Tentamen Flashcards

1
Q

Wat is een kennissysteem

A

Kennis systematisch verzamelen en in verband brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is Pragmatische kennis of niet-wetenschappelijke kennis

A

Kennis die we nodig hebben om in het dagelijks leven elkaar te begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem de 3 eisen voor wetenschappelijke kennis

A
  1. Intersubjectief - iedereen moet erop kunnen komen
  2. Systematisch - je kunt verbanden leggen
  3. Gegrond - het is getoetst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is formele wetenschappen

A

Abstracte of door de mens bedachte zaken bestuderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is empirische wetenschappen

A

Bestuderen ervaringen met de werkelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het ervaringsobject van accountancy

A

Geheel van gebeurtenissen omtrent organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het kenobject van accountancy

A

Assurance, beoordelen info + inrichting + functioneren informatie systemen met als doel een bepaalde mate van zekerheid verkrijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is deductie

A

Van algemeen naar individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een syllogisme

A

Algemeen -> specifiek -> conclusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is inductie

A

Individu -> algemeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is abductie

A

Mogelijke verklaring geven voor een verschijnsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem de 3 soorten hypothese + toetsing

A
  1. Universeel + falsificatie
  2. Existentiële + verificatie
  3. Waarschijnlijkheids + falsificatie (steekproef)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke 2 soorten toetsing zijn er + leg uit wat ze betekenen

A

Correspondentietoetsing = beoordelen of er overeenstemming is tussen hypothese en werkelijkheid
consistentietoetsing = er mag in de hele theorie geen onderlinge strijdigheid zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een paradigma

A

Verzameling algemeen aanvaarde en samenhangende uitgangspunten die typerend zijn voor bepaald wetenschapsgebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem de 3 soorten modellen

A
  1. Iconische modellen - verkleind of vergroot
  2. Analoge modellen - versimpelde wijze
  3. Symbolische modellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem de 4 verschillende simulatie technieken

A
  1. Afnemende abstractie
  2. Toenemende abstractie
  3. Wisselende abstractie
  4. Ceteris-paribus (1 aspect veranderd, rest gelijk)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waaruit bestaan agency-costs

A

Monitoring, bonding & residual

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe los je agency probleem op?

A

Belangen tegenstellingen oplossen - beloningssysteem
OF uitoefenen van toezicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is accounting

A

Proces van identificeren, meten, vastleggen en communiceren van financiele informatie om bepaalde oordelen en beslissingen te onderbouwen voor gebruikers van deze informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Noem de 3 soorten accountants

A

1 openbaar
2 intern en overheidsaccountant
3 accountant in bussiness

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Beschrijf het beroepsprofiel van een accountant

A

Verschaffen van zekerheid over financiele feiten
Controleren/beoordelen/opstellen jaarrekening
Verrichten onderzoek
Verlenen consultancy + advies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Noem 5 verschillen tussen accountants en controllers

A
  1. Accountants kijken naar verleden, controllers naar toekomst en heden
  2. Controller = intern, accountant is extern
  3. Controllers richten in en houden in stand, accountants controleren alleen
  4. Controller kijkt naar management accounting, accountant kijkt naar financial accounting
  5. Controller is belangrijk bij het bepalen van de koers van het bedrijf, accountant niet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Noem de 7 voorwaarden om boekhouden mogelijk te maken

A

1 kunnen vastleggen
2 uitvoeren van berekeningen
3 bestaan van eigendomsrechten
4 geldeconomie
5 bestaan van crediet en/of incomplete transactie
6 ontstaan van handel
7 aanwezigheid van kapitaal verstrekkers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wie zette de eerste boekhoudkundige kennis op schrift

A

Pacioli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is de definitie van een organisatie
Zelfstandig geordend geheel van mensen en middelen die bepaalde processen uitvoeren om daarmee bepaalde doelstellingen te realiseren
26
Noem 4 productie middelen
Menselijk arbeid Grondstoffen Machines Apparatuur
27
Wat is visie
Waar gaan we voor
28
Wat is missie
Waar staan we voor
29
Wat is strategie
Hoe gaan we het doen
30
Wat is het doel van bedrijven
Creëren financiële meerwaarde
31
Wat betekent financieel economisch zelfstandig
Het waarborgen van een structurele positieve free cash flow
32
Noem de 3 soorten ondernemingen
1. De eenmanszaak 2. De personenassociaties 3. De kapitaalassociaties
33
Noem de 3 kenmerken van de eenmanszaak
Geen rechtspersoonlijkheid Hoofdelijk aansprakelijk Winst = inkomstenbelasting
34
Noem de voor en nadelen van een eenmanszaak
Voor: makkelijk op te richten, geen jaarrekening publicatie Nadelen: hoofdelijk aansprakelijk, slechte continuïteit en geringe financierings mogelijkheden
35
Noem de 3 soorten personenassociaties
VOF, maatschap en CV (commanditaire vennootschap)
36
Noem de eigenschappen van VOF
Hoofdelijk aansprakelijk Winst = inkomstenbelasting
37
Noem de eigenschappen van maatschap
Eigenaren proportioneel aansprakelijk Winst = inkomstenbelasting
38
Noem de eigenschappen CV
eigenaar wel aansprakelijk, commanditaire vennoot niet Winstverdeling is afhankelijk van wat je bent
39
Noem de 4 kapitaalassociaties
BV - besloten vennootschap NV - naamloze vennootschap Coöperatie OWM - onderlinge waarborgmaatschappij
40
Noem de kenmerken van de BV/NV
Eigen rechtspersoon Aandelen
41
Leg uit wat Coöperatie is
Leden betalen contributie
42
Leg uit wat OWM is
Leden betalen contributie en zijn vaak klanten, denk aan verzekeringen etc
43
Wat zijn de voor en nadelen van de kapitaalassociaties
Voor: goede continuïteit, eigen rechtspersoon, goede financierings mogelijkheden Nadelen; jaarrekening publiceren
44
Waar hebben aandeelhouders recht op bij een BV/NV
Winst Reserves Liquidatie opbrengst Aandelen overdragen
45
Wat houdt zeggenschapsrecht in
Stemrecht in aandeelhouders vergadering over; Bestuur benoemen/ontslaan Jaarrekening vaststellen Opheffing vennootschap Besluiten rond kapitaal en EV
46
Welke 3 soorten heb je bij coöperatie en OWM
WA - aansprakelijk GA - beperkt aansprakelijk UA - niet aansprakelijk
47
wat is SE - Societas Europaea
rechtspersoon in vestigingsland + vestigingen in andere landen zonder verlies rechtspersoon
48
wat is EESV
europees economisch samenwerkingsverband
49
benoem de 4 hoofdzaken van besturen
1. visie/missie/strategie ontwikkelen en uitwerken 2. plannen maken en beslissingen nemen 3. organisatie beheersen 4. verantwoording afleggen
50
wat zijn de 2 doorslaggevende factoren bij besturen
risico & gedrag
51
benoem de 4 situaties bij een matrix
volstrekte onwetendheid onzekerheid risico volstrekte zekerheid
52
noem de 2 soorten risico's
systematisch - je kan het niet vermijden of spreiden (aan systeem) niet systematisch - je kan het verminderen of afwentelen (aan 1 geval)
53
wat is risicobeheersing/risicomanagement
kennis van het bestaan van onzekerheid en risico, alsmede het systematisch hiermee omgaan
54
wat is (on)begrensde rationaliteit
onbegrenst = volledige voorkennis begrenst = geen volledige voorkennis
55
noem de 3 soorten gedrag bij risico's
risico-avers = risicomijdend risico-indifferent = niet bezig of laten beinvloeden met/door risico's risicopreferent = niet bang voor risico's
56
een vaste manager voor besluiten heeft 2 voordelen, noem die
1. je kan terugvinden wie een slechte beslissing heeft genomen 2. iedereen in de organisatie weet wie over wat gaat
57
noem de 3 soorten beslissingen
1. investeringsbeslissingen 2. operationele beslissingen 3. financieringsbeslissingen
58
wat is een investeringsbeslissing
het heeft betrekking op aanschaf van capaciteit
59
waarom doe je een investeringsbeslissing maken
om kosten te besparen OF om iets uit te breiden/te vervangen
60
noem 3 kenmerken van een investering
- relatief grote bedragen - meestal langetermijneffect - gedane beslissing is moeilijk terug te draaien
61
wat is een operationele beslissing
beslissing die ervoor zorgt dat de juiste mensen op het juiste tijdstip tijdens de juiste periode aan het juiste werk worden gezet met de juiste machines of apparatuur
62
wat is een financieringsbeslissing
beslissingen over aantrekken of afstoten van vermogen
63
noem de 3 soorten begrotingen
investeringsbegroting operationele begroting liquiditeitsbegroting
64
wat is kwantificeren
resultaten in een getal uitdrukken
65
wat zegt het criterium van hurwicz + noem de formule
er zijn gradaties in de mate van optimisme en pessimisme AH(ai) = aH * hoogste + (1-aH)*laagste
66
wat is dominantie
de resultaten van een alternatief zijn bij alle variabelen minstens gelijk en bij 1 variabel hoger dan de uitkomsten van een ander alternatief
67
benoem de formule van expected value
E (ai) = (kans 1*finan. gevolg) + (kans 2 * finan. Gevolg) + (kans 3 * finan. Gevolg)
68
wat is een nutsfunctie
een beschrijving van het risicoprofiel van een beslisser
69
wat zijn beheersingsmaatregelen
middelen die zorgen voor beheersing binnen een organisatie
70
noem 3 beheersingsmaatregelen
- organisatie indelen in verschillende bedrijfsonderdelen - toekennen van het budget aan RVE (managers) - intern verrekenen
71
wat is bestuurlijke informatieverzorging
het beheersen van de huishouding, het doen functioneren van de huidhouding en het belang van financiële verantwoording nemen
72
noem de 5 componenten van de COSO-kubus
1. beheersomgeving (manier van werken) 2. risicobeoordeling 3. beheersingsmaatregelen 4. informatie en communicatie 5. bewaking van de goede werking
73
wat is informatie
bewustzijn mens bereikt + bijdragen aan kennisbeeld
74
wat zijn gegevens
feiten of begrippen, weergegeven in een vorm die geschikt is voor communiceren/interpreteren/verwerken tot informatie
75
aan welke 2 eisen moeten gegevens voldoen om informatie genoemd te kunnen worden
1. juiste ontvanger 2. bijdragen aan kennisbeeld
76
noem 3 kwaliteitseisen van relevantie
begrijpelijkheid, tijdigheid en nauwkeurigheid
77
noem 3 kwaliteitseisen van betrouwbaarheid
juistheid, volledigheid en accuratesse
78
noem 6 kwaliteitseisen mbt automatisering
naleving wet- en regelgeving, beschikbaarheid, integriteit, flexibiliteit, onderhoudtbaarheid en overdraagbaarheid
79
noem de 4 extra controles voor automatisering
geprogrammeerde controle integriteitscontrole gebruikerscontrole fysieke controle
80
noem de 11 verschillende soorten controles
directe indirecte formele materiele positieve negatieve detail totaal deelwaarneming verbands bevoegdheids
81
wat is het verschil tussen directe en indirecte controle
direct = directe waarneming op activiteit zelf indirect = je kijkt naar resultaat, dus niet naar activiteit zelf
82
wat is formele controle
controle of je voldoet aan gestelde regels en voorschriften
83
wat is materiele controle
is er een overeenstemming tussen gebeurtenis en registratie
84
wat is positieve vs negatieve controle
positief = je checkt de aanwezige gegevens kloppen negatief = je checkt op volledigheid
85
wat is de deelwaarneming
slechts een deel van de posten controleren (steekproef)
86
wat is de SOLL-positie
verwachting die kan worden opgebouwd uit de verbanden = wat het zou moeten zijn
87
wat is de IST-positie
wat het daadwerkelijk is
88
benoem de waardekringloop
inkopen - voorraad - verkopen | | schulden vorderingen | | betalen - geld - innen
89
noem de 5 functies van controletechnische functiescheidingen
1.beschikken 2. bewaren 3. registreren 4. controleren 5. uitvoeren
90
beschrijf het inkoopproces
impuls tot kopen -> offertes aanvragen -> bestellen -> ontvangen goederen/dienst -> ontvangst en verwerking factuur -> betalen -> controle
91
welke soorten controles heb je bij het inkoopproces
verbands + integriteits + bevoegdheids
92
beschrijf het productieproces
voorbereiding productie -> onderzoek + ontwikkeling + kostencalculatie -> productieplanning -> detailplanning -> uitvoering van productie -> verantwoording van productie + controles
93
wat is het belangrijkste controlemechanisme bij het productieproces
de nacalculatie
94
beschrijf het proces van voorraadbeheer
ontvangst + registratie goederen -> opslag van goederen -> afgifte van goederen -> controle of inventarisatie (volledig gedetailleerd OF partieel roulerende)
95
noem de 2 soorten voorraadinventarisatie
volledig gedetailleerd & partieel roulerende
96
beschrijf het proces van de verkoop
orderontvangst + orderverwerking -> aflevering goederen/diensten -> facturatie -> debiteurenbeheer -> controles
97
welke soorten controles heb je bij het verkoopproces
verbands + integriteits + bevoegdheids
98
wie heeft de typologie bedacht
Remmer Willem Starreveld
99
welke bedrijven heb je binnen de typologie
handel + productie + diensten
100
noem de 3 soorten productieprocessen
massa seriestuk stuk
101
welke 2 soorten projecten heb je binnen de productie
vaste prijs OF regiewerk-projecten
102
waar valt de agrarische sector onder
productiebedrijven
103
noem de 5 soorten dienstverlenende bedrijven + voorbeeld
1. beperkte goederenbeweging = restaurants 2. beperkte goederenbeweging met goederen van derden = stomerij 3. specifiek ruimtelijk = hotel 4. niet specifiek ruimtelijk = zwembad 5. bedrijven die kennis en kunde inzetten en verkopen = accountants
104
noem de verschillen tussen financial accounting en management accounting
1. fin = verantwoorden, mana = ondersteunen besturing 2. fin = externen, mana = internen 3. fin = vereist, mana = indien nuttig en nodig 4. fin = juridisch kader, mana = geen kader 5. fin = verleden, mana = heden, verleden en toekomst 6. fin = jaarlijks, mana = indien nodig 7. fin = weinig schattingen, mana = veel schattingen 8. fin = geconsolideerd, mana = gedetailleerd
105
wat is financiele verantwoording
leiding verteld periodiek hoe de organisatie heeft gepresteerd en wat de huidige financiele positie van het bedrijf is
106
wat is het doel van de jaarrekening
verantwoording afleggen aan de eigenaren
107
waaruit bestaat de jaarrekening
1. de balans (momentopname activa en passiva) 2. de winst-en-verliesrekening (jaaroverzicht van omzet vs kosten) 3. het kasstroomoverzicht (geldontvangsten en gelduitgaven)
108
noem de 2 dingen waarin regels voor het opstellen van een jaarverslag zijn vastgelegd
het burgerlijk wetboek & RJ geeft richtlijnen
109
wie publiceert standaarden voor een jaarverslag die vaak worden over genomen
IASC
110
wat staat er in boek 2, titel 9
de kaders waarbinnen een organisatie de jaarrekening moet publiceren wat/hoe/wanneer
111
voor wie geldt de wet van boek 2 artikel 9
BV NV coöperatie onderlinge waarborgmaatschappij banken VOF + CV waarbij vennoten geen natuurlijke personen zijn, maar kapitaalassociaties naar buitenlands recht/verenigingen stichtingen boven de 6 miljoen euro per jaar
112
wat is het doel van de RJ = raad voor de jaarverslaggeving
kwaliteit van de externe verslaggeving van niet-beurs genoteerde organisatie in bedrijven in nl te bevorderen
113
hoe bereikt de RJ hun doel
- (on)gevraagd de overheid adviseren over voorschriften in externe verslaggeving - stellige uitspraken en aanbevelingen doen over externe verslaggeving
114
hoe heet het boek met stellige uitspraken en aanbevelingen van het RJ
richtlijnen voor de jaarverslaggeving
115
in welk jaar is de IASC opgericht en in welk jaar is de IASB opgericht
IASC =1973 IASB = 2001
116
wat heeft de IASB opgesteld
de IFRS - international financial reporting standards
117
wie maakt veel zaken bij de rechter als ze een jaarrekening onterecht vinden
SOBI = stichting onderzoek bedrijfsinformatie
118
wat is de IFRS
een set van afspraken over de inhoud en de vorm van de jaarrekening van een verslagplichtige organisatie
119
waarom gebruiken niet beursgenoteerden de IFRS vaak niet
- te duur - verschaft onvoldoende informatie voor belanghebbenden
120
waar besteed het IFRS geen aandacht aan
- directieverslag - maatschappelijk verantwoord ondernemen - informatie verschaffen over corporate governance
121
benoem de IFRS structuur (6)
1. scope = toepassingsbeleid 2. definities en belangrijke begrippen 3. recognition = opname op de balans 4. measurement = waardering 5. disclosure = informatieverschaffing/toelichting 6. effective date/transitional provisions = overgangsbepalingen
122
wat is het verschil tussen US-GAAP en IFRS
IFRS is vooral principle based, waar US-GAAP rule-based is
123
benoem de 3 onderdelen van een jaarverslag
1. jaarrekening 2. het bestuursverslag 3. overige gegevens (zoals; missie/visie/procesbeschrijving/bericht van RVC)
124
wanneer valt een onderneming onder micro
balans = max 0,35 miljoen netto-omzet = max 0.7 miljoe gemiddeld aantal werknemers = max 10 fte
125
wanneer valt een onderneming onder klein
balans = 0,35 - 6 miljoen netto-omzet = 0,7 - 12 miljoen gemiddeld aantal werknemers = 10 - 50 fte
126
wanneer valt een onderneming onder middelgroot
balans = 6 -20 miljoen netto-omzet = 12 - 40 miljoen gemiddeld aantal werknemers = 50 - 250 fte
127
wanneer valt een onderneming onder groot
balans = meer dan 20 miljoen netto-omzet = meer dan 40 miljoen gemiddeld aantal werknemers = meer dan 250 fte
128
wat moet er in een jaarrekening van micro
balans zonder toelichten
129
wat moet er in een jaarrekening van klein
balans met korte toelichting
130
wat moet er in een jaarrekening van middelgroot
balans met eenvoudige toelichting + W/V met eenvoudige toelichting + bestuursverslag + accountantsverklaring + winstbestemming + gebeurtenissen na balansdatum
131
wat moet er in een jaarrekening van groot
balans met uitgebreide toelichting + W/V met uitgebreide toelichting + bestuursverslag + accountantsverklaring + winstbestemming + gebeurtenissen na balansdatum
132
wat zegt WTZi = wet toelichting zorginstellingen
ziekenhuizen/verzorgingshuizen/verpleeghuizen/psychiatrische inrichtingen MOETEN een jaarrekening publiceren
133
wat is richtlijn 650 en wie gebruikt het
fondsenwervende instellingen om inzicht in de werving en het daadwerkelijke besteden ervan te krijgen
134
wat staat er in het bestuursverslag
de belangrijkste activiteiten en gebeurtenissen van afgelopen boekjaar
135
wat is het doel van het bestuursverslag
om de cijfers in een context te kunnen plaatsen
136
benoem de 5 onderdelen van het bestuursverslag
- Analyse gevoerde beleid + de financiële positie - De ontwikkelde activiteiten + resultaten - Externe omstandigheden die invloed hadden op de prestaties - Vooruitblik volgend jaar mbt investeringen, financiering, personeelsbezetting en ontwikkeling van omzet en rentabiliteit - Daarnaast onderzoek en ontwikkeling
137
wat staat er in BW2;392
randzaken waaronder; controleverklaring/bijzondere zeggenschapsrechten/opsomming nevenvestingen + landen
138
benoem de 11 accounting principles
1. meetbaarheid in geld 2. elk feit heeft 2 gevolgen 3. het eenheidsconcept 4. voozichtigheidsbeginsel 5. realisatiebeginsel 6. toerekeningsbeginsel 7. vergelijkingsbeginsel 8. beginsel van economische realiteit 9. materialiteit 10. waarderingsbeginsel 11. continuïteitsbeginsel
139
wat is het eenheidsconcept
vermogen en resultaat van de HELE onderneming presenteren = consolideren
140
wat is het toerekeningsbeginsel
Kosten en opbrengsten dienen te worden toegerekend aan de periode waar het betrekking op heeft
141
wanneer geldt het vergelijkingsbeginsel niet
- wetswijziging - overname - als het ten goede komt van het getrouwe beeld
142
wat is het beginsel van economische realiteit
feitelijke omstandigheden zijn doorslaggevend, niet de juridische kant. bv; huurder mag het op de balans zetten, terwijl het niet juridische eigendom is
143
wat is waarderingsbeginsel
activa moet gewaardeerd worden tegen aanschaf/kostprijs
144
wat is continuïteitsbeginsel
Waardering is tegen aanschaf of actuele waarde, maar als bedrijf geliquideerd word, dan moet de waardering worden aangepast naar de verwachte verkoopwaarde van de activa
145
noem de 7 hoofdstukken van het IFRS raamwerk
H1; doel van de verslaggeving H2; kwaliteitseisen van info H3; ingegaan op rapporterende entiteit H4; definieert de 5 elementen (schuld/bezittingen/EV/baten/lasten) H5; recognition en derecognition H6; keuzes voor waardering posten H7; belang van goede presentatie en toelichting
146
noem de soorten belastingen
omzet vennootschaps accijnzen onroerend zaak motorrijtuigen
147
noem de 4 soorten accountants
1. openbare 2. interne 3. overheids 4. in bussiness
148
noem de 4 soorten opdrachten voor de openbare accountant
verzorgen van belastingaaniftes advies- en consultancy praktijken samenstellen jaarrekening controle jaarrekening = assurance opdracht
149
wat is het stramien van assurance opdrachten
bepaalt en omschrijft de elementen en doelstellingen + welke controlestandaarden van toepassing zijn
150
het stramien van assurance opdrachten geeft referentie kaders voor (3)
Accountants die assurance opdrachten uitvoeren Anderen die betrokken zijn bij assurance opdrachten De NBA bij de ontwikkeling van standaarden
151
wat is een assurance opdracht
opdracht waarbij accountant conclusie formuleert die bedoelt is om het vertrouwen van de beoogde gebruiker te versterken. Waarbij je zorgt dat de uitkomst van de evaluatie en de toetsing van het object goed is
152
wat is het doel van de controle van de accountant
betrouwbaarheid testen van een financiële verslagglegging van een bedrijf + hierover uitspraak doen
153
wat is het maatschappelijk verkeer
de beoogde gebruiker van de jaarrekening
154
waarin staat dat een accountant onafhankelijk moet zijn
Dit staat in het ViO (verordening inzake de onafhankelijkheid van de accountants bij assurance opdrachten)
155
door welke 2 eisen moet een accountant onafhankelijk zijn
integriteitseis + objectiviteitseis
156
aan welke regels moeten ALLE accountants zich houden
VGBA (verordening gedrags en beroepsregels accountants)
157
welke eisen staan er in het VGBA
integer, objectief, deskundig en zorgvuldig. Ook vertrouwelijk en professioneel
158
waar wordt in het ViO op ingegaan + voorbeelden
bedreigingen voor de onafhankelijkheid van de accountant. - Geschenken en gastvrijheid - Langdurige betrokkenheid bij dienstverlening aan verantwoordelijke partij - Financiële belangen - Zakelijke relaties - Nauwe persoonlijke relaties - Werkrelaties met verantwoordelijke entiteit - Juridische procedure tegen de verantwoordelijke partij - Prestatie-afhankelijke beoordeling en beloning
159
wat staat er in de NV COS
de controle dient op zo een mate te worden gepland en uitgevoerd dat er een bepaalde mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat
160
wat zijn de 5 beweringen van het management
bestaan volledigheid waardering rechten en verplichtingen (schulden en bezittingen zijn eigendom) presentatie en toelichting
161
noem de 7 controledoelstellingen
completeness accuracy valuation & allocation existence, occurance cut-off obligation and rights disclosure and presentation
162
wat betekent completeness
alles moet verantwoord zijn, er mag niks missen
163
wat betekent accuracy
Op de juiste wijze geclassificeerd en verantwoord
164
wat betekent valuation
het moet goed gewaardeerd zijn
165
wat betekent existence, occurance
Activa/passiva moeten echt bestaan, bij occurance is het dat het moet hebben plaatsgevonden
166
wat betekent cut-off
in de juiste periode verantwoord
167
wat betekent obligation and rights
Activa en passiva moet eigendom zijn + informatie moet betrekking hebben op organisatie
168
wat betekent disclosure and presentation
Informatie moet conform richtlijnen zijn, bv. Toelichtingen duidelijk en begrijpelijk geformuleerd.
169
wat is materialiteit
informatie is materieel indien het weglaten of het onjuist weergeven ervoor zou zorgen dat het de economische beslissingen die een gebruiker maakt op basis van de jaarrekening, zou kunnen beïnvloeden
170
waar speelt materialiteit een belangrijke rol bij
bepalen aard + tijdsfasering + omvang van de procedures voor het verzamelen van informatie + afwegen of informatie omtrent het object geen onjuistheden bevat
171
wat is opdrachtrisico OF (accountants)controlerisico
jaarrekening bevat fout van materieel belang terwijl er een goedkeurende verklaring is gegeven
172
wat is het inherent risico
Hoe makkelijk zijn beweringen van management in de jaarrekening te controleren Risico nog voordat je mogelijke maatregelen hebt getroffen
173
wat is interne beheersingsrisico
Hoe groot is de kans dat, ondanks de beheersingsmaatregelen, er toch een afwijking van materieel belang blijft bestaan.
174
wat is de formule van het accountantscontrole risico
Inherent risico * Interne beheersingsrisico * detectierisico
175
wat zegt het accountantscontrole risico
het risico dat je de verkeerde verklaring afgeeft
176
wat is axiomatisch voorbehoud
we nemen de accountant niks kwalijk als er fraude word gepleegd in de volgende 3 gevallen; Kwalitatief = niet overal bij zijn & functiescheidingen bewust omzeild Kwantitatief = afweging van kosten en nut = we accepteren bepaalde waarde van onzekerheid
177
welke 2 soorten heb je bij axiomatisch voorbehoud
Kwalitatief = niet overal bij zijn & functiescheidingen bewust omzeild Kwantitatief = afweging van kosten en nut = we accepteren bepaalde waarde van onzekerheid
178
wat is controle informatie
informatie die voor de accountant nodig is om onderbouwd een goed ordeel te kunnen vellen over de jaarrekening. De informatie moet voldoende zijn en geschikt
179
noem de 4 algemene principes rondom controle-informatie
Directe waarneming Kwaliteit interne beheersingssysteem Verstrekker van informatie – deskundig, onafhankelijk, objectief Vorm van informatie
180
noem de 7 soorten controlewerkzaamheden
1. inspectie 2. waarneming 3. externe bevestiging 4. herberekening 5. het opnieuw uitvoeren 6. cijferanalyses 7. het verzoeken om inlichtingen
181
wat zijn de 4 fases van een accountancy controle
1. planningsfase 2. tussentijdse controle / interim 3. eindejaarscontrole 4. evaluatie en afronding
182
wat zijn de normen in het maatschappelijk verkeer (bij de jaarrekening)
- wijze waarop zaken op de balans moeten worden gewaardeerd - hoe het resultaat op de W/V moet worden bepaald
183
wat betekend een verantwoord oordeel (jaarrekening)
de jaarrekening moet getrouw, duidelijk en stelselmatig zijn
184
wat zegt de balans
de activa en passiva op een bepaald moment
185
wat zegt de W/V-rekening
gaat over de resultaten (opbrengsten & kosten) van het afgelopen jaar
186
wat is solvabiliteit
verteld iets over het vermogen om de schulden te kunnen voldoen
187
wat is liquiditeit
verteld iets over het financiële vermogen op korte termijn
188
waar kan je vinden welke toelichting een jaarrekening nodig heeft
BW2;384 lid 5
189
welke 2 zaken moeten in een toelichting toegelicht worden (jaarrekening)
de winstbestemming & gebeurtenissen na de balansdatum
190
wat is het voorzichtigheidsbeginsel
nadelen behandel je niet op dezelfde manier als voordelen nadelen boeken we als ze bekend zijn voordelen boeken we pas als ze gerealiseerd zijn
191
wat is het realisatiebeginsel
winst/omzet mag pas in de jaarrekening als deze gerealiseerd is
192
wat is het toerekeningsbeginsel
kosten kunnen worden geactiveerd op de balans, mits ze in de toekomst toerekenbaar zijn aan perioden
193
wat is de minimimumwaarderingsregel
voorraden waarderen tegen inkoopprijs OF tegen de inmiddels lagere verwachtte koopprijs
194
wat zegt 'fair value' in de IFRS-regelgeving
het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld tussen goed geinformeerde, onafhankelijke partijen die tot een transactie bereid zijn
195
wat gebeurt er in de 1ste fase van de controle
1. opdracht aanvaarding 2. accountant checkt integriteit + betrouwbaarheid van opdrachtgever 3. opdrachtaanvaarding 4. planning van de controle
196
als de accountant de betrouwbaarheid en integriteit checkt van de opdrachtgever, waar wint hij dan informatie over in (6)
- Aard + reputatie eigenaren/managers/gelieerde huishoudingen - Of de relevante regels worden nageleefd - Belastingaangiften wel/niet betaald zijn - Verloop van personeel - Algemene betaalbereidheid - Aanwijzingen over illegale handel
197
wat gebeurt er tijdens het plannen van de controle
vaststellen van de controle aanpak + ontwikkelen controleprogramma
198
hoe bevorderd een adequate planning de controle (6)
1. Nodige aandacht besteed aan belangrijke gebieden 2. Problemen tijdig identificeert + oplost 3. Opdracht naar behoren organiseren en leiden -> effectief en doelmatig 4. De juiste leden aan je team toevoegen -> deskundig + competent 5. Aansturing + toezicht op teamleden 6. Ondersteuning bieden bij coördineren werkzaamheden
199
noem de 8 werkzaamheden tijdens de controlefase
Risico-analyse Controlewerkzaamheden Materialiteit berekenen Initiële cijferanalyse Of en wanneer deskundigen bij controle worden betrokken Updaten van kennis over huishouding Beoordeling integriteit Initiële beoordeling van het interne beheersingssyteem
200
wat gebeurt er in de interim/tussentijdse controle
veel aandacht schenken aan het interne beheersingssysteeem, we gaan kijken of het systeem betrouwbaar is
201
noem de 3 stappen waarin gekeken wordt of het interne beheersingssysteem betrouwbaar is
stap 1; beoordeling opzet stap 2; vaststellen bestaan stap 3; vaststellen werking
202
wat doe je bij de beoordeling van de opzet van het IBS
bepalen in hoeverre het interne beheersingssysteem ervoor zorgt dat de inherente risico's worden weggenomen
203
wat doe je bij het vaststellen van het bestaan van het IBS
lijncontroles
204
wat doe je bij het vaststellen van de werking van het IBS
belangrijke maatregelen worden steekproef gewijs getest om te zien of je kan steunen op het IBS
205
wat is het doel van de betrouwbaarheid van het IBS vaststellen
als je erop kan vertrouwen, dan hoef je minder werkzaamheden te doen (minder vaak de processen overgaan)
206
wat is het verschil tussen systeem gerichte werkzaamheden & gegevensgerichte werkzaamheden
systeem = gericht op of het systeem wel goed werkt gegevensgericht = gericht op de gegevens (veel meer werk, want je kan niet steunen op systeem)
207
wat is het verschil tussen transactiegerelateerde en postgerelateerde controledoelstellingen
transactie = voor resultatenrekening post = voor de balans
208
benoem de systeemgerichte werkzaamheden
Autorisatie + beoordelen wie de handeling uitvoert + onderzoeken van documenten + opnieuw uitvoeren van interne beheersingsmaatregelen
209
wat gebeurt er tijdens de afsluiting van de tussentijdse controle
vaststellen of je wel/niet kan steunen communicatie naar de organisatie toe over tekortkomingen in het IBS
210
wat zijn de werkzaamheden tijdens de eindejaarscontrole
aansluiten + cijferanalyse uitvoeren
211
welke werkzaamheden voer je uit als je kan steunen op de IBS
systeemgerichte controles en een deel gegevensgerichte controlewerkzaamheden
212
welke werkzaamheden voer je uit als je NIET kan steunen op de IBS
volledig gegevensgerichte controlewerkzaamheden
213
wat gebeurt er tijdens de evaluatie en afrondingsfase
Er wordt getoetst of alle benodigde controles naar behoren zijn uitgevoerd + gereviewd zijn + cijferanalyse
214
wat gebeurt er als de tolerantie overschreden word
er moet worden bepaald of er correcties op de jaarrekening gedaan kunnen worden
215
welke verklaring kan je niet af geven als het risico op fouten te groot is
goedkeurende verklaring
216
wanneer vroeg Enron faillissement aan
30 november 2001
217
welke grove fouten zijn gemaakt door de leiders van Enron
machtsmisbruik, bedrog, onverantwoordelijk gedrag en het misbruiken van het in het bedrijf en de directie gestelde vertrouwen
218
wat betekent ethiek
juist handelen
219
wat betekent prescriptief
de theorieën stellen een norm hoe het zou moeten zijn en dus NIET hoe het daadwerkelijk is
220
wat zegt de deontologische theorie
Theorie zegt; er zijn onbetwistbare gedragsregels waaraan de mens zich dient te houden. De handeling zelf is goed of slecht.
221
wie heeft de deontologische theorie bedacht
Immanuel Kant
222
wat is een ander woord voor deontologische theorie
beginselenethiek
223
wat zegt de utilitaristische theorie
het gevolg van een handeling bepaalt of een handeling goed of slecht is
224
wie bedacht de utilitaristische theorie
Jeremy Bentham
225
wat is het nutsprincipe
elke handeling kan het geluk van mensen vergroten en verminderen. DUS handeling beoordelen op de mate waarin deze bijdraagt aan het welbevinden van alle betrokkenen
226
wie heeft de deugdethiek bedacht
Aristoteles
227
wat zegt de deugdethiek
Het richt zich niet op de handeling of het gevolg van de handeling, maar op het karakter van de persoon, die de handeling verricht
228
wat moet je volgens Aristoteles doen om een goed leven te leiden en geluk te ervaren
de koers van deugden varen
229
noem een paar voorbeelden van de deugden
wijsheid rechtvaardigheid vriendschap
230
wat zegt de zorgethiek
Het gaat niet om de handeling, niet om de gevolgen en niet om het karakter, maar het gaat om de zorg die de situatie vraagt
231
door wie is de zorgethiek bedacht
Carol Gilligan
232
wat zegt de contracttheorie
de wet/het contract bepaald in deze theorie wat juist is
233
hoe dacht thomas hobbes
mensen kiezen voor zichzelf -> schaarste aan goederen = natuurstaat -> oorlog. We MOETEN dus een manier vinden om samen te werken = contract met elkaar aangaan
234
hoe dacht John Rawls
John Rawls gaat uit van sluier van onwetendheid. Contract moet in stand komen vanuit een volledig onpartijdige situatie.
235
wat is cultureel relativisme
je moet je helemaal onthouden van een oordeel over andere culturen
236
wat gebeurde er in december 1991
een medewerker van de Wereldbank schreef een memorandum over afval dumpen in minder ontwikkelde landen
237
van welke aard zijn de standpunten van economen
utilistisch
238
wat zijn nudges
onopvallende duwtjes die je stimuleren een bepaalde handeling te prefereren boven een andere handeling
239
wanneer kan je nudges wel verdedigen
utilistische standpunt
240
wanneer kan je nudges niet verdedigen
deugdethiek
241
wat is ethisch handelen binnen de bedrijfswereld
Er wordt gewerkt aan internationale normen en waarden
242
waarom zijn de internationale normen en waar over ethisch handelen moeilijk
het staat vaak op gespannen voet met het doel van bedrijven + het levert juist het internationale element problemen op (andere normen en waarden).
243
benoem de 6 vragen van het morele intervisiemodel
1. Welke beslissing moet ik nemen? 2. Wie zijn de belanghebbenden? 3. Wat zeggen de beroepsregels, bedrijfscodes of andere bindende voorschriften? 4. Welke argumenten kunnen worden aangevoerd? 5. Wat is de conclusie? 6. Doe ik het ook?
244
wat betekent interne criminaliteit
fraude door werknemers binnen de eigen organisatie
245
welke 3 dingen staan er in de fraudedriehoek
mogelijkheid + druk + rationalisatie
246
wat is technisch & wat is gedrag binnen de fraudedriehoek
technisch = mogelijkheid gedrag = druk + rationalisatie
247
wat zegt de fraudedriehoek
de perceptie van de fraudeur is dat de fraude ‘iets’ moet opleveren, en voordelen moeten groter zijn dan de nadelen
248
wat zijn mogelijkheden voor fraude (in de driehoek) OFWEL; wat geeft men de mogelijkheid tot de fraude
onvoldoende toezicht/gebrekkige controle/ontbreken van procedures/cultuur in een organisatie
249
wat is redenen van druk voor fraude
gokverslaving, geldgebrek & grote schulden
250
wat zijn redenen van rationalisatie voor fraude
organisatie heeft geld genoeg het uitblijven van een adequate beloning
251
waar staat NOCLAR voor
Non Compliance with Law and Regulations
252
wat staat er in de NOCLAR
- Eisen dat de accountant een goed inzicht krijgt in de risico's - Geven aan hoe de accountant moet handelen bij fraude/onrechtmatigheid
253
waarin staan de 5 fundamentele beginselen waar elke accountant zich aan moet houden
VGBA
254
noem de 5 fundamentele beginselen van het VGBA
1. professionaliteit 2. integriteit 3. objectiviteit 4. vertouwelijkheid 5. vakbekwaamheid en zorgvuldigheid
255
wat zei Leen Paape in 2010
- De code werkt in praktijk niet, dat zien we met regelmaat - Het beroep staat op zijn grondvesten te schudden - Regels zullen nooit het verschil gaan maken
256
wat is het verschil tussen rule-based & principle-based
rule = op regels gebaseerd principle = op principes en richtlijnen gebaseerd
257
wie pleit voor meer ethiek in de accountancy opleiding
Marcel Pfeijffer
258
benoem de 3 competentiegebieden in IES4 van het IFAC
1. ethical principles 2. commitment to the public interest 3. professional skeptisism + professional judgement
259
wat betekend 'good governance'
goed ondernemingsbestuur
260
waar staat SOx voor
Sarbanes-Oxley-wet
261
wat staat er in SOx 302 & 404
verplichte financiële rapportages dienen ondertekend te worden door het management. Ze verklaren juistheid, volledigheid en tijdigheid + juiste werking van beheersingsmaatregelen.
262
wat gebeurt er als het management een handtekening zet (zich aan de SOx-wet houdt) onder vervalste omstandigheden
hoge boete of gevangenisstraf
263
wat is een andere benaming voor; code tabaksblat
Nederlandse Corporate Governance Code
264
wat is het verschil tussen SOx en code Tabaksblat
SOx is een wet en dus verplicht, code Tabaksblat is GEEN wet
265
wat is het doel van Code Tabaksblat
goed ondernemingsbestuur
266
benoem de 5 hoofdstukken van Code Tabaksblat
- naleving en handhaving van de code - het bestuur - de raad van commissarissen - De (algemene vergadering van) aandeelhouders - De audit van de financiële verslaggeving en de positie van de interne audit functie en van de externe accountant
267
benoem de 5 dingen die Craig Johnson beschrijft in zijn artikel (n.a.v. de val van Enron)
- Docenten, opleiders moeten een bepaalde schuld op zich nemen - Streef naar integratie van ethisch handelen - De plichten en verantwoordelijkheden van leiders moeten aan de toekomstige leiders duidelijk worden gemaakt - Er moet een bepaalde sensiviteit worden ontwikkeld waarin zowel individuele als collectieve elementen een rol spelen - Erkenning van het belang van geloofwaardigheid
268
wat kun je als gereedschap gebruiken om tot de juiste ethische belissingen/handelingen te komen (3)
1. ethische theorieën 2. het morele intervisie model 3. de leiderschapslessen
269
Geef 2 voorbeelden van mutaties die verschil opleveren tussen saldo kasstroomoverzicht en saldo W/V
- aflossing lening - afschrijving
270
Wat is body of knowledge
Basis voor het kennisbestand in de wetenschap
271
Wat is besluiting onder onderzekerheid en welke methode gebruik je dan
Je kan geen kans schatting maken Resultatenmatrix
272
Wat is besluitvorming onder risico en welke methode gebruik je
Je kan WEL een kansschatting maken Risico = kans * financieel gevolg
273
Wat is accountingprincipe materialiteit
Je hoeft niet elk moertje en schroefje los op de balans te laten zien, want; een post hoeft niet apart te worden vermeld indien deze in zijn geheel verwaarloosbaar is op de jaarrekening
274
Wie was limperg?
Grondlegger van accountancy in nederland
275
Wie was van der schroeff?
Zorgde voor invoering controllersfunctie
276
Noem het verschil in doelstelling van de wet VpB en de wet WJO
VpB - tot belastingheffing komen WJO - goed inzicht geven in getrouwdheid jaarrekening
277
Wat zorgt voor fiscale winst maar gepubliceerde jaarrekening verlies
Goodwill afboeking
278
Wat is passieve en actieve belastinglatenties
Passief = te weinig belasting betaald tov gepubliceerde winst Actief = te veel belasting betaald tov gepubliceerde winst
279
Wat is een paradigma verschuiving
Het moment waarop alles vanuit een ander perspectief gezien zou moeten worden, er gelden nu een andere verzameling algemeen aanvaarde samenhangende uitgangspunten voor de betreffende wetenschap
280
Wat is het nadeel van winstbegrip TOV free cash flow (doel bedrijf)
Winstbegrip is boekhoudkundig en dus manipuleerbaar
281
Leg uit wat een ervaringsobject is
De groep verschijnselen die het onderwerp van het onderzoek is
282
Leg uit wat een kenobject is
Het specifieke verschijnsel wat wordt bestudeerd
283
Wat is het startpunt bij empirische wetenschappen
Observatie; het waarnemen van verschijnselen
284
Wat is universeel
Gaat over alle relevante objecten in een populatie
285
Wat is existentiële
Gaat om 1 of enkele objecten uit de populatie
286
SOX ingevoerd waarom
Boekhoudschandaal zoals enron voorkomen EN goed ondernemingsbestuur nodig