestaan van lagere overheden met eigen bevoegdheden
(2) Centrale overheid bepaalt welke bevoegdheden de lagere overheden hebben
(3) Er kan sprake zijn van variatie in de bevoegdheden van lagere overheden
(4) Er is geen onafhankelijke rechter die oordeelt over de bevoegdheden van lagere overheden versus centrale overheid
Territoriaal bestuur
Bestuursorganen zoals provincies, gemeenten, waterschappen, hoogheemraadschappen en de daaronder vallende diensten
Functioneel bestuur
Bestuur met specifieke bevoegdheden (zoals waterschappen en veiligheidsregio’s)
Autonomie
Taken die zij zelf op zich mogen nemen en invullen
Medebewind
Taken min of meer in opdracht van het Rijk
3 vormen van toezicht bij autonomie
(1) Spontaan vernietigingsrecht
(2) Goedkeuringsrecht
(3) Ingrijpen bij taakverwaarlozing
Spontaan vernietigingsrecht
De grondwettelijke bevoegdheid van de Kroon om beslissingen van organen van provincies of gemeenten ongedaan te maken
Goedkeuringsrecht
Het recht dat in een aantal gevallen aan hogere bestuursinstanties is gegeven met betrekking tot bepaalde besluiten van lagere bestuursinstanties
Algemeen deel Awb
De Awb bevat algemene regels over de verhouding tussen bestuursorganen en belanghebbende bij het voorbereiden, nemen en toepassen van besluiten
Bijzondere delen Awb
Het vreemdelingenrecht, belastingrecht, milieurecht en het ruimtelijk bestuursrecht zijn voorbeelden van onderwerpen die in speciale (bijzondere) bestuursrechtelijke wetten worden geregeld
Doeleinden Awb
Systematiseren, codificeren en het treffen van voorzieningen/maatregelen
2 soorten bestuursorganen
(1) Bestuursorgaan onder orgaan van een rechtspersoon krachtens publiekrecht
(2) Bestuursorgaan onder ander persoon of college bekleed met enig openbaar gezag
Elementen begrip belanghebbende
Belang, actueel belang, persoonlijk objectief belang en rechtstreeks belang
Belang
Het voordeel dat een eiser kan verkrijgen uit zijn rechtsvordering
Actueel belang
Het belang moet actueel zijn, dus niet gericht op eventuele toekomstige gebeurtenissen
Persoonlijk objectief belang
Jouw belang mag niet alleen maar een persoonlijk gevoel/mening zijn
Rechtstreeks belang
Het besluit moet voor jou een direct gevolg hebben
Elementen van het begrip besluit
(1) Afkomstig van een bestuursorgaan
(2) Schriftelijke beslissing
(3) Rechtshandeling
(4) Niet privaatrechtelijk
Besluit van algemene strekking
(1) Algemeen verbindend voorschrift
(2) Beleidsregel
(3) Categorie overig
Primaire besluitvorming
Fase van aanvraag tot (primair) besluit/beschikking
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
(1) Verbod van vooringenomenheid
(2) Formele zorgvuldigheidsbeginsel
(3) Verbod van détournement de pouvoir
(4) Evenredigheidsbeginsel/belangenafweging
(5) Motiveringsbeginsel
Verbod van vooringenomenheid
Het bevoegd gezag besluit zonder vooringenomenheid of partijdigheid
Formele zorgvuldigheidsbeginsel
Een besluit moet door de overheid zorgvuldig worden voorbereid en genomen
Verbod van détournement de pouvoir
Een bestuursorgaan mag een bevoegdheid alleen gebruiken voor het doel waarvoor ze de bevoegdheid kreeg van de wetgever
Evenredigheidsbeginsel/belangenafweging
De voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van een besluit niet onevenredig mogen zijn in verhouding tot de met dat besluit te dienen doelen
Motiveringsbeginsel
Een besluit rust op een draagkrachtige motivering
Rechtsgelijkheidsbeginsel
Grondrecht dat bepaalt dat gelijke gevallen gelijk dienen te worden behandeld en ongelijke verschillend naar de mate van het verschil
Rechtszekerheidsbeginsel
Dit beschermt de burger tegen onzekerheid en tegen willekeur van de kant van de overheid
Bezwaar
Als u het niet eens bent met de beslissing van een overheidsinstantie kunt u bij die instantie een bezwaarschrift indienen
Administratief beroep
Bij administratief beroep geeft u ook aan dat u het niet eens bent met een besluit. Het indienen doet u bij een ander bestuursorgaan als welke het originele besluit heeft genomen