Temperatuurfactoren alle begrippen

Question 1

Hoge breedte

Answer 1

Is ver van de evenaar, daar is het koud.

In de poolstreken

Question 2

lage breedte

Answer 2

Is dicht bij de evenaar, daar is het warm.

In de tropen

Question 3

poolstreken

Answer 3

Het gebied ten noorden van 66½° N.B. en ten zuiden van 66½° Z.B.

Question 4

tropen

Answer 4

Warme luchtstreek rond de evenaar tussen 23½° N.B. en 23½° Z.B.

Question 5

loodrechte invalshoek

Answer 5

Een rechte lijn zonnestralen. korte weg afleggen, klein oppervlak, dus sneller warm

Question 6

schuine invalshoek

Answer 6

schuine lijn zonnestralen, lange weg afleggen, groot oppervlak. Duurt langer

Question 7

dampkring

Answer 7

De lucht om ons heen. Heet ook atmosfeer

Question 8

luchtstreken

Answer 8

Temperatuurzone op aarde; tropen, gematigde zone en poolstreken.

Question 9

Aanlandige wind

Answer 9

Wind vanaf zee. Heet ook zeewind.

Question 10

aflandige wind

Answer 10

Wind vanaf land. Heet ook landwind

Question 11

zeestroom

Answer 11

Stroming van zeewater die ontstaat doordat de wind langdurig uit één richting waait.